VVE (6)

VVE 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VVE 

Slide 1 - Slide

Ontwikkelingslijnen

Slide 2 - Slide

Sociaal emotionele ontwikkeling
Kinderen zijn vanaf geboorte georiënteerd op hun soortgenoten: mensen. Wat mensen doen, is voor hen het te volgen voorbeeld, zowel bewust als onbewust (modeling). Daarnaast ervaren kinderen dat hun eigen gedrag van invloed kan zijn op de relatie met andere mensen. 

Slide 3 - Slide

Rol pedagogisch medewerker
Een kind is afhankelijk van een volwassene om de wereld te ontdekken, te begrijpen wat er in de omgeving gebeurt en de eigen gevoelens te leren begrijpen. 
Jij verwoordt wat er gebeurt of wat er te zien is. Jij doet voor of legt uit hoe iets werkt, je stimuleert het kind om op onderzoek uit te gaan, je moedigt hem aan om vol te houden en je wijst hem op gevaren. 

Slide 4 - Slide

Observatie sociaal-emotionele ontwikkeling
De sociale en emotionele ontwikkeling van een kind is bij uitstek te observeren in situaties waarin sprake is van contact en interactie tussen een volwassene en het kind of tussen kinderen onderling.
Deze situaties doen zich de hele dag voor: tijdens het eten en verzorgen, tijdens het voorlezen en spelen. Je maakt zelf deel uit van die situatie.

Slide 5 - Slide

Omgaan met zichzelf
- Pasgeboren kind kent nauwelijks of geen onderscheid tussen hemzelf en de buitenwereld. 
- Geleidelijk aan wordt hij zich meer bewust van zichzelf. Onderzoekt zijn eigen vingers en voeten.
- Vervolgens gaat hij de omgeving onderzoeken.
- Tussen de 2 en 3 jaar ontdekt het kind zijn eigen 'ik'. 
- Het kind ontdekt dat hij invloed kan uitoefenen op zijn omgeving. 

Slide 6 - Slide

Mijlpalen 0 - 0;6 jaar 
- Zoekt nog niet bewust contact met omgeving. 
- Laat soms teken van verveling zien.
- Kan zichzelf afleiden. 
- Wordt stil in onwennige situaties. 
- Kan blijk geven van weigeringen. 
- Is zich bewust van routines. 
- Eenkennigheid leidt tot sterke reacties (huilen, tranen, ogen dicht). 



Slide 7 - Slide

Mijlpalen 0;6 jaar tot 1;0 jaar
- Geeft blijk van boosheid.
- Lacht uitbundig (bijvoorbeeld bij kiekeboe).
- Lacht tegen zichzelf in de spiegel.
- Uit genegenheid voor bepaalde personen.
- Toont uiting van vreugde, voldoening. 
- Reageert minder sterk op onbehaaglijkheid ten gevolge van eenkennigheid. 

Slide 8 - Slide

Mijlpalen 1 tot 1;6 jaar 
- Maakt behoefte kenbaar.
- Wordt assertiever. 
- Herkent zichzelf in de spiegel.
- Wijst om te laten zien wat hij wil. 

Slide 9 - Slide

Mijlpalen 1;6 jaar tot 2 jaar 
- Is op zichzelf gericht. 
- Is gevoelig voor goed- of afkeuring. 
- Is bang voor onbekende dingen (onweer, dieren). 
- Is snel overmoedig. 

Slide 10 - Slide

Mijlpalen 2 tot 2;6 jaar 
- Eigen wil wordt sterker. 
- Ontdekt dat hij invloed op de omgeving kan uitoefenen.
- Zegt bij alles nee.
- Wil alles zelf doen. 
- Is blij als hij iets kan. 

Slide 11 - Slide

Mijlpalen 2;6 jaar tot 3 jaar 
- Wordt driftig als iets niet mag of niet lukt. 
- Zegt 'nee' en doet het toch. 
- Zet eigen wil door. 
- Gebruikt het woord 'ik'.
- Kan zes of meer lichaamsdelen aanwijzen. 

Slide 12 - Slide

Mijlpalen 3 tot 3;6 jaar 
- Is nog erg op zichzelf gericht.
- Weet wat wel en niet mag, maar gedraagt zich er nog niet naar.
- Is angstig in vreemde situaties. 

Slide 13 - Slide

Mijlpalen 3;6 jaar tot 4 jaar
- Ziet concrete verschillen tussen zichzelf en anderen.
- Onderkent nog niet dat anderen gevoelens en wensen hebben. 
- Stelt behoeftes even uit. 

Slide 14 - Slide

Mijlpalen 4 tot 4;6 jaar 
- Eerste gevoelens van trots en schaamte. 
- 'Wat ik denk en zie denkt en ziet iedereen'.
- Kan meeleven in concrete situaties. 
- Benoemt eenvoudige gezichtsuitdrukkingen zoals boos, blij en bang. 
- Gebruikt het woord 'wij'.

Slide 15 - Slide

Omgaan met anderen 
- Rond de twee maanden sociale glimlach. 
- Belangstelling voor anderen personen breidt zich uit. 
- Rond leeftijd van anderhalf jaar ontstaat interesse voor andere kinderen.
- Peuter van drie jaar kent enkele kinderen bij naam.
- Peuter ervaart dat andere kinderen een situatie anders kan beleven dan hijzelf. 

Slide 16 - Slide

Mijlpalen 0 tot 0;6 jaar
- Maakt oogcontact. 
- Sociale glimlach (rond 2 maanden).
- Reageert op gezichtsuitdrukkingen.
- Trekt aandacht door gebaren. 
- Voelt genegenheid voor speelgoed.
- Herkent verzorgers. 

Slide 17 - Slide

Mijlpalen 0;6 jaar tot 1 jaar
- Houdt van sociale spelletjes (Kiekeboe). 
- Is zich bewust van onbekende personen (kijkt ze aandachtig aan).
- Kijkt aandachtig naar foto's van bekende. 
- Enthousiaste reactie van volwassene werkt stimulerend, bevordert het zelfvertrouwen en verstrekt de band tussen hen beiden.
- Het kind gaat volwassene zien als bron van veiligheid.

Slide 18 - Slide

Mijlpalen 1 tot 1;6 jaar
- Is minder eenkennig.
- Is gericht op mensen (ook kinderen) die tegen hem praten.
- Laat genegenheid blijken aan verzorgers.
- Toont verschillende reacties op verschillende verzorgers. 
- Imiteert bewegingen en geluiden.
- Speelt in deze periode alleen en met zichzelf (solitair spel).

Slide 19 - Slide

Mijlpalen 1;6 jaar tot 2 jaar 
- Heeft toenemend contact met andere kinderen.
- Kan niet delen. 
- Zoekt nabijheid van vertrouwde volwassenen.
- Behandelt andere kinderen vaak als voorwerp. 

Slide 20 - Slide

Mijlpalen 2 tot 2;6 jaar 
- Zoekt andere kinderen op en speelt ernaast. 
- Is sterk op zichzelf en eigen behoeften gericht. 
- Vertrouwt erop dat volwassene terugkomt. 
- Delen van speelgoed is nog steeds moeilijk. 

Slide 21 - Slide

Mijlpalen 2;6 jaar tot 3 jaar
- Toont belangstelling voor andere kinderen.
- Houdt (nog) geen rekening met een ander. 
- Is soms hard ten opzichte van anderen. 
- Speelt hetzelfde spel naast een ander. 

Slide 22 - Slide

Mijlpalen 3 tot 3;6 jaar 
- Krijgt meer belangstelling voor andere mensen en kinderen. 
- Heeft een duidelijke voorkeur voor bepaalde personen. 

Slide 23 - Slide

Mijlpalen 3;6 jaar tot 4 jaar
- Is sterk betrokken op verzorger. 
- Doet nog veel alleen.
- Geniet van activiteiten in kleine groepen. 
- Stelt zich aanhankelijk op. 
- Helpt spontaan. 

Slide 24 - Slide

Mijlpalen 4 tot 4;6 jaar 
- Zoekt korte 'tussendoorcontacten'.
- Zoekt meer uit zichzelf contact met verzorger.

Slide 25 - Slide

Sensomotorisch

Slide 26 - Mind map

Sensomotoriek 
In de sensomotorische ontwikkeling worden sensoriek en motoriek van het kind aan elkaar gekoppeld. Met motoriek wordt het vermogen om te kunnen bewegen bedoeld. Onder sensoriek verstaan we het opdoen van prikkels via de zintuigen (voelen, zien. horen, ruiken).

Slide 27 - Slide

Ontwikkelingsgebieden die gestimuleerd worden door sensomotoriek en bewegingsactiviteiten
- De persoonlijkheidsontwikkeling (zelfbesef en de zelfbeleving)
- Het emotioneel welbevinden
- De spelontwikkeling
- De creatieve ontwikkeling
- De ontwikkeling van het taakgericht gedrag
- De zintuiglijke ontwikkeling
- De spraak- en taalontwikkeling
- De wereldverkenning
- De ontluikende en beginnende geletterdheid en gecijferdheid

Slide 28 - Slide

Vier stelregels 
1. De ontwikkeling verloopt van het hoofd naar de stuit.
2. De ontwikkeling verloopt van centraal (de romp) naar de uiteinden (vingers en tenen).
3. De ontwikkeling verloopt van geheel gebogen (flexie) naar geheel gestrekt (extensie).
4. De ontwikkeling verloopt van totaal bewegen naar geïsoleerd bewegen.

Slide 29 - Slide

Mijlpalen motorische ontwikkeling
Vanaf het prille begin oog-handcoördinatie
Rond 6 maanden hoofdstabiliteit
Rond 6 - 7 maanden van een gebogen houding in ruglig (f lexie) naar een gestrekte houding in buiklig (extensie)
Vanaf 6 - 7 maanden omrollen (rotatie)
Vanaf 8 - 9 maanden kruipen
Vanaf 8 - 10 maanden gaan zitten
Vanaf 10 - 12 maanden gaan staan
Vanaf ongeveer 15 maanden lopen

Slide 30 - Slide

Opdracht
- Maak portfolio opdracht sociaal-emotionele ontwikkeling





- Verdiep je in de informatie over sensomotorische ontwikkeling op Padlet

Slide 31 - Slide