7.4 De vorming van het Nederlands landschap

deel 1
7.4 De vorming van het Nederlands landschap
1 / 55
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

deel 1
7.4 De vorming van het Nederlands landschap

Slide 1 - Slide

1. Herhaling
2. Leervragen 7.4 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Slide

herhaling vorige les

Slide 3 - Slide

Erosie =
A
het neerleggen van grind, zand en klei
B
Afslijten door wind, water en ijs

Slide 4 - Quiz

Wat hoort hier bij?
A
Verwering
B
Erosie

Slide 5 - Quiz

Is op de afbeelding sprake van erosie of verwering?
A
Erosie
B
Verwering

Slide 6 - Quiz

erosie
verwering

Slide 7 - Drag question

Welke letter geeft de laagvlakte aan?
A
A
B
B
C
C

Slide 8 - Quiz

Leervragen
uitleggen wat stuwwallen zijn en hoe deze ontstaan
Aan het eind van de les kan je...
Uitleggen wat N.A.P. is en welk deel van Nederland onder de zeespiegel ligt.

Slide 9 - Slide

Terugblik: Nederland is laagvlakte 

Slide 10 - Slide

De ijstijd 
  • 200.000 jaar geleden wordt het kouder
  • Noord Europa is bedekt onder een laag ijs
  • Ook de helft van Nederland

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Na de ijstijd 
  • het wordt warmer en het ijs smolt 
  • Zwerfkeien uit Scandinavië blijven liggen
  • Nederland kwam onder water te liggen

Slide 16 - Slide

  • Nederland ligt voor de helft onder water
  • NAP = Normaal Amsterdams Peil
  • Land hoger dan 1 m boven NAP noem je hoog-Nederland 
Nederland en NAP 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Hoe hoog staat jouw huis?
Ga naar de onderstaande site en voer je postcode in 
https://www.ahn.nl/hoe-hoog-woon-jij
Hoe hoog staat de school?

Slide 19 - Slide

Afsluiting

Slide 20 - Slide

Laagvlakte
Rivier stroomt hier snel 
Stenen botsen tegen elkaar en worden kleiner
Zand en klei zakken naar de bodem
Rivier stroomt hier langzaam

Slide 21 - Drag question

Wat zijn stuwwallen?
A
heuvels door landijs opgestuwd
B
landijstong
C
heuvels door water opgestuwd
D
kringen onder je ogen

Slide 22 - Quiz

Op welke foto zie je een stuwwal?
A
B
C

Slide 23 - Quiz

NAP staat voor:
A
Nieuw Amersfoorts Peil
B
Normaal Amsterdams Peil
C
Nieuw Amsterdams Peil
D
Nederlands Algemeen Peil

Slide 24 - Quiz

IJstong
Smeltwaterdal
Stuwwal

Slide 25 - Drag question

Hoog-Nederland
Laag-Nederland
15 meter boven de NAP
5 meter onder de NAP

Slide 26 - Drag question

STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Aan de slag
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 101-102-103
  • KGT: bladzijde 112-113-114

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Extra oefenen!
BK: bladzijde 107
KGT: bladzijde 118-119

Hoe? 
  • Alleen 
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Slide 27 - Slide

deel 2
7.4 De vorming van het Nederlands landschap

Slide 28 - Slide

1. Herhaling
2. Leervragen 7.4 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 29 - Slide

herhaling vorige les

Slide 30 - Slide

Laagvlakte
Rivier stroomt hier snel 
Stenen botsen tegen elkaar en worden kleiner
Zand en klei zakken naar de bodem
Rivier stroomt hier langzaam

Slide 31 - Drag question

Wat zijn stuwwallen?
A
heuvels door landijs opgestuwd
B
landijstong
C
heuvels door water opgestuwd
D
kringen onder je ogen

Slide 32 - Quiz

Op welke foto zie je een stuwwal?
A
B
C

Slide 33 - Quiz

NAP staat voor:
A
Nieuw Amersfoorts Peil
B
Normaal Amsterdams Peil
C
Nieuw Amsterdams Peil
D
Nederlands Algemeen Peil

Slide 34 - Quiz

IJstong
Smeltwaterdal
Stuwwal

Slide 35 - Drag question

Hoog-Nederland
Laag-Nederland
15 meter boven de NAP
5 meter onder de NAP

Slide 36 - Drag question

Leervragen
Benoemen hoe duinen ontstaan.
Aan het eind van de les kan je...
Het verschil benoemen tussen terpen en dijken.
Uitleggen wat een polder is.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Duinen
Na elke overstroming blijft er klei achter waar zand op waait. Hier groeit gras op

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Veen
Meren en plassen stapelen zich dode plantenresten

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Slide

Terpen
woonheuvels om droog te blijven

Slide 44 - Slide

Dijken 
verhoging om droog te blijven 

Slide 45 - Slide

Polder 
Omdijkt gebied dat door mensen gemaakt is en water is weggevoerd

Slide 46 - Slide

Afsluiting

Slide 47 - Slide

Polder

Rivier
Kanaal
Veengrond

Stuwwal
Duin
Dijk
Door mensen gemaakt
Door de natuur gemaakt

Slide 48 - Drag question

Een polder
Een stukje van een dijk
Een terpdorp

Slide 49 - Drag question

1 Na de ijstijd veranderde het lage westen van Nederland in ___________________.
 
2 Doordat op hoopjes zand gras groeide, ontstonden ___________________ langs de kust.

3 Dode plantenresten op de bodem van plassen, vormden ___________________.

4 Om minder last van overstromingen te hebben, gingen mensen op ___________________ wonen.
5 Ook legden ze ___________________ aan die het water moesten tegenhouden.
 

Sleep de woorden naar de juiste plek
moerassen
duinen
veen
terpen
dijken

Slide 50 - Drag question

Duinen
Terp
Zwerfkeien
Stuwwallen

Slide 51 - Drag question

Juist
Onjuist
Rivierdijken zijn een voorbeeld van een natuurlandschap
Duinen zijn een voorbeeld van cultuurlandschap
Stuwwallen zijn een voorbeeld van een natuurlandschap
Een polder is een voorbeeld van een natuurlandschap

Slide 52 - Drag question

Terp
Dijk
Duin
Stuwwal
door mensen gemaakte verhoging als bescherming tegen het zeewater 
door wind opgewaaide zandheuvels
heuvels die door landijs zijn ontstaan
langgerekte verhoging om water van de zee of van een rivier tegen te
 houden

Slide 53 - Drag question

1
2
3
4
5
200 000 jaar geleden werd het kouder op aarde.
De grond voor het landijs werd opzij en omhoog geduwd.
Het werd warmer en het ijs smolt.
Heuvels en grote stenen bleven achter.
Landijs schoof vanuit Scandinavië naar het noorden van Nederland.

Slide 54 - Drag question

STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Aan de slag
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 104-105-106
  • KGT: bladzijde 115-116-117

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Extra oefenen!
BK: bladzijde 110-111
KGT: bladzijde 122-123

Hoe? 
  • Alleen 
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Slide 55 - Slide