Par. 6.2 Van nederzetting tot bisschopsstad

De Middeleeuwen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Middeleeuwen

Slide 1 - Slide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 2 - Slide

Programma
1. Uitleg par. 6.1
2. Opdrachten maken en inleveren

Slide 3 - Slide

Lesdoel
1. Wat was de betekenis van Willbrord voor Utrecht?
2. Hoe werd Utrecht een handelsstad?

Slide 4 - Slide

Hoe is Utrecht ontstaan?
  • In de Romeinse tijd kon je er in Utrecht bij laag water door de rivier de Rijn waden. Romeinse soldaten noemden dit een "trajectum" = oversteekplaats.
  • In de loop der eeuwen veranderde de naam Trajectum in Traject en later in Utrecht.

Slide 5 - Slide

Standensamenleving
De samenleving was gedeeld in drie groepen, de standen. Ieder had zijn eigen plek en taak
  • 1. Geestelijken
  • 2. Adel (hoge en lage adel. 
Koning, graaf, hertog, leenmannen, ridders...
  • 3. Boeren

Slide 6 - Slide

De Geestelijkheid
  • Hoge geestelijken (kregen ook gebieden in leen)
De paus
De bisschoppen

  • Lage geestelijken (leefden heel eenvoudig)
De priesters
De monniken en nonnen

Slide 7 - Slide

Missionarissen

  • Prediken in andere gebieden
  • Hoge en lage geestelijken
  • Naar Nederland gekomen om de Friezen te bekeren, want de Franken wilden hun gebied uitbreiden (en de Franken waren christelijk).
  • Friezen hadden een polytheïstische geloof.
  • Bonifatius en Willibrord

Slide 8 - Slide

Bonifatius
Engelse missionaris.
Predikten aan de Friezen (Nederland en Duitsland).
Hakte de heillige Donareik. Gevolg = Friezen bekeerden tot het christendom. 

Slide 9 - Slide

Willibrord
Engelse missionaris. 
Doel: het christelijke (katholieke) geloof aan de Friezen verspreiden (desnoods met geweld).

Tijdgenoot van Bonifatius.

Slide 10 - Slide

Willibrord in Utrecht
  • Hij bouwde een nieuw kerk in Utrecht, Sint Maarten.
  • Steeds hogere en grotere kerken.
  • Stadsbranden.

Slide 11 - Slide

Blij met de stad!
  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
  • Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn.
  • De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
  • De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten.
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland

Slide 12 - Slide

Stadsrechten
Document waarmee burgers van een stad het recht kregen om zelf hun stad te besturen. 

Slide 13 - Slide

Voordelen

  • Het bestuur van de stad zelf regelen. 
  • Rechtspreken
  • Stad organiseren
  • Eigen markt
  • Stadsmuren
  • Geen tol betalen op wegen, rivieren of vaarten.
Nadelen

  • Belasting betalen aan de graaf.
  • Een deel van het geld afstaan dat de stad verdiende met boetes.
  • De heer helpen bij oorlog (met soldaten, geld of goederen te geven)

Slide 14 - Slide

Utrecht
De stad kreeg in 1122 stadsrechten van keizer Hendrik V.
De inwoners van de stad mocht nu de stad besturen en bepalen wie poorter (burger) was. 


Slide 15 - Slide

Gotiek
In het jaar 1230: de burgers van Brugge begonnen aan het bouwen van een grote kerk.

Een gotische kerk is gebouwd in de vorm van een kruis. De kerk is enorm hoog, heeft hoge, spitse ramen en is van binnen en buiten versierd. 

Slide 16 - Slide


Hoger, beter, mooier


  • In de Middeleeuwen waren de meeste mensen in Europa christenen
  • Mensen wilden erg graag na hun dood in de hemel komen.
  • Om hun God te eren bouwden ze hoge kerken.
  • Ook konden ze zo laten zien hoe rijk de stad was.

Slide 17 - Slide

Dom van Utrecht
De kerk werd na de stadsbrand in 1253 opnieuw opgebouwd:
- Dunne muren, hoge splitse ramen. Luchtbogen voor ondersteuning. 
- Statussymbool van de bisschoppen. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video