Bugetteren

BUDGETTEREN
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BUDGETTEREN

Slide 1 - Slide

Bespreken opdracht 5 en 7 (paragraaf 2)

Slide 2 - Slide

Wat is budgetteren?
Budgetteren:
het op elkaar afstemmen van je inkomsten en uitgaven

Slide 3 - Slide

Soorten uitgaven
Waar geef je je geld aan uit?
dagelijkse uitgaven: kleinere uitgaven voor je dagelijkse leven (boodschappen)
vaste lasten:
de uitgaven die je op een vast moment (regelmatig) moet doen (abonnement)
incidentele uitgaven:
grotere uitgaven die je alleen  af en toe doet (als iets kapot gaat of vakantie)

Slide 4 - Slide

Voorbeeld vaste lasten
  • Huur;
  • Abonnementen;
  • Gas, water en licht.

Slide 5 - Slide

Dagelijkse uitgaven
  • Boodschappen.
  • uitgaan
  • uitgaven voor verbruiksgoederen

Slide 6 - Slide

Incidentele uitgaven
Meestal grote uitgaven die je maar af en toe doet.

VB:
Auto gaat kapot
Op vakantie gaan
Wasmachine gaat kapot etc.

Slide 7 - Slide

Een budgetplan opstellen
  • Stel de gemiddelde inkomsten vast. (Je budget). 
  • Stel de uitgaven vast.
  • Stel de voorlopige uitgaven vast per soort.
  • Stel het gewenste spaarbedrag vast.
  • Stem je uitgaven per soort en je spaarbedrag af op je budget.

Slide 8 - Slide

Budgetplan
(per maand)
Inkomsten
Budget
Nieuw budget
Loon
Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Sparen
Totaal

Slide 9 - Slide

Budgetteren
Budgetplan = Overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
Budgetteren = Zorgen dat je uitgaven niet hoger worden dan je inkomsten.

Slide 10 - Slide

Geld tekort? 3 oplossingen


  • Inkomsten vergroten
  • Geld lenen als het echt niet anders kan
  • Bezuinigen (= uitgaven verminderen)


Let op! Je kunt niet meteen op vaste lasten bezuinigen

(= huur, energie, abonnementen etc.)

Waarom niet?


Slide 11 - Slide

Begrippen
Budgetteren  = inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen

Budgetplan = Overzicht van inkomsten en uitgaven die op elkaar zijn afgestemd.

Budget= Een bedrag waarvan je bepaalde uitgaven moet doen.

Slide 12 - Slide

Maken van paragraaf 3
Samen 1,2 en 4 
Huiswerk 5 en 6
timer
8:00

Slide 13 - Slide