3v H1.4: Europa: winnaars en verliezers

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

1.4 Europa winnaars en verliezers

Leerdoelen

• Je weet de oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen voor de de-industrialisatie van het Ruhrgebied.
  
• Je begrijpt waarom Zuid-Duitsland een rolmodel is voor succesvolle maakindustrie in een rijk land.
  
• Je kunt het verband tussen de-industrialisatie, herstructurering en kenniseconomie uitleggen.

In welke delen van Europa liggen de meest welvarende landen?

1. Noorden+Oosten
2. Zuiden+Oosten
3. Oosten+Westen
4. Westen+Noorden

Welke industriegebieden in Europa komen na 1990 in de problemen?

1. high tech industrie
2. arbeidsintensieve industrie
3. zware industrie
4. agrarische industrie

Deze industrieën vertrekken naar lagelonenlanden. Hierdoor is er sprake van

1. global shift
2. de-industrialisatie
3. de-agrarisatie
4. agglomeratievoordeel

Arbeidsintensief:

Lonen van werknemers zijn duurste kostenpost. (Denk bijvoorbeeld aan de kledingindustrie)

Kapitaalintensief:

Machines en gebouwen zijn de duurste kostenpost. (Denk bijvoorbeeld aan tech of auto bedrijven)

Ruhrgebied

Hier was:

• vooral zware industrie (Staal, ijzer en steenkool)
• concurrentie lagelonenlanden >>> de-industrialisatie

Het omvormen van de economie (bijv. van industrieel naar diensten) noemen we: Herstructurering

www.facebook.com

Auto-industrie in Duitsland

Tot 1.35 min. 

Het volgende filmpje geeft je een samenvatting van de paragraaf. Bekijk hem of ga aan de slag met de opdrachten: 

paragraaf 1.4 opdracht 1, 2, 4, 5