This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Kiezen
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
woordweb
opdracht
filmpje
opdracht
evaluatie
Slide 2 - Slide
wat ga je leren
dat je in Nederland veel vrijheid hebt
wat vrijheid betekent
wat je kan kiezen
wat je niet kan kiezen
Slide 3 - Slide
vrijheid
Slide 4 - Mind map
wat betekent vrijheid?
Vrijheid betekent dat je je eigen keuzes kunt maken. Je kunt bijvoorbeeld kiezen wie je vrienden zijn, wat je wilt eten of waar je je geld aan uitgeeft
Slide 5 - Slide
Heb jij veel vrijheid? Leg uit waarom wel of waarom niet.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
bedenk/ zoek 3 dingen die je zelf kan kiezen
Slide 8 - Open question
Bedenk/ zoek 3 dingen die je niet zelf kan kiezen
Slide 9 - Open question
keuze is een vrijheid
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quiz
Je vrienden kun je kiezen
A
nee
B
ja
Slide 11 - Quiz
welke zin klopt?
A
In Nederland heb je veel vrijheid
B
In Nederland heb je geen vrijheid
C
Je kan niet zelf kiezen wat je eet
D
Je mag niet kiezen op wie je verliefd wordt
Slide 12 - Quiz
je mening geven
Bij vrijheid hoort dat je mag zeggen wat je van iets of iemand vindt. Je geeft dan je mening.
Als je bijvoorbeeld zegt dat je een film mooi vindt, geef je je mening.
Slide 13 - Slide
Het afsteken van vuurwerk met oud en nieuw moet verboden worden.
Slide 14 - Open question
Opdracht
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
kwetsen
Slide 17 - Mind map
Slide 18 - Video
wat is een feit?
Zoek op wat een "feit" is
Slide 19 - Slide
Feit
Een feit is iets dat echt is gebeurd of dat echt zo is. Om vast te stellen of iets een feit is, moet je het kunnen bewijzen.