Keuzedeel EMB Les 11 Reflecteren

EMB Les 11 Reflecteren
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1-3

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

EMB Les 11 Reflecteren

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • De student beschrijft de definitie van reflecteren
  • De student beschrijft wat een reflectie is.
  • De student reproduceert het verschil tussen reflectie - feedback geven - en evalueren.
  • De student reproduceert de vijf stappen van de STARR- methode.
  • De student levert een reflectieverslag op.

Slide 2 - Slide

Reflecteren - Inleiding
  • De maatschappij is een complexe omgeving voor mensen met een ernstige verstandelijke beperking. 
  • Door hun beperkte functioneren kunnen zij verward en gefrustreerd raken door de eisen die vanuit de omgeving aan hen worden gesteld. 
  • Meestal is het niet mogelijk om één oorzaak aan te wijzen. 

Slide 3 - Slide

Reflecteren - Inleiding 2
  • Veel probleemgedrag kan verklaard  worden vanuit gevoelens van onveiligheid. 
  • Ernstige psychische stoornissen kunnen het gevolg zijn van een onveilige hechting. 
  • Hechtingsproblemen komen bij kinderen met een verstandelijke beperking vaker voor dan bij kinderen zonder beperking.

Slide 4 - Slide

Reflecteren - Inleiding 2
  • Veel probleemgedrag kan verklaard  worden vanuit gevoelens van onveiligheid. 
  • Ernstige psychische stoornissen kunnen het gevolg zijn van een onveilige hechting. 
  • Hechtingsproblemen komen bij kinderen met een verstandelijke beperking vaker voor dan bij kinderen zonder beperking.

Slide 5 - Slide

Reflecteren aan de hand van de volgende onderdelen:


  •  Wat is reflectie?
  • Hoe reflecteer je?
  • Reflectieverslag volgens de STARR-methode

Slide 6 - Slide

Wat is reflectie?

Slide 7 - Slide

Wat is reflectie?
Reflecteren volgens de Van Dale:
  • re·flec·te·ren (reflecteerde, heeft gereflecteerd) 
1. weerkaatsen 
2. (+ op) reageren: reflecteren op een advertentie.

Slide 8 - Slide

Wat is reflectie? 2
  • Ben je bezig met ontwikkeling, persoonlijk, in je bedrijf, je studie, je sportclub, het gaat altijd via jou. 
  • Je bent daardoor steeds in verandering. 
  • Ga je dingen anders doen, dan heeft dat ook effect op jouw omgeving. 
  • Dat kan het bedrijf zijn waar je werkt, maar dat kan ook je partner, je gezin, je familie, je voetbalclub enzovoorts.

Slide 9 - Slide

Wat is reflectie? 3
  • Als je bewust met veranderen bezig bent dan is reflecteren een middel om te veranderen en te verbeteren. 
  • Reflecteren doe je naar jezelf toe. 
  • Als je dit met anderen doet dan heet het feedback geven en ontvangen 
  • Bespreek je met anderen hoe iets gegaan is dan heet het evalueren. 

Slide 10 - Slide

Hoe reflecteer je?

Slide 11 - Slide

Hoe reflecteer je?
Reflecteren is kijken naar hoe je dingen gedaan hebt. 
  • Ben je tevreden, kan het anders? 
  • Hoe voelde je erbij? 
  • Hoe reageerde je? 
Je gaat als het ware de diepte in bij jezelf.

Slide 12 - Slide

Hoe reflecteer je? - De diepte in hoe doe je dat?
De meeste mensen vinden het moeilijk om te kijken naar achterliggende oorzaken van het handelen. 
Het gedrag dat je vertoont, heeft altijd een reden. 
Dit kan te maken hebben met je normen en waarden, met je emoties en gevoelens, en gedachten. 
Om inzicht te krijgen in je gedrag en om je gedrag te veranderen is het juist belangrijk om de diepte in te gaan.

Slide 13 - Slide

Reflectieverslag volgens de STARR - methode

Slide 14 - Slide

Reflectieverslag volgens de STARR-methode

  • Om goed te kunnen reflecteren noteer je dat in een zogenaamd reflectieverslag. 
  • Er zijn heel veel manieren om een reflectieverslag te schrijven. 

Slide 15 - Slide

Reflectieverslag volgens de STARR-methode 2
Het gaat erom dat je voor jezelf een beeld krijgt:
  • wat je gedaan hebt, 
  • hoe je het hebt gedaan, 
  • hoe je je erbij voelde, 
  • of het goed ging of juist niet zo lekker 
  • en hoe het een volgende keer anders kan

Slide 16 - Slide

Reflectieverslag volgens de STARR-methode 3
De kern van de STARR-methode:
  • Eerst eens goed de situatie beschrijven en onderzoeken. 
  • En dan pas reflecteren.  
Je omschrijft de volgende stappen:
• Situatie
• Taak
• Actie
• Resultaat
• Reflectie.

Slide 17 - Slide

Situatie
Je omschrijft de situatie aan de hand van de volgende vragen:
Wat was de situatie?
• Wat gebeurde er?
• Wat was de aanleiding?
• Wie waren erbij betrokken?
• Waar speelde het zich af?
• Wanneer?

Slide 18 - Slide

Taak
Je omschrijft de taak of opdracht die je uitvoert aan de hand van de volgende vragen:
• Wat was je taak?
• Wat was je rol?
• Wat wilde je bereiken?
• Wat werd van je verwacht?
• Wat verwachtte je van jezelf in deze situatie?
• Wat vond je dat moest gebeuren?

Slide 19 - Slide

Aktie
Je omschrijft ‘de actie’, dus de opdracht die je uitvoert aan de hand van de volgende vragen:
Wat hoorde/zei/deed/voelde je?
• Hoe pakte je het aan?
• Hoe werd op jou gereageerd?
• Wat zei/dacht/voelde men volgens jou?
• Wat hoorde/zei/deed/voelde je toen? enzovoorts

Slide 20 - Slide

Resultaat
Je omschrijft het resultaat van je opdracht aan de hand van de volgende vragen:
Wat kwam eruit?
• Hoe liep het af?
• Hoe reageerden de anderen op het resultaat?

Slide 21 - Slide

Reflectie
Je beschrijft tot slot de reflectie aan de hand van de volgende vragen:
Hoe vond je dat je het deed?
• Was je tevreden met de resultaten?
• Wat is de essentie van wat je geleerd hebt?
• Wat zou je de volgende keer eventueel anders doen?
• Wat heb je daar dan voor nodig?
• Kun je met wat je hiervan hebt geleerd ook iets in andere situaties?

Slide 22 - Slide

Opdracht 11 Reflecteren: Reflectieverslag van een contact experiment 1

  • Contact is eerste onderdeel van communicatie, zeker bij cliënten met EMB. 
  • In deze opdracht ga je een experiment uitvoeren dat gaat over oogcontact. Oogcontact kun je bijna altijd maken met iemand. Ook als iemand heel beperkt is. Alleen bij een visuele beperking wordt het lastig.
  • Bekijk de films Look beyond borders en World's Biggest Eye Contact Experiment.
  • Oogcontact kan voor mensen met EMB een belangrijke vorm van in contact zijn.  




Slide 23 - Slide

Opdracht 11 Reflecteren: Reflectieverslag van een contact experiment 2
  • Je maakt oogcontact met onbekende mensen en met bekende mensen. 
  • Je maakt in je experiment in ieder geval oogcontact voor twee minuten met twee onbekende mensen en met twee bekende mensen. 
  • Je overlegt met de begeleider van je praktijkdagen met welke twee EMB-cliënten je oogcontact maakt.

  • Je maakt een reflectieverslag van dit experiment

Slide 24 - Slide

Leerdoelen behaald?
  • De student beschrijft de definitie van reflecteren
  • De student beschrijft wat een reflectie is.
  • De student reproduceert het verschil tussen reflectie - feedback geven - en evalueren.
  • De student reproduceert de vijf stappen van de STARR- methode.
  • De student levert een reflectieverslag op.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide