BK 6.1: Relaties / TH 6.1: Organismen en hun omgeving

Relaties / Organismen en hun omgeving
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Relaties / Organismen en hun omgeving

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
  • Je kunt niveaus van de ecologie beschrijven.
  • Je kunt een voedselketen en een voedselweb maken. 

Slide 2 - Slide

Inleiding
Elk organisme is afhankelijk van zijn omgeving. 
De omgeving bestaat uit anderen organismen, maar ook uit levenloze factoren, zoals licht, lucht en water.
Veel organismen leven samen in groepen.

Slide 3 - Slide

Organismen en hun omgeving
Ecologie is het onderzoeken van de relaties tussen organismen en hun milieu (hun leefomgeving). 
Het milieu heeft invloed op organismen. 
Maar organismen hebben ook invloed op hun milieu.
Planten geven bijvoorbeeld zuurstof af aan de lucht en regenwormen maken gangen waardoor de bodem luchtiger wordt.

Slide 4 - Slide

De invloeden uit het milieu kun je indelen in twee groepen:
  • biotische factoren 
  • abiotische factoren 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Biotische factoren
Biotische factoren: invloeden van de levende natuur, deze invloeden zijn afkomstig van andere organismen.

Een roodborstje wordt bv. beïnvloed door de insecten die hij  kan vangen en de roofdieren die hij moet ontwijken.

Slide 7 - Slide

Abiotische factoren
Een roodborstje wordt ook beïnvloed door de temperatuur, de hoeveelheid licht, de wind en de regen.
Invloeden van de levenloze natuur zijn abiotische factoren.

Slide 8 - Slide

Verschillende niveaus
Er zijn verschillende niveaus waarop ecologen onderzoek doen.
Van klein naar groot zijn dit:
  • individu
  • populatie
  • levensgemeenschap
  • ecosysteem

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Individu
Een individu is 1 enkel organisme.
Bv. een wild zwijn.

Slide 11 - Slide

Populatie
Een populatie is een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten.

Slide 12 - Slide

Levensgemeenschap
In een gebied leven populaties van verschillende soorten. Al deze populaties noem je levensgemeenschap.
Bijvoorbeeld: wilde zwijnen, bomen, planten, wormen etc.
De populaties in een levensgemeenschap beïnvloeden elkaar. BV. roofvogels eten muizen

Slide 13 - Slide

Ecosysteem
Een ecosysteem is een gebied waarbinnen de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen.
Bijvoorbeeld van ecosystemen zijn een duingebied, een bos en een sloot.

Slide 14 - Slide

Voedselweb
Alle voedselketens uit een gebeid samen
=
voedselweb

Slide 15 - Slide

Aan de slag



Jullie gaan lezen en maken
paragraaf 6.1!

Slide 16 - Slide