HC Zondag 10

Welkom
HC Zondag 10
1 / 36
next
Slide 1: Slide
CatechisatieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
HC Zondag 10

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide



Ga naar: 
student.lessonup.io

Slide 3 - Slide

Gods voorzienigheid

Slide 4 - Mind map

Mat. 6: 25-33
Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding?
Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven?

Slide 5 - Slide

Mat. 6: 25-33
Wie toch van u kan met bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen?
En wat bent u bezorgd over de kleding? Kijk naar de lelies in het veld, hoe ze groeien; ze werken niet en spinnen niet; en Ik zeg u dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet gekleed ging als één van deze.
Als God nu het gras op het veld, dat er vandaag is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen?

Slide 6 - Slide

Mat. 6: 25-33
Wees daarom niet bezorgd en zeg niet: Wat zullen wij eten? of: Wat zullen wij drinken? of: Waarmee zullen wij ons kleden? Want al deze dingen zoeken de heidenen. Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig hebt.
Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.

Slide 7 - Slide

Wat vindt jij het belangrijkste van wat Jezus hier tegen je zegt?

Slide 8 - Open question

Hoe zou jij aan een ongelovige uitleggen wat voor een Vader God is?

Slide 9 - Open question

Waarom zou God zo'n gedetailleerde aandacht voor jou hebben?

Slide 10 - Open question

Gods voorzienigheid, wat is dat?
A
                      B 
C

Slide 11 - Slide

Gods voorzienigheid, wat is dat?
A
B
C

Slide 12 - Quiz

Met Gods voorzienigheid wordt bedoeld
A
dat God de dingen bestuurt
B
dat God overal voor zorgt
C
dat God het goede geeft
D
dat God weet wat er gebeurt

Slide 13 - Quiz

Gods voorzienigheid =/= noodlot

Gods voorzienigheid:
Niet: God ziet van te voren wat er gaat
          gebeuren.
Wel:  God voorziet in iets, Hij zorgt.

Gods raad: Het goede plan dat God heeft
                     uitgedacht voor deze wereld

Slide 14 - Slide

Wat vind jij?

Slide 15 - Slide

Wat vind jij?

Slide 16 - Mind map

Passen de tegenslagen die God ons geeft in het leven wel bij zijn zorg en liefde voor ons?
A
Ja, daar vertrouw ik op
B
Ja, want Hij geeft daarna toch het goede
C
Nee, die komen van de duivel
D
Nee, want liefde maakt niet stuk

Slide 17 - Quiz

Jesaja 55: 8 en 9
Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten,
en uw wegen zijn niet Mijn wegen,
spreekt de HEERE.
Want zoals de hemel hoger is dan de aarde,
zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen
en Mijn gedachten dan uw gedachten.

Slide 18 - Slide

Jes. 55: 8 en 9
God bedoelt:
A
vertrouw Me maar
B
Mijn plannen zijn de beste
C
Ik ga mijn eigen gang
D
Anders, nl....

Slide 19 - Quiz

God regeert door middel van
A
natuurwetten
B
mensen
C
de duivel
D
anders, nl....

Slide 20 - Quiz

Gods regering blijkt uit
A
de overheid die voor orde zorgt
B
natuurrampen
C
de aanwezigheid van de kerk
D
anders, nl....

Slide 21 - Quiz

Ik leer uit de geschiedenis van Job
A
dat ik geen waarom-vragen moet stellen
B
dat God een spelletje met je kan spelen
C
dat God te vertrouwen is
D
anders, nl....

Slide 22 - Quiz

Alles komt van God: het gaat door zijn handen.

Twee dingen:
a. God heeft het lijden/kwaad niet bedacht.
b. Het kwaad gaat niet buiten God om.

Het loopt God nooit uit de hand

Slide 23 - Slide

God zorgt:

- grijpt in
- regeert indirect
- regeert in en door mensen
- laat toe

Slide 24 - Slide

Er zijn dingen waar God niets aan kan doen
A
eens
B
oneens

Slide 25 - Quiz

Rom. 9: 28
En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede.
Voorbeelden uit de Bijbel?

Slide 26 - Slide

Voorbeelden uit de Bijbel:

Slide 27 - Mind map

Gen. 50: 15-21

Toen de broers van Jozef zagen dat hun vader dood was, zeiden ze: Als Jozef ons haat, zal hij ons zeker al het kwaad dat wij hem aangedaan hebben, vergelden. (...) Daarna gingen ook zijn broers naar hem toe. Zij vielen voor hem neer en zeiden: Zie, wij zullen u tot slaven zijn. Jozef zei daarop tegen hen: Wees niet bevreesd, want sta ik soms op de plaats van God?

Slide 28 - Slide

Gen. 50: 15-21

Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden.

Slide 29 - Slide

Er gebeurt niets bij toeval
A
dat geeft mij troost
B
ik doe daar niets mee
C
dan is God dus de schuld
D
dat komt van de duivel

Slide 30 - Quiz

Auswitsch, enz. welke vraag zou jij stellen?
A
waar was God?
B
waar was de mens?

Slide 31 - Quiz

Geloven =/= God in alles kunnen narekenen.
Geloven   =  je in vertrouwen aan God overgeven

Slide 32 - Slide

HC Zondag 10, v/a 27

Wat verstaat u onder Gods voorzienigheid?

De almachtige en tegenwoordige kracht van God, waardoor Hij hemel en aarde, met alle schepselen, als met zijn hand in stand houdt en zó regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, eten en drinken, gezondheid en ziekte, rijkdom en armoede en alle dingen, niet bij toeval, maar uit zijn vaderhand ons ten deel vallen.

Slide 33 - Slide

HC Zondag 10, v/a 28
Waarom is het voor ons belangrijk te weten dat God alles geschapen heeft en nog door zijn voorzienigheid in stand houdt?

Om in alle tegenspoed geduldig, in voorspoed dankbaar te zijn en voor de toekomst dit vaste vertrouwen te hebben in onze trouwe God en Vader, dat geen schepsel ons van zijn liefde scheiden zal. Want alle schepselen zijn zo in zijn hand, dat zij zich tegen zijn wil niet roeren of bewegen kunnen.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Contact:

Slide 36 - Slide