H4 4.3 Schakelingen

KGT: 4.3 schakelingen

BK: 4.4 schakelingen 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

KGT: 4.3 schakelingen

BK: 4.4 schakelingen 

Slide 1 - Slide

Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Herhalen vorige keer.
Uitleg schakelingen.
Zelfstandig werken. 

Slide 2 - Slide

Doelen voor vandaag
  • Je kunt 12 symbolen herkennen in een schakeling.
  •  Je legt het verschil uit tussen een serieschakeling en een parallelschakeling. 
  • Je legt uit waarom apparaten vaak parallel geschakeld zijn. 
  • Je kunt de grote van stroomsterkte beredeneren in een schakeling.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

  4.3 Schakelingen

Snoeren,lampen,spanningsbronnen en schakelaars kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden worden.Anders gezegd aan elkaar SCHAKELEN!
Om een schakeling het beste uit te leggen doen we dat met een tekening: SCHAKELSCHEMA

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

 Schakelschema's

Slide 7 - Slide

In een serieschakeling is er geen vertakking! 
Er is maar 1 stroomkring. De stroom gaat door alle onderdelen van de schakeling. 

Als een lampje in de serieschakeling kapot is, is de stroomkring verbroken.



De stroomsterkte in een serieschakeling is OVERAL EVEN GROOT!
Serieschakeling

Slide 8 - Slide

In een parallelschakeling heeft elke lamp een eigen vertakking. 
Elke vertakking is, samen met de batterij, een aparte stroomkring.

 
Elk lampje kun je dus apart AAN-en UIT doen!
Als een lampje doorbrandt blijven de andere gewoon werken!

Stroomsterkte wordt verdeeld.
Parallellschakeling

Slide 9 - Slide

Aan de slag
KGT
Wat?
Lees 4.3 en maak opgave 1 tot en met 12.
Hoe?
Je mag fluisteren met je buren.

Klaar? Nakijken

BK
Wat?
Lees 4.4 en maak opgave 1 tot en met 10
Hoe?
Je mag fluisteren met je buren.

Klaar? Nakijken

timer
5:00

Slide 10 - Slide

EXIT Ticket
Opdracht 1:
Teken een serie schakeling met drie lampjes en een schakelaar die alle lampjes aan of uit zet. 

Opdracht 2:
Teken een parallelschakeling met drie lampjes en een schakelaar die een lampje aan en uit zet. 

Slide 11 - Slide