Werk en Bedrijf H7.5 en H7.6

H7.5 en H7.6
Sectoren 
Motieven
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H7.5 en H7.6
Sectoren 
Motieven

Slide 1 - Slide

4 bedrijfssectoren
Primaire sector  -  Landbouw, grondstoffen 
Secundaire sector  -  Industrie
Tertiaire sector  -  Commerciële dienstverlening 
Kwartaire sector  -  Niet-commerciële dienstverlening
Haalt producten uit de natuur.
Voorbeeld: mijnbouw, visserij, boerenbedrijf
Maken van grondstof halffabricaat of eindproduct.
Ambachtsbedrijf > arbeidsintensief
Industrie (fabriek) > kapitaalintensief
Bedrijven die diensten verlenen voor winst:
Bijvoorbeeld: detailhandel (winkels), horeca, banken, kapper, taxi
Instellingen en diensten verlenen zonder winst te maken.
Voorbeeld: collectieve sector, verenigingen.
Scholen, huisartsen, politie

Slide 2 - Slide

Timmerman
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Kwartaire sector

Slide 3 - Quiz

Militair
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Kwartaire sector

Slide 4 - Quiz

Verkoper
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Kwartaire sector

Slide 5 - Quiz

In Nederland vind je het meeste werk in:
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Kwartaire sector

Slide 6 - Quiz

Deze 2 sectoren zijn het meest kapitaalintensief:
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Kwartaire sector

Slide 7 - Quiz

Arbeidsmotieven

Betaald werk:

Loon
Samenwerken met collega's
Arbeidsmotieven

Onbetaald werk thuis:

Werktijd indelen
Zorg (voor kinderen)

Slide 8 - Slide

Betaald werk
In loondienst met vaste contract
In loondienst met tijdelijk contract/flexwerk
In loondienst via uitzendbureau
Eigen onderneming

Eenmanszaak / ZZP
VOF / BV / NV / Stichting

Slide 9 - Slide

Rekenvaardigheden
  • Procentuele verandering berekenen
  • Percentage van berekenen
  • Indexcijfer berekenen
  • Teogevoegde waarde berekenen

(Nieuw - Oud) : Oud x 100%
Wat : waarvan x 100%
Deel : geheel x 100%
30 mensen van het totaal 600 = 30 : 600 x 100% = 5%
Gegevens gevraagd jaar : gegevens basisjaar x 100
Waarde productie - inkopen en diensten

Slide 10 - Slide