Mindset + leerdoelen stellen (SMART) --> ML 09-05-2025)

Mindset 
+ leerdoelen
  • Check in
  • Mindset
  • Leerdoelen 


1 / 28
next
Slide 1: Slide
MentorlesMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Mindset 
+ leerdoelen
  • Check in
  • Mindset
  • Leerdoelen 


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Lesprogramma
  • zelfstandig starten
  • class dojo: mindset
  • evaluatie. H. 6 (toets)
  • start H. 7 
  • lesdoel
  • instructie par. 7.1
  • aan de slag
  • evaluatie

Slide 3 - Slide

Fixed of growth mindset
Ben je het zeer oneens, oneens, eens of zeer eens met de volgende stellingen?

Er is geen goed of fout.

Slide 4 - Slide

Aan je intelligentie kan je weinig veranderen
A
zeer mee oneens
B
oneens
C
eens
D
Zeer eens

Slide 5 - Quiz

Je kunt altijd veranderen hoe intelligent je bent
A
zeer mee oneens
B
oneens
C
eens
D
Zeer eens

Slide 6 - Quiz

Je bent een bepaald type persoon waar je weinig aan kunt veranderen
A
zeer mee oneens
B
oneens
C
eens
D
Zeer eens

Slide 7 - Quiz

Sleepvraag
Sleep de juiste woorden op de juiste plek.

Slide 8 - Slide

Er zijn leerlingen met een vaste ofwel .......................... mindset en leerlingen met een groei ofwel ........................... mindset. 

Leerlingen met een fixed mindset zien .................................... als .................................. dat ze dom zijn.  

Leerlingen met een growth mindset zien ................................... als een ................................. van leren.

Leerlingen met een fixed mindset geloven dat hun ..................................... onveranderbaar is.  

Leerlingen met een growth mindset geloven dat ze............................................ slimmer kunnen worden.

Wanneer leerlingen een fixed mindset .................................., dan hebben zij de neiging om ................................... of........................... de schuld hiervan te geven.

Leerlingen met een ............................. mindset geloven dat ...................................... helpt om ergens beter in te worden.


fixed
fouten maken
bewijs
intelligentie
door hard te werken
iemand
fouten
fouten
iets
growth
onderdeel
growth
hard werken

Slide 9 - Drag question

Growth of fixed mindset?
Lees de stellingen en bepaal of deze om een growth of een fixed mindset gaat. 

Slide 10 - Slide

"Ik ben niet slim genoeg om die vraag te beantwoorden."
A
fixed mindset
B
growth mindset

Slide 11 - Quiz

"Deze stof is pittig; ik zal hard moeten werken om bij te blijven."
A
fixed mindset
B
growth mindset

Slide 12 - Quiz

"Ik had die vraag fout; wat ben ik dom."
A
fixed mindset
B
growth mindset

Slide 13 - Quiz

"Ik heb de toets niet gehaald; ik ga om hulp vragen en hard mijn best doen."
A
fixed mindset
B
growth mindset

Slide 14 - Quiz

"Wat is dit lastig; ik ga mijn klasgenoten afleiden omdat ik dit niet snap."
A
fixed mindset
B
growth mindset

Slide 15 - Quiz

"Deze stof is pittig; ik ga hard werken om het te snappen."
A
fixed mindset
B
growth mindset

Slide 16 - Quiz

Omdenken

Slide 17 - Slide

Omdenken

Slide 18 - Slide


Wat voor mindset heb jij op school?

Slide 19 - Open question

sport/bijbaan/hobby
Maak de zin af. Ik heb een fixed/growth mindset, omdat....

Slide 20 - Open question

Welke tip geef jij jezelf?

Slide 21 - Open question

Doelen stellen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

SMART staat voor:
Specifiek: het is voor iedereen duidelijk waar het om gaat en welk
    resultaat jij wilt bereiken.
Meetbaar: je kunt controleren of je het hebt behaald.
Acceptabel / aantrekkelijk: ben je gemotiveerd genoeg?
Realistisch: je moet niet de hele wereld in één keer willen veranderen.
    Zorg ervoor dat je voor jezelf  haalbare stapjes bedenkt.
Tijdgebonden: het leerresultaat moet haalbaar zijn binnen een
    bepaalde tijd, bijvoorbeeld voor de zomervakantie. 

Slide 24 - Slide

 Leerdoel en leerresultaat
1)  Wat is / zijn je leerdoel(en)?

2) Wat zou het bereiken van dit leerdoel je opleveren?


Slide 25 - Slide

Je leerdoel formuleren
    Een leerdoel is altijd zo geformuleerd alsof je het al bereikt hebt.
a. Een leerdoel begint altijd met: Ik
b. Daarna komt er een 'doe' of 'meet' woord achter: weet, maak, kan, ken, durf, pas toe, heb
     inzicht in, etc.
c. Vervolgens het gedeelte benoemen wat je wilt leren: het eigenlijke doel (de vaardigheid in
     meetbare  termen).  Gebruik alleen concrete woorden (hoe ga je dat doen?)

Niet: Ik ga beter leren voor biologie.
Wel: Ik ga op (datum en eventueel tijdstip) drie keer hoofdstuk 3 bestuderen.
Wel: Ik maak elke week mijn huiswerk voor wiskunde.

Slide 26 - Slide

Portfolio
Formuleer nu aan de hand van het stappenplan je leerdoel(en) voor de komende periode. 

Zet deze in je portfolio (Magister)

- Terugblik periode 3; welke doelen wel / niet behaald?
- Doelen periode 4: SMART geformuleerd


Slide 27 - Slide

Formuleer nu aan de hand van het stappenplan je leerdoel voor de komende periode.

Slide 28 - Open question