Hoofdstuk 3

1 / 32
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zijn jouw uitgaven en inkomsten in balans?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

wat is de taak van de thuisbegeleider bij het aanleren van financiële vaardigheden?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Bewindvoering is...
A
Neemt met en voor cliënt beslissen over persoonlijke zaken als verzorging en verpleging. Cliënt blijft handelingsbekwaam en mag financiën beheren.
B
Cliënt is handelingsonbekwaam, kan bij verslaving en ernstige psychische/verstandelijke problemen. Cliënt ontvangt zakgeld en mag geen financiële handeling doen zonder toestemming van de curator.
C
Gaat over iemands bezit, bijv huis en inkomsten. Cliënt mag niet zelfstandig iets verkopen en krijgt geld om te gebruiken en blijft handelingsbekwaam, mag contracten tekenen.

Slide 10 - Quiz

A = mentorschap
B= curatele 
C= bewindvoering 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Link

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Bij activerende gespreksvoering pas je de volgende technieken toe:
A
open vragen stellen
B
positieve benadering
C
feedback geven
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Iemand met een positieve houding ten opzichte van zijn financiën:
A
laat zich verleiden door reclame
B
geeft impulsief geld uit
C
is niet prijsbewust
D
houdt een administratie bij

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Als je niet zelfredzaam bent in je financiën;
A
dan heb je kans op groeiende schulden
B
heb je weinig begeleiding nodig
C
A en B zijn beiden goed
D
A en B zijn beiden fout

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet het NIBUD
A
geeft advies over omgaan met je geld
B
geeft overzichten van belangrijke onderzoeken
C
houdt bij wat iedereen verdient
D
Ze zijn een onderdeel van de belastingdienst

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


Wat betekent Nibud?
A
Nationaal Instituut voor Bestedingspatronen
B
Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
C
Nieuw Bureau Uitgaven en Duurzaamheid
D
Nederlands Onderzoeksinstituut voor Jongerenbeleid

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een kasboek?
A
een overzicht van de uitgaven die je per maand achteraf bijhoudt
B
een overzicht van de inkomsten en uitgaven
C
een overzicht van de inkomsten en uitgaven die je vooraf per maand bekijkt
D
een overzicht van de inkomsten en uitgaven die je per maand achteraf bijhoudt

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Stelling I: De dader van financieel misbruik is meestal een bekende van de cliënt.
Stelling II: Je kunt financieel misbruik melden bij het advies- en meldpunt Veilig Thuis.
Welke stelling is juist?

A
Alleen I is juist
B
Alleen II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Naar wie kun je de cliënt doorverwijzen voor schuldhulpverlening?

A
Naar de bank
B
Naar de gemeente
C
Naar de rechtbank
D
geen antwoord is juist

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Een jongen heeft stress omdat hij schulden heeft? Hoe zou je hem kunnen helpen als sociaal werker?
timer
0:40
A
Een activiteit organiseren
B
Doorverwijzen naar schuldhulpverlener
C
Naar een dokter doorverwijzen
D
Naar de sociale gemeente sturen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Maak opdracht A en B
Blz 23 in je opdrachtenboek

Slide 32 - Slide

This item has no instructions