CSE SPAANS TIPS y práctica

¡Hola y bienvenidos!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

¡Hola y bienvenidos!

Slide 1 - Slide

Algemene tips:
  • Je mag op je opgaven en in de teksten schrijven/markeren. Doe dit! Het helpt je om gerichter te lezen.

  • Je hebt ongeveer 3 minuten per punt.

  • Je hoeft het examen niet in chronologische volgorde te maken. Begin met de teksten die je het meeste aanspreken/ waar je de meeste punten verwacht te halen. Zorg er wel voor dat je alles (bij de juiste vraagnummers) invult.

  • Wees zuinig met woorden opzoeken in het woordenboek. Schrijf de woorden die je opzoekt op in de kantlijn.

  • Zorg dat je in ieder geval altijd titels, ondertitels en tussenkopjes begrijpt. Hetzelfde geldt voor de vragen + antwoordmogelijkheden.


Slide 2 - Slide

OBSERVACIONES GENERALES 1

  • 150 minuten > 3 minuten p/vraag
  • Open vraag  In het Nederlands beantwoorden!
                    - 2 punten: 2 aspecten
                    - wat/waarom? achterliggende gedachte!
  • Geef exact aantal voorbeelden dat gevraagd wordt
  • Examen is opgebouwd in moeilijkheidsgraad
  • Sla je tekst (toch) over? Altijd controleren of je overal antwoord hebt ingevuld!

Slide 3 - Slide

OBSERVACIONES GENERALES 2

Woordenboek alleen als ‘t ECHT nodig is!
Bij multiple-choice woorden let op: zij staan in alfabetische volgorde zodat je makkelijker kan zoeken. Voorbeeld:
                    ¿Qué palabra falta en la línea 48?
                          A adaptarse
                          B engañar
                          C escapar
                          D limitarse

Slide 4 - Slide

TIPOS DE TEXTOS

  • Artículos de fondo (Achtergrondartikel)
  • Carta al director (Brief naar de redactie)
  • Entrevistas (Interviews)
  • Texto con huecos / opción múltiple (Gatentekst /meerkeuze-invul)
  • Texto largo con una pregunta  (Lange tekst met 1 vraag)  
  • Texto para escanear (scannen)
  • Textos cortos / folletos, etc. (Korte teksten / brochures, enz.)


Slide 5 - Slide

TIPOS DE PREGUNTAS

  • Gesloten vragen (abcd/gaten)
  • Open vragen (Nederlands).
  • Open vragen die behoorlijk gesloten zijn (juist/onjuist; cijfers/letters).
  • Open vragen: Zo ja/zo nee.
  • Precies het aantal voorbeelden geven dat gevraagd wordt (nooit meer!)
  • Antwoord in het Nederlands


Slide 6 - Slide

¿QUÉ QUIERE EL CITO?

  • 1. GROTE LIJN zien in het verhaal
  • 2. SIGNAALWOORDEN
                       a. zien (en dus herkennen)
                       b. analyseren (weten wat de functie van zo’n signaalwoord is)
  • 3. EXPERTS. Bij interviews meningen van deze mensen snappen en weergeven
  • 4. VOORBEELDEN herkennen en weergeven
  • 5. SCANNEN van een tekst met maar één of twee vragen

Slide 7 - Slide

COMENTARIOS PRÁCTICOS

  • Denk goed na: WEL/  NIET eerst de gehele tekst lezen?
  • Denk goed na: WEL/ NIET voor het lezen van de tekst naar de vraag kijken?
  • TIPS: 
1. Lees de vraag eerst zonder de opties. 
2. Lees daarna de tekst en denk hoe je de vraag zou beantwoorden. 
3. Kies het antwoord (bij multiple-choice).
4. Zoek VISUEEL herkenbare woorden (¨ ¨, schuingedrukt, enz.)

Slide 8 - Slide

Correctievoorschrift
3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het beoordelingsmodel;

3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel;

3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld;

3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal;

3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven;

Slide 9 - Slide

Vakspecifieke regels
1 Open vragen dienen in het Nederlands beantwoord te worden, tenzij uit de vraagstelling blijkt dat het antwoord in de vreemde taal mag of moet staan. Indien toch de vreemde taal is gebruikt, worden aan het antwoord 0 scorepunten toegekend.

2 Met taalfouten wordt in de beoordeling geen rekening gehouden.

Slide 10 - Slide

¿Cuál es un sinónimo de imprescindible?
A
inteligente
B
importante/necesario
C
estúpido
D
hermoso

Slide 11 - Quiz

¿Qué conector cabe (past) en la oración/frase?
La policía detuvo (del verbo detener) al conductor _______ estaba borracho (dronken).
A
porque
B
como
C
además
D
aunque

Slide 12 - Quiz

Elige el conector correcto:
El conductor no había bebido nada, ______________ la policía lo llevó a la comisaría.
A
es decir
B
por eso
C
sin embargo
D
por culpa de

Slide 13 - Quiz

¡Vamos a leer!
https://eindexamensite.nl/join_class?group_code=UJWME

Haz el examen: relevante informatie

tres minutos por pregunta

Slide 14 - Slide