H3 GL6CG + herh kloktijden

Havo 3 Frans periode 4
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Havo 3 Frans periode 4

Slide 1 - Slide

Doelen- en toetsoverzicht periode 4
Aan het eind van deze periode kan ik:
... de woorden en zinnen die te maken hebben met relaties, school en eten/drinken correct vertalen (FN) = examenidioom 1-3

... mijzelf schriftelijk voorstellen en schrijven over mijn gewoontes (hoe laat ik opsta, naar school ga, etc), hobby's, baantjes en karakter = GL hfst 6

... een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven = GL hfst 6H

... de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple en de onregelmatige werkwoorden être, avoir, faire, aller en venir = cahier de verbes

... het delend lidwoord correct gebruiken = GL hfst 5D

... uit korte, eenvoudige teksten de belangrijkste informatie benoemen. De teksten gaan over vertrouwde onderwerpen in alledaagse taal. De woordenschat bestaat uit woorden die veel voorkomen. Het niveau is A2 (ERK) = leesvaardigheid

SO week 21


SCHRIJFTOETS week 24 + la phrase du cours + vlog Luik


SO week 23








REPETITIE week 26

Slide 2 - Slide

Vooruitkijken
Ik kan ...

... de 'phrase du cours' 3 en 4 in een logische/ correcte volgorde opschrijven en vertalen
... in het Frans vertellen over mijn dagelijkse gewoontjes 

Slide 3 - Slide

il est ....
A
une heure et demie
B
deux heures
C
deux heures et demie
D
une heure

Slide 4 - Quiz

il est ....
A
huit heures et demie
B
neuf heures moins demie
C
neuf heures
D
huit heures

Slide 5 - Quiz

il est ....
A
midi moins le quart
B
onze heures moins le quart
C
onze heures et quart
D
onze heures et quinze

Slide 6 - Quiz

il est ....
A
six heures et quart
B
six heures moins le quart
C
sept heures et quart
D
sept heures moins le quart

Slide 7 - Quiz

ma journée
  • Tu te lèves à quelle heure?
  • Tu te douches à quelle heure?
  • Tu t'habilles à quelle heure?
  • Tu prends ton petit déjeuner à quelle heure?
  • Tu pars à l'école à quelle heure?
  • Tu rentres à quelle heure?
  • Tu te couches à quelle heure?
wat valt je op bij deze werkwoorden?
Geef mondeling antwoord, let op de vervoeging!

Slide 8 - Slide

LA PHRASE DU COURS
Presenteer jezelf met behulp van GL6CG.
Losse woorden kun je vertalen met de woordenlijsten van GL6 of met het uitgedeelde woordenboek NF
GL6G: herhaal een deel van de vraag voor je eigen zin
vertaling CG doornemen

Slide 9 - Open question

c'est en forgeant on devient forgeron

Slide 10 - Slide

Au travail: les devoirs 
Faire (maken): 
  • Grandes Lignes 6CG (ex. zie planner)
  • la phrase du cours 1 t/m 5 (zie LB)

Apprendre (leren):
  • Grandes Lignes 6ABCEGH 
SO examenidioom le 22 mai
SO les verbes: le 4 juin
Werk zachtjes, 
zodat iedereen zich kan concentreren
vraag zoveel mogelijk om hulp!
Ik kan 3. een hoofdzin in een logische/ correcte volgorde opschrijven

Slide 11 - Slide

terugkijken
Ik kan ...

... de 'phrase du cours' 3 en 4 in een logische/ correcte volgorde opschrijven en vertalen (staat alles in Learnbeat?)
... in het Frans vertellen over mijn dagelijkse gewoontes (vertel eens?)

Slide 12 - Slide

Au revoir!

Slide 13 - Slide

SO les verbes
Ik kan de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, en -re correct gebruiken in de présent, de passé composé, de imparfait en de futur simple en de onregelmatige werkwooden être, avoir, faire, aller en venir

Slide 14 - Slide

(=komen)

Slide 15 - Slide

(=gaan)

Slide 16 - Slide

Venir, je, passé composé (!)
A
je suis venu
B
je suis venue
C
je venais
D
j'ai venu

Slide 17 - Quiz

aller, tu, imparfait
A
tu vas
B
tu allais
C
tu es allé(e)
D
tu iras

Slide 18 - Quiz

komen, wij, futur simple

Slide 19 - Mind map

aller, ils, présent

Slide 20 - Mind map

Slide 21 - Link

GL6F ex23

Slide 22 - Slide

Overleg in 2 groepen (1 mol per groep)
Welke groep geeft de correcte antwoorden op de vragen bij de 4 teksten en wint? Let op: lees de vraag goed! Je mag een wb gebruiken
Fout? Dan wint de mol
1 per groep vult antwoord a t/m d in

Slide 23 - Open question

Tu te lèves à quelle heure?
Tu te douches à quelle heure?
Tu t'habilles à quelle heure?
Tu prends ton petit déjeuner à quelle heure?
Tu pars à l'école à quelle heure?
Tu rentres à quelle heure?
Tu te couches à quelle heure?

Slide 24 - Open question