Les 1 periode 3

Periode 3
Peuterfase

1 / 20
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Periode 3
Peuterfase

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
Voorkennis
Uitleg
Opdrachten
Nakijken van opdrachten
evalueren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel
-Na afloop van de les kan je benoemen hoe de ontwikkeling van een peuter verloopt op lichamelijk gebied.
-Na afloop van de les kan je benoemen hoe de ontwikkeling van een peuter verloopt op cognitief gebied. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

1


2


3

4


5

cognitief
sociaal
seksueel
lichamelijk
emotioneel

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Nature is
A
aangeboren gedrag
B
aangeleerd gedrag

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een onveilige hechting (als kind) heeft geen invloed op latere leeftijd als volwassene
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer ben je een peuter?
A
1-2 jaar
B
2-4 jaar
C
18 maanden en 4 jaar
D
3-5 jaar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Peuters:
waar denk je
allemaal aan?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Lichamelijke ontwikkeling
-Peuters leren lopen, huppelen en springen als ze aan toe zijn.
Dit noemen we grove motoriek. Dit gaat om het bewegen en coördineren van het hele lichaam. 
-De fijne motoriek gaat vooral over de handen. Voorbeelden van de fijne motoriek zijn schrijven en knippen.
-Peuters zijn heel ondernemend en zien weinig gevaar, daarom moet   je  als begeleider een veilige omgeving het kind creëren. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Wat: Raad wat de student aan het doen is 
Tijd:  10 min
Hoe: gezamenlijk
Hulpmiddel:  theorie van de les 

Slide 10 - Slide

Doe net als of  je op een fiets stapt en  je gaat fietsen.

Doe net als of je aan  het rennen bent


Doe  net als of je aan  het schilderen bent.
Zindelijkheid
In de peuterfase worden de meeste kinderen zindelijk.
Zindelijkheid betekent het kunnen ophouden van urine en ontlasting. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vanaf welke leeftijd wordt de peuter zindelijk?
A
Tussen 2 en 3 jaar.
B
Tussen 1 en 2 jaar.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Welke tips kun je geven
om een kind te stimuleren
bij zindelijk worden?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Cognitieve ontwikkeling
-Naast het lichamelijke ontwikkeling, ontwikkeld zich ook de cognitieve ontwikkeling.
-Met 1,5 jaar kent een kin 20 tot 50 woorden.
- 2 jaar bestaan zijn zinnen uit 2 woorden.
- bij  het eind  van de peuterfase  woorden de zinnen 3 woorden zin.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Peuters
Peuters zijn heel nieuwsgierig, ze stellen daarom veel waarom vragen. Dit doen ze omdat de wereld om hun heen willen ontdekken. Dit  noemen we exploratiedrang.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat verstaan we onder exploratiedrang?
A
Het feit dat het denken van een baby of peuter zich alleen richt op wat tastbaar is.
B
De intense behoefte om de wereld te ontdekken.
C
Het feit dat een peuter wel gevoelsmatig kan meeleven, maar de wereld vanuit zijn eigen gezichtspunt bekijkt.
D
De wil om samen met andere kinderen te spelen en zich met andere kinderen te vermaken.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Lees blz 3
Je doet alsof speelpoppetjes kunnen praten tijdens het spelen.
Dit is een voorbeeld van 'magisch denken'
A
Juist
B
Niet juist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht
Wat:  maak de  tot opdracht 4 uit je reader
Tijd: 10 min
Hoe: individueel
Hulpmiddel: theorie van  de reader

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Hebben we de doelen van deze les behaald?
Kon iedereen de opdrachten maken?
Wat heb je volgende keer nodig van de docent om de les beter te begrijpen?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions