Maatwerk Havo2 (s06)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour & bienvenue!

Bonjour & bienvenue!

vendredi 3 février 2023

This video is no longer available

Welke video was dit?

Les objectifs

Aan het einde van de les...

• H2: ww op RE
• Quiz

Les verbes en RE au présent.

De tegenwoordige tijd van de werkwoorden op -re.

les verbes -re

Wat zijn de juiste uitgangen présent bij ww. op RE

1. e, e, es, ons, ez, ont
2. s, s, d, ons, ez, ent
3. is, is, it, ssons, ssez, ssent
4. s, s, niks, ons, ez, ent

werkwoorden op -re in de présent
Tu.............(vendre)

1. vends
2. vende
3. vend
4. vendes

werkwoorden op -RE / present
Paula.............(rendre)

1. rends
2. rende
3. rend
4. rendez

werkwoorden op -re in de présent
Ils .............(perdre)

1. perds
2. perdent
3. perd
4. perdez

Regelmatig ww op -re.

Nous ___ nos vêtements

1. vend
2. vends
3. vendent
4. vendons

Regelmatige werkwoorden 

op -re

Je

Tu

Il

Nous

Vous

Ils

s

s

-

ONS

EZ

ENT

le présent

       -RE

je vend

tu vend

on vend

nous vend

vous vend

elles vend

s

ons

ez

ent

Welke uitgangen horen bij welke groep werkwoorden?

-ER

-RE

-ER

-RE

-e

-es

-e

-ons

-ez

-ent

-s

-s

- -

-ons

-ez

-ent

werkwoorden op -re in de présent
j´... (entendre)

Werkwoorden op -re - passé composé

hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord.

haal 're' van het werkwoord af. 

Plak er dan een 'u' achteraan.

Perdre                      -> Perd                    ->perdu 

Il a perdu son portable.

wat gebeurt er bij werkwoorden met re in de passé composé?

1. re wordt i
2. re wordt é
3. er gebeurt niks
4. re wordt u

welk werkwoord dat eindigt op -re wordt vervoegd met être in de passé composé?

1. attendre
2. descendre

Werkwoorden -re
ils (perdre) - P.C.

Werkwoorden -re
ils (descendre) - P.C.

Au travail!

• Ga naar Verbuga.eu en oefen met het werkwoord de ww op RE  (attendre-descendre-rendre) (3de rij): 
• présent 
• passé composé

DEVOIR betekent:

1. huiswerk maken
2. kunnen
3. willen
4. moeten

Het werkwoord devoir = moeten

présent = ik moet

passé composé = ik heb gemoeten (wij zeggen meestal moeten ipv gemoeten)

imparfait = ik moest

futur = ik zal moeten

* il faut = je moet, men moet, het moet

hij heeft (ge)moeten

1. présent
2. imparfait
3. passé composé
4. futur

zij moeten

1. ils/elles devent
2. ils/elles doit
3. ils/elles devons
4. ils/elles doivent

Wat is 'wij moeten'?

1. vous devez
2. nous devons
3. nous devions
4. vous deviez

u zal moeten springen =

1. vous devrez voler
2. vous devez sauter
3. vous deviez le saut
4. vous devrez sauter

Jullie moesten

1. Vous devrez
2. Vous deviez
3. Vous devriez
4. Vous devaiez

zij zal moeten

1. elles devront
2. elle devra
3. elle devont
4. elle deva

j' ... faire mes devoirs. devoir / passé composé

1. ai devu
2. ai dû
3. ai devoiré

Andere mogelijkheid...

Il faut+infinitif = Je moet/ men moet/ we moeten + hele ww

il faut finir le travail = we moeten het werk afmaken!

Il faut être à l'heure = we moeten op tijd zijn!

Vertaal: il faut

1. wij moeten
2. ik moet
3. jij moet
4. zij moeten

Vertaal op twee manieren:
Jij moet kijken.

Au travail!

• Ga naar Verbuga.eu en oefen met het werkwoord moeten/devoir (3de rij): 
• présent 
• passé composé
• imparfait
• futur

Hoe heet de Eiffeltoren in het Frans

1. La Tour Eiffel
2. La Tour d'Eiffel
3. Le Tour Eiffel
4. Le Eiffeltour

Waar hangt dit beroemde schilderij?

1. Notre Dame
2. Louvre
3. Musée d'Orsay
4. Arc de Triomph

Hoe heet deze Parijse voetbalclub ?

1. Paris Saint-Michel
2. Paris Saint-Germain
3. Paris Stade de France
4. Paris Germain

Wat is de nationaliteit van de zanger Kenny B ?

1. Surinaams
2. Nederlands
3. Surinaams-Nederlands
4. Frans

hoe heet dit hoofddeksel

1. een steek
2. een Franse toeter
3. een baret
4. een moustache

Wat is de Franse naam van dit stripfiguur ?

1. Tintin
2. Kuifje
3. Martin
4. Gaston

Merci et bon week-end!

 Dank voor je aandacht en fijn weekend!