BSM les 1.7

BSM 1.7 Verbeteren van fitheid
Wat gaan we vandaag doen?

- Trainingsleer
- Energiesystemen
- VO2max + hartslagfrequentie
- Training --> groot onderdeel in de les na de vakantie.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BSM 1.7 Verbeteren van fitheid
Wat gaan we vandaag doen?

- Trainingsleer
- Energiesystemen
- VO2max + hartslagfrequentie
- Training --> groot onderdeel in de les na de vakantie.

Slide 1 - Slide

Trainingsleer
Kennis verwerven door het verzamelen van ervaringen uit de praktijk en de bevindingen van wetenschappelijk onderzoek.

Uiteindelijke doel: toenemen van prestatievermogen

Slide 2 - Slide

Energiesystemen
Energie is het vermogen om arbeid te leveren.

Met wat voor een proces komt energie vrij?

In de spiercelen wordt energie opgeslagen in de vorm van ATP (adenosine-tri-fostaat).  Wanneer ATP splitst in ADP (adenosine) en P (fosfaatgroep) dan komt er energie vrij! (accu die het lichaam in werking zet).
Afrbraak van ATP = ATP --> ADP + P + ENERGIE

Slide 3 - Slide

Energiesystemen
ATP wordt voortdurend met dezelfde snelheid als waarmee het wordt afgebroken teruggevormd.

3 verschillende systemen die zorgen voor de aanvoer van nieuwe energie voor de recycling van ATP:
1. (creatine) fosfaatsysteem
2. anaerobe systeem
3. aerobe systeem

Slide 4 - Slide

Energiesystemen
(Creatine) fosfaatsysteem:
Het fosfaatsysteem stelt het lichaam in staat om gedurende korte tijd een hoog vermogen te leveren.

Creatine fosfaat (CP) ligt ook in de spiercellen, de voorraad is niet groot maar wel direct beschikbaar voor de spieren.
Het terugvormen van CP gaat snel. Eén minuut na het beeïndigen van de inspanning is dit systeem weer voor 90% opgeladen.
Bij welke sport zou je dit systeem gebruiken?

Slide 5 - Slide

Anaerobe systeem
Het anaerobe systeem neemt de energievoorziening geleidelijk over van het fosfaatsysteem.
Het anaerobe systeem levert, d.m.v. glycolyse, energie voor de recycling van ATP.

Met het anaerobe systeem kun je veel vermogen leveren. Na ongeveer 45 minuten ben je voor 90% hersteld.
Bij welke sport zou dit systeem gebruikt worden?

Slide 6 - Slide

Aerobe systeem
Het aerobe systeem heeft even de tijd nodig om in een 'steady state' te komen. Tijdens de steady state is er sprake van een regelmatige hartslag en ademhaling.

Tijdens het aerobe glucolyse systeem kunnen naast koolhydraten ook vetten gebruikt worden. Het lichaam zal echter eerst koolhydraten gebruiken, vetten geven wel meer energie maar dit systeem is gecompliceerder en langzamer.

Slide 7 - Slide

VO2 max + hartslagfrequentie
Wat betekend VO2 max?

Wat betekend hartslagfrequentie?

Wat is jou maximale hartslag?
220- leeftijd = HF-max

Slide 8 - Slide

Energie is het vermogen om arbeid te leveren
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Wij halen onze energie uit
A
Voeding
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Eiwitten

Slide 10 - Quiz

De energie die vrijkomt bij het afbraakproces van voedsel wordt opgeslagen als chemische in de spiercellen
A
waar
B
niet waar
C
alleen als het nodig is

Slide 11 - Quiz

Fosfaatsysteem
Anaerobe systeem
Aerobe systeem

Slide 12 - Drag question

Als je hart niet sneller meer kan kloppen, dan zit je op de anaerobe drempel
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Als de melkzuurproductie de melkzuurafbraak overstijgt zit je op je anaerobe drempel
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Naast het meten van deze drempel kun je deze ook inschatten. Op hoeveel % van je Hfmax is dit?
A
61%
B
71%
C
81%
D
91%

Slide 15 - Quiz