Klas 2 - Lichaamsdelen/avoir mal à/ww-re/il faut

Chez le docteur - chapitre 4
Les parties du corps
Avoir mal à
Verbes -re 
Il faut
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Chez le docteur - chapitre 4
Les parties du corps
Avoir mal à
Verbes -re 
Il faut

Slide 1 - Slide

Noem zoveel mogelijk Franse lichaamsdelen met hun lidwoord.

Slide 2 - Open question

Hoe zeg je 'Ik heb pijn aan' in het Frans?

Slide 3 - Open question

Maak een zelf een zin in het Frans.
'Ik heb pijn aan + lichaamsdeel'

Slide 4 - Open question

Pak de pages jaunes chapitre 4 erbij. Welke regelmatige werkwoorden op -re zie daar staan?

Slide 5 - Open question

Regelmatige werkwoorden
Regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re. ​
-er: manger, nager, regarder, ecouter etc. ​
 –ir:  Finir, choisir, rougir, réussir 
Nu de laatste categorie: -re
Voorbeelden: 
Perdre = verliezen | vendre = verkopen
Attendre = wachten op | etendre = horen
Rendre = teruggeven

Slide 6 - Slide

Je
Tu
Il/Elle/On
Nous
Vous
Ils/Elles
perds
perds
perd
perdons
perdez
perdent

Slide 7 - Drag question

Je
Tu
Il/Elle/On
Nous
Vous
Ils/Elles
as attendu
ai entendu
a rendu
avons vendu
avez vendu
ont perdu

Slide 8 - Drag question

Il faut
il faut + hele werkwoord ​
     Par exemple:​
il faut faire des exercices! – je moet oefeningen doen!​
il faut écouter! – jullie moeten luisteren!​
Il faut aller au docteur! - je moet naar de dokter gaan!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video