Groepsdynamica les 7

• Pedagogiek
• HBO
• Studiejaar 2

Kennistest

Eén van de vijf rollen hanteert de leraar de hele les. Welke?

1. Presentator
2. Gastheer
3. Didacticus
4. Pedagoog

Een interpersoonlijk conflict is

1. een conflict met jezelf
2. een conflict tussen meerdere mensen
3. een conflict waarbij agressie komt kijken
4. een kleine ruzie

Wat zijn de kenmerken van een prettige groep?

1. Lage cohesie, positieve norm
2. hoge cohesie, negatieve norm
3. Lage cohesie, negatieve norm
4. Hoge cohesie, positieve norm

Hoe noem je de fase van groepsvorming waarin de regels worden bepaald?

1. forming
2. storming
3. norming
4. adjourning

Bij welke leiderschapsstijl past een passieve, onverschillige houding?

1. Leiding door de groep
2. Laissez faire leiderschapsstijl
3. Democratische leiderschapsstijl
4. Autoritaire leiderschapsstijl

Welke soorten vooroordelen bestaan er?

1. Etnocentrisme, racisme, seksisme
2. Racisme, culturele botsing, miscommunicatie
3. Etnocentrisme, stereotypering, conflicten
4. Seksisme, discriminatie, culturen

Leerlingen verschillen van elkaar in attitude. Deze bron van diversiteit hoor bij

1. demografische kenmerkem
2. persoonlijke kenmerken
3. capaciteiten en vaardigheden

Hoe heet de methode waarbij de leraar het gevoel van het slachtoffer benoemt en geen straf geeft?

1. observeren
2. peer mediation
3. vijf sporenaanpak
4. no blame

Afsluiting

Je hebt je nu (enigszins) voorbereid op de toets.

Zijn er nog vragen? (Geef aan via chat)