oefen toets

Inhalatie medicijnen heeft als doel
A
Remmen van ontsteking
B
Verdunnen van taai slijm
C
Vermindering van slijm vlies zwelling
D
ABC zijn juist
1 / 26
next
Slide 1: Quiz
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Inhalatie medicijnen heeft als doel
A
Remmen van ontsteking
B
Verdunnen van taai slijm
C
Vermindering van slijm vlies zwelling
D
ABC zijn juist

Slide 1 - Quiz

Bloed wat je nodig hebt voor een bloedsuiker bepaling komt uit de haarvaten
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Subcutane injectie techniek
A
Loodrecht met huid plooi
B
Schuine huidplooitechniek
C
Loodrecht zo
D
ABC zijn juist

Slide 3 - Quiz

1Welke van onderstaande plaats(en) is het minst geschikt voor het injecteren van insuline
A
Benen en buik
B
Arm en buik
C
Benen
D
Arm

Slide 4 - Quiz

Bij diabetes patiënten neem je een bloedsuiker af wat is er dan heel belangrijk
A
Handschoenen aan doen
B
situatie van de patiënt in de gaten houden
C
Veeg je de eerste druppel weg
D
ABC zijn juist

Slide 5 - Quiz

Bij diabetes mellitus maakt het lichaam
A
Te weinig glucagon
B
Te veel insuline
C
Te weinig glucose
D
Te weinig of geen insuline

Slide 6 - Quiz

Glucosurie betekent te veel suiker in de urine
A
Juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Subcutaan antistolling ( fraxiparine) gelden andere regels je laat de lucht bel in de injectie zitten, Omdat dan alle vloeistof in het lichaam komt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Eem symptoom van een veneuze ulcus cruris
A
Koude voeten
B
Paars/blauwe voet
C
pijn bij het lopen
D
Oedeemvorming

Slide 9 - Quiz

Wanneer de ACT zwachtelt te strak zit observeer je het volgende
A
Verkleuring van tenen
B
Pijn bij de patiënt
C
temperatuur van de tenen
D
ABC zijn Juist

Slide 10 - Quiz

Ambulante compressie therapie
wordt toe gepast bij
A
Decubitus aan de hiel
B
Arteriële insufficiëntie
C
Veneuze insufficiëntie
D
Ulcus cruris

Slide 11 - Quiz

Ampulante Compressie therapie (ACT Zwachtelen) wordt toe gepast bij een
Ulcus cruris tgv
A
slecht werkende aders (veneuze insufficiëntie)
B
slecht werkende slagaders (arteriële insufficiëntie)
C
c. decubituswond aan de hiel
D
ABC zijn allemaal juist

Slide 12 - Quiz

Indicatie voor blaas katheter
A
Retentie
B
Om de blaas te kunnen spoelen
C
Grote operatie
D
ABC zijn juist

Slide 13 - Quiz

Indicatie voor intermitterende blaas katheterisatie
A
Blaas atrofie
B
Lekkage voorkomen (incontinentie)
C
Blaas poliepen
D
ABC zijn juist

Slide 14 - Quiz

De urethra van een vrouw is 12 tot 15 cm
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Blaastraining bij een patiënt heeft als doel blaas atrofie te voorkomen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Indicatie voor een supra pubisch katheter
A
urine buis is afwijkend
B
prostaat vergroting
C
irritaties en geregeld blaas ontsteking
D
ABC zijn juist

Slide 17 - Quiz

Sonde voeding noemt men ook
A
parenterale voeding
B
Transmurale voeding
C
Sublinguale voeding
D
Enterale voeding

Slide 18 - Quiz

Om de juiste positie te bepalen van sonde gebruik je
50 cc spuit met 5/10 cc lucht inspuiten.

Dan haal je wat maag sap op 5 /10 cc voor ph meting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Elke patiënt krijgt dezelfde sondevoeding
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Een voorbeeld van een medicijn met een profylactische werking is
A
Ijzertabletten
B
Paracetamol
C
Griepprik
D
Antistolling

Slide 21 - Quiz

Een pleister medicatie zoals Fentanyl is een vorm van transdermale toediening
A
Juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Percutane endoscopische gastrotomie
(peg)
heeft als voordeel
A
Grote portie in een keer geven
B
Geen maatregelen voor stomatitis
C
Irritatie in de neus /keel voorkomen
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 23 - Quiz

Peg heeft als voordeel dat deze langer kan blijven zitten
A
Juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Een zorgvrager met een tracheastoma zal meer hoesten en meer slijm opgeven dan normaal. Dit komt doordat:
A
het slijm taaier is omdat het sterker indroogt
B
De lucht door de mond-, neus- en keelholte niet meer verwarmd wordt
C
De lucht door de mond-, neus- en keelholte niet meer gereinigd en bevochtigd wordt
D
ABC zijn juist

Slide 25 - Quiz

Op welke wijze kan een verpleegkundige worden aangesproken bij het maken van fouten
A
Strafrechtelijk
B
Civielrechtelijk
C
Tuchtrechtelijk
D
ABC zijn allemaal juist

Slide 26 - Quiz