SOVA workshop 1

H5 Communicatieve vaardigheden
SOVA
1 / 20
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

H5 Communicatieve vaardigheden
SOVA

Slide 1 - Slide

SOVA: 3x 2 workshops (=100 minuten)
Sociale Vaardigheden

1e workshop: informatie
2e workshop: informatie en starten
met de eindopdracht
3e workshop: presenteren 

Opdracht communiceren
vind je in Teams SOVA (cohort 2021)
onder bestanden / lesmateriaal


Slide 2 - Slide

SOVA: 3x 2 workshops (=100 minuten)
Sociale Vaardigheden

De eindbeoordeling bestaat uit 2 delen en
bepaalt of je hebt Voldaan of Niet Voldaan.
1. Actief aanwezig zijn tijdens de workshops
   (3x2 uren)

2. Voorbereiden en uitvoeren van het 
    rollenspel, tijdens de 3e workshop


Slide 3 - Slide

Opwarmer
1. Wat is volgens jou de definitie van communicatie?
2. Wanneer beginnen we met communiceren?
3. Wat moet je kunnen om goed te communiceren?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Het communicatieproces
Communicatie is het uitwisselen van informatie (boodschap) tussen
zender en ontvanger.
Zender --> -->boodschap--> -->Ontvanger


Slide 6 - Slide

Communicatievormen
Communicatievormen
Verbale communicatie                           Non verbale communicatie
* mondeling                                                 * houding
* schriftelijk                                                   * gebaren
                                                                         * mimiek 
                                                                         * uiterlijk / kleding
                                                                         * intonatie


opdracht 6.01                                                opdracht in de klas

Slide 7 - Slide

Bedenk er zelf voorbeelden bij

* eenzijdige communicatie:

* tweezijdige communicatie:

* meerzijdige communicatie:


Opdracht in de klas

Slide 8 - Slide

Eenzijdige communicatie is communicatie die maar één richting uit gaat. Je kunt als ontvanger geen boodschap terug zenden. De zender zendt de boodschap naar de ontvanger of ontvangers en verwacht geen directe reactie. De ontvanger ontvangt de boodschap en zendt geen boodschap terug. Een voorbeeld van eenzijdige communicatie is informatie die je via radio en tv binnenkrijgt. 

Slide 9 - Slide

Bij tweezijdige informatie worden er boodschappen uitgewisseld tussen twee of meer personen, waarbij ieder afwisselend zender of ontvanger kan zijn. De informatie gaan dan van zender naar ontvanger en de ontvanger zendt vervolgens ook weer informatie uit. 

Slide 10 - Slide

Bij meerzijdige communicatie is er sprake van communicatie die meer dan twee richtingen uitgaat. Er is niet alleen communicatie russen de zender en de ontvanger, maar ook tussen de personen onderling. Dit zie je bijvoorbeeld in een vergadering. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Afstemmen van de boodschap              opdracht 6.02
Coderen:

* Dit doet de zender
* Je stemt je boodschap af op de ander
* Dit doe je zowel verbaal als non-verbaal
* Je pakt je boodschap in op een bepaalde manier, zodat de ander het begrijpt
Decoderen:

* Dit doet de ontvanger
* Je probeert de boodschap te ontvangen, zoals de zender het bedoeld heeft.
* Je zet de woorden/gebaren/ lichaamstaal om in betekenis.
* Je pakt de boodschap uit

Slide 13 - Slide

Waarom gaat het soms toch mis?
* De zender houdt informatie achter.
* De relatie zender/ontvanger speelt een rol.
* Je humeur heeft invloed op hoe je de boodschap codeert of decodeert.
* De keuze van het communicatiemiddel (medium) is belangrijk.
* De situatie is van belang (tijd/plaats/ omstandigheden)
* Je referentiekader (waarden en normen) bepaalt hoe je communiceert.
* Er kan ruis optreden

Slide 14 - Slide

Ruis??

* de communicatie wordt verstoord
* alles wat afleidt van de optimale communicatie noemen we ruis
* het kan zowel bij de zender als de ontvanger optreden

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

2 soorten ruis
Interne ruis:

* Er is storing binnen het communicatieproces

Bijv: je verstaat het niet / andere taal / humor
Externe ruis:

* Er is storing buiten het communicatieproces

Bijv: lawaai van buiten/ er komt iemand binnen tijdens de les
Bedenk voorbeelden van ruis uit je eigen leven

Slide 17 - Slide

Actief luisteren
* Wat betekent 'actief luisteren'?
* Wanneer heb je het gevoel dat er naar je geluisterd wordt?
* Hoe laat je zelf merken dat je luistert?

Slide 18 - Slide

Actief luisteren
* Denk aan je houding
* Maak oogcontact
* Geef korte aanmoedigingen (hummen/knikken/gebaren)
* Wees empathisch
* Vraag door en vat samen
* Accepteer de mening en gevoelens van de ander



Opdracht in de klas

Slide 19 - Slide

Volgende les
* Kort herhalen
* instructie over vragen stellen en samenvatten
* uitleg opdracht
* voorbereiden opdracht

Slide 20 - Slide