8.4 Sociaal gedrag

Vandaag
-Huiswerkcheck
-terugblik
-uitleg bs 4
- samen inoefenen
- zelfstandig werken
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vandaag
-Huiswerkcheck
-terugblik
-uitleg bs 4
- samen inoefenen
- zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Sociaal gedrag
=gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar.
Signalen van het ene individu zijn prikkels voor een ander individu. 
Signalen worden ook wel handelingen genoemd.

Slide 2 - Slide

Voordelen sociaal gedrag
De voordelen van het leven in groepen zijn:
  • verkleint de kans op predatie of maakt het jagen makkelijker
  • vergroot de kans op vinden van een partner (voortplanting)
  • vergroot de kans op grootbrengen jongen (voortplanting)
  • belangrijke vaardigheden leren van elkaar (imitatie)

Slide 3 - Slide

Vormen van sociaal gedrag
  • Samenlevingsvorm
  • Voortplantingsgedrag (balts/bronst)
  • Territoriumgedrag
  • Conflictgedrag  
  • Rangorde

Slide 4 - Slide

Balts en bronst
- opvallend en trekt daardoor partners aan
- vergroot de bereidheid tot paren
- paarband versterken


Slide 5 - Slide

* Territoriumgedrag en conflictgedrag.
  • Dreiggedrag: bevat kenmerken van aanvals- en vluchtgedrag.
  • Aanvalsgedrag
  • Vluchtgedrag
  • Imponeergedrag: dier maakt zich groot en indrukwekkend.
  • Overspronggedrag: niet logisch lijkend gedrag in een situatie.

Slide 6 - Slide

Rangorde 
  • Conflicten voorkomen 
  • --> Dreig- en imponeergedrag
  • --> Verzoeningsgedrag 

  • filmpje

Slide 7 - Slide

Welke is aangeleerd gedrag?
A
Alleen plaatje 1
B
Alleen plaatje 2
C
Geen van beide plaatjes
D
Allebei de plaatjes

Slide 8 - Quiz

Wat is een voorbeeld van aangeboren gedrag?
A
Een kind strikt de schoenveters nadat zijn ouders hem dat opdragen
B
Een konijn duikt zijn holletje in bij het zien van een vos
C
Een pasgeboren vogeltje opent zijn bek om aan te geven honger te hebben
D
Een man zwaait naar de buurvrouw die langsloopt

Slide 9 - Quiz

gapen in de baarmoeder
A
aangeleerd
B
aangeboren

Slide 10 - Quiz

Wat is conditionering ?
A
een reactie op een prikkel wordt bij herhaling van prikkel afgeleerd
B
gedrag dat door beloning of straf wordt aangeleerd
C
een leerproces dat alleen in een bepaalde korte periode kan plaatst vinden

Slide 11 - Quiz

Wat is een voorbeeld van aangeboren gedrag
A
Een hond komt terug wanneer je hem roept
B
Kunnen schrijven
C
Een baby huilt wanneer hij honger heeft
D
Als de bel gaat pakken jullie je spullen in

Slide 12 - Quiz

Is het gedrag aangeleerd door imitatie, gewenning, trial-and-error of is het aangeboren?

slikken
A
imitatie
B
gewenning
C
trial-and-error
D
aangeboren

Slide 13 - Quiz

Dit is een voorbeeld van..
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
omgericht gedrag

Slide 14 - Quiz

Territorium - Territoriumgedrag
Wat is NIET waar?

A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag

Slide 15 - Quiz

Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken.

Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?
A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag
D
ambivalent gedrag

Slide 16 - Quiz

Hoe heet het gedrag wat je vertoont (naar een organisme in een hogere orde) om een conflict te vermijden
A
overgeefgedrag
B
imponeergesdrag
C
statengedrag
D
verzoeningsgedrag

Slide 17 - Quiz

Bij veel dieren die in groepen leven is er sprake van een rangorde. Wat is een rangorde?
A
De volgorde van dieren van oud naar jong
B
De volgorde waarin dieren mogen eten
C
Het oudste dier is de baas
D
Ieder dier kent zijn plaats

Slide 18 - Quiz

Bas heeft zijn 4 kippen geobserveerd om te kijken wie elkaar pikt. Zijn resultaten:
*kip 1 pikt kip 4
*kip 2 pikt kippen 1, 3 en 4
*kip 3 pikt kip 1 en 4
Wat is de rangorde in de ze groep?

A
kip 2 staat boven aan de rangorde, kip 4 onderaan
B
kip 4 staat boven aan de rangorde, kip 2 onderaan
C
de volgorde in rangorde is kip 3, 4, 2 en als laatste 1
D
de volgorde in rangorde is kip 2, 4,3 en als laatste 1

Slide 19 - Quiz

Twee wilde honden vechten om een stuk vlees. Is hier sprake van sociaal gedrag?
A
Nee, vechten is niet sociaal.
B
Nee, sociaal gedrag vindt plaats tussen soortgenoten.
C
Ja, sociaal gedrag vindt plaats tussen soortgenoten.
D
Ja, sociaal gedrag is ook een vorm van gedrag.

Slide 20 - Quiz

Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken.

Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?
A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag
D
ambivalent gedrag

Slide 21 - Quiz

Door welke twee zaken wordt gedrag bepaald?

Slide 22 - Open question

Hoe noem je leren tijdens een korte (gevoelige) periode?
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering

Slide 23 - Quiz

Hoe noem je leren door gedrag te belonen en/of te straffen?
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering

Slide 24 - Quiz

Bij welk leerproces leer je mens of dier niet te reageren op een bepaalde prikkel? Of juist wel!
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering

Slide 25 - Quiz

Hoe wordt het leerproces trial and error ook wel genoemd?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Paringsgedrag
Paringsgedrag: gedrag dat voorafgaat aan de voortplanting.
Verzorgingsgedrag: relatief groot hoofdje en ogen, wipneusje, bolle wangen --> verzorgen van het kind. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Gedrag van dieren die niet in het wild leven

- ijsberen, heen en weer langs tralies lopen
- varkens die elkaars staarten afbijten

Slide 31 - Slide

Samen inoefenen/huiswerk
We maken samen opdracht 

Zelfstandig werken: opdracht 1t/m 7
Dit is ook het huiswerk

Klaar kijk na met een nakijkboekje
Pak je leesboek of ga rustig iets voor jezelf doen

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video