Een kind strikt de schoenveters nadat zijn ouders hem dat opdragen
B
Een konijn duikt zijn holletje in bij het zien van een vos
C
Een pasgeboren vogeltje opent zijn bek om aan te geven honger te hebben
D
Een man zwaait naar de buurvrouw die langsloopt
Slide 9 - Quiz
gapen in de baarmoeder
A
aangeleerd
B
aangeboren
Slide 10 - Quiz
Wat is conditionering ?
A
een reactie op een prikkel wordt bij herhaling van prikkel afgeleerd
B
gedrag dat door beloning of straf wordt aangeleerd
C
een leerproces dat alleen in een bepaalde korte periode kan plaatst vinden
Slide 11 - Quiz
Wat is een voorbeeld van aangeboren gedrag
A
Een hond komt terug wanneer je hem roept
B
Kunnen schrijven
C
Een baby huilt wanneer hij honger heeft
D
Als de bel gaat pakken jullie je spullen in
Slide 12 - Quiz
Is het gedrag aangeleerd door imitatie, gewenning, trial-and-error of is het aangeboren?
slikken
A
imitatie
B
gewenning
C
trial-and-error
D
aangeboren
Slide 13 - Quiz
Dit is een voorbeeld van..
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
omgericht gedrag
Slide 14 - Quiz
Territorium - Territoriumgedrag Wat is NIET waar?
A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag
Slide 15 - Quiz
Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken. Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?
A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag
D
ambivalent gedrag
Slide 16 - Quiz
Hoe heet het gedrag wat je vertoont (naar een organisme in een hogere orde) om een conflict te vermijden
A
overgeefgedrag
B
imponeergesdrag
C
statengedrag
D
verzoeningsgedrag
Slide 17 - Quiz
Bij veel dieren die in groepen leven is er sprake van een rangorde. Wat is een rangorde?
A
De volgorde van dieren van oud naar jong
B
De volgorde waarin dieren mogen eten
C
Het oudste dier is de baas
D
Ieder dier kent zijn plaats
Slide 18 - Quiz
Bas heeft zijn 4 kippen geobserveerd om te kijken wie elkaar pikt. Zijn resultaten: *kip 1 pikt kip 4 *kip 2 pikt kippen 1, 3 en 4 *kip 3 pikt kip 1 en 4 Wat is de rangorde in de ze groep?
A
kip 2 staat boven aan de rangorde, kip 4 onderaan
B
kip 4 staat boven aan de rangorde, kip 2 onderaan
C
de volgorde in rangorde is
kip 3, 4, 2 en als laatste 1
D
de volgorde in rangorde is
kip 2, 4,3 en als laatste 1
Slide 19 - Quiz
Twee wilde honden vechten om een stuk vlees. Is hier sprake van sociaal gedrag?
A
Nee, vechten is niet sociaal.
B
Nee, sociaal gedrag vindt plaats tussen soortgenoten.
C
Ja, sociaal gedrag vindt plaats tussen soortgenoten.
D
Ja, sociaal gedrag is ook een vorm van gedrag.
Slide 20 - Quiz
Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken. Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?
A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag
D
ambivalent gedrag
Slide 21 - Quiz
Door welke twee zaken wordt gedrag bepaald?
Slide 22 - Open question
Hoe noem je leren tijdens een korte (gevoelige) periode?
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering
Slide 23 - Quiz
Hoe noem je leren door gedrag te belonen en/of te straffen?
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering
Slide 24 - Quiz
Bij welk leerproces leer je mens of dier niet te reageren op een bepaalde prikkel? Of juist wel!
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering
Slide 25 - Quiz
Hoe wordt het leerproces trial and error ook wel genoemd?
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Video
Slide 28 - Video
Paringsgedrag
Paringsgedrag: gedrag dat voorafgaat aan de voortplanting.