Voorbereidingsles Katoendruk

1 / 46
next
Slide 1: Slide
HandvaardigheidGeschiedenis+1BasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 46 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Opwarmquiz
Wat heb jij aan vandaag?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ga staan als je een spijkerbroek aan hebt.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Ga staan als je kleding met strepen aan hebt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Ga staan als je kleding met bloemen aan hebt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ga staan als je kleding met sterren aan hebt.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ga staan als je kleding met een dierenprint aan hebt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ga staan als je kleding met letters erop aan hebt.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waarom zijn jouw kleren versierd met patronen van strepen, dierenvacht, bloemen, sterren of letters?

Slide 9 - Slide

Laat de kinderen dit formuleren. 
(Mooi, mode, vrolijk, stoer, chique etc.)
En leg uit dat mensen ongeacht tijd of plaats hun kleding versierden. 

Dit wordt geïllustreerd met de volgende slides: kleding uit verschillende landen en kleding uit verschillende tijden.
IJsmotieven uit Noordwegen.
Traditionele Japanse bloempatronen.
Patronen uit Peru.
Indonesiche printjes.

Slide 10 - Slide

Je mooi aankleden en je kleding versieren doen mensen in alle landen en culturen.
Ötzi de ijsmummie
Dierenvelletjes van ongeveer 5000 jaar geleden.
Reconstructie in Zuid Tiroler Archeologiemuseum, Bolzano, Italië.
Vrouwenjakje uit 1750. Sits met blockprints bedrukt.
Rijksmuseum.
Japon uit 1923. Tekening Rijksmuseum.
Trouwjapon uit 1759. 2 meter breed, met een geborduurd bloempatroon.
Rijksmuseum
Middeleeuwse kleding, geschilderd door de Gebroeders Van Limburg rond 1410.
Museé Condé, Chantilly, Frankrijk.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

2. Kijkquiz
Patronen voorspellen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is een patroon?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Het woord patroon heeft meerdere betekenissen. Als het gaat over vormen dan is dit de betekenis, (in het groene rechthoek).




Een patroon op stof bestaat uit deeltjes die steeds weer herhaald worden.

Als je goed kijkt kun je het patroon voorspellen....

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wijs het deel aan dat steeds herhaald wordt.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

Industrieel vervaardigde stof, stofwinkel Sikkens.
Kun jij het patroon voorspellen?

Slide 18 - Slide

Kijk met de leerlingen naar het patroon. 

Vraag hoe ze denken dat het patroon verder gaat aan de zijkanten en/of boven en onderkant.

Laat ze onder woorden brengen waarom ze dat denken.

Help ze met benoemen en gebruik de termen: volgorde, afstand, richting, om-en-om, tussenruimte. 

Bekijk daarna de tweede foto, waarop je kunt zien hoe het patroon verder gaat. 

Slide 19 - Slide

Welke kleur komt er aan de bovenkant?
Welke kleur komt er aan de onderkant?

De volgorde van de gekleurde strepen is steeds hetzelfde.

Slide 20 - Slide

T-shirt, collectie King Louie.

Slide 21 - Slide

Hoe gaat het patroon verder aan de boven kant?
Hoe gaat het patroon verder aan de zijkant?

Het middelste patroon is symmetrisch. Je kunt het spiegelen.
Waar is de spiegellijn?

Slide 22 - Slide

Industrieel vervaardigde stof, stofwinkel Sikkens.

Slide 23 - Slide

Zie je herhaling in dit patroon, en waar?

Hoe gaat het verder?
Waar komt weer een plukje gele bloemetjes?

Slide 24 - Slide

Industrieel vervaardigde stof, stofwinkel Sikkens.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

Sits Collectie Rijksmuseum.

Slide 27 - Slide

Deze stof is met de hand bedrukt. 
Dat kun je zien, omdat het niet overal precies hetzelfde is.

Hoe gaat dit patroon verder?

Er ontstaat een patroon door het gebruik van:
dezelfde vorm
in dezelfde richting
met daartussen dezelfde afstand.

Slide 28 - Slide

Placemat zeefdruk Karen Visser.
Vroeger werden patronen met kwasten op stof geschilderd. 
Een snelle manier om patronen op stof te maken, is houten stempels gebruiken. 
Deze stempels noemen we drukblokken.

Slide 29 - Slide

De vlinder is en voorbeeld van zo'n drukblok.
Met 1 drukblok kun je veel verschillende patronen maken.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

Zie je de variatie in richting?

Slide 33 - Slide

Kijk eens door je wimpers.
Wat gebeurd er? 
Doordat de stempels heel dicht bij elkaar staan ontstaan er er nieuwe vormen...

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

Wat gebeurt er met de witte stukken op het papier tussen de afdrukken van het drukblok?
Daar ontstaan weer nieuwe vormen. Dit noemen we de restruimte.
Probeer zelf maar!

Slide 36 - Slide

Leerlingen kunnen nu met het letter-alfabet patronen maken. 

Laat elk kind 1 letter uitkiezen, waarmee hij/zij patronen kan maken. 
3. Doe opdracht
Maak nu zelf een patroon met 1 stempel-letter van het alfabet.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Wat voor patroon heb jij gemaakt?

Slide 38 - Slide

Bespreek met de leerlingen de patronen die ze hebben gemaakt. 

Gebruik begrippen als: 
volgorde
symmetrie
spiegelen
spiegellijn
herhaling
vorm
richting
afstand
tussenruimte
4. Welkom in  
De Katoendrukkerij

Slide 39 - Slide

Met de letters is geoefend. 
Tijdens het bezoek aan de Katoendrukkerij bedrukken leerlingen een knikkerzak met blokprint hun eigen patroon. 
Hier kun je alvast een kijkje nemen in de Katoendrukkerij...
buiten met koppelpoort

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Tot snel bij 
de Katoendrukkerij!

Slide 46 - Slide

This item has no instructions