2024_week22_2mh_les2_Wiederholung Grammatik

1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus
  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
  • Als de timer is gestopt zie ik je de woordjes van K.6 Lektion 1-6 blz. 124-127 herhaaldelijk opschrijven. NL-DU en DU-NL

Slide 2 - Slide

Wörter schreiben und abfragen
- Schrijf de woordjes van Kapitel 6, Lektion 1-6 blz. 124-127 die je nog moeilijk vindt herhaaldelijk op
- Van NL-DU en DU-NL
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?





  • Wörter schreiben und abfragen
  • Wiederholung voorzetsels en zinsontleding








  • Quiz

Slide 4 - Slide

Am Ende der Stunde........
-  heb je geoefend voor het SO

Slide 5 - Slide

Schrijf de Duitse vertaling van de voorzetsels die bij de vierde naamval horen en de persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval.

timer
5:00
Havo schrijft ook de voorzetsels van de 3e naamval!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Bij de naamvallen horen voorzetsels
Voorzetsels met de 4e naamval (Präpositionen mit dem Akkusativ)

  • durch 
  • für
  • gegen
  • ohne
  • um
  • door
  • voor
  • tegen
  • zonder
  • om
  • Als in een zin één van deze voorzetsels staat dan weet je dat het woord erachter een 4e naamval krijgt (lijdend voorwerp).

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

An die Arbeit

  • Machen online: 
Kapitel 5.4: opdracht 8, 9, 10
Kapitel 5.4--------------->Test jezelf
Kapitel 5.5: opdracht 6, 8, 9
Kapitel 5.5---------------> test jezelf

  • Hoe?   De eerste 10 minuten in stilte

  • Klaar? Kapitel 6. 1 t/m 6.6------------>woordtrainer of WRTS
timer
15:00

Slide 12 - Slide

Für.........(mij) eine Kaffee bitte.

Slide 13 - Open question

Wir feiern nicht ohne...........(jullie)

Slide 14 - Open question

Durch.........(hem) kann ich Apfelkuchen backen.

Slide 15 - Open question

Ich habe nichts gegen.........(jou)

Slide 16 - Open question

Is eine Torte onderwerp of lijdend voorwerp.
Ich backe eine Torte.
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp

Slide 17 - Quiz

Is das Essen onderwerp of lijdend voorwerp.
Das Essen hat mir gut geschmeckt.
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp

Slide 18 - Quiz

Nienke hat (een) Spiegelei (o) gegessen
A
ein
B
eine
C
einen

Slide 19 - Quiz

Die Mutter gibt dem Kind (de)....Milch (v).
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 20 - Quiz

(het)....... Restaurant (o) ist heute geschlossen.
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 21 - Quiz

Er hat (zijn)...............Rucksack(m) vergessen.
A
sein
B
seine
C
seinen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

...........ihr mit dem Bus?
A
fahre
B
fahrt
C
fahren
D
fährt

Slide 24 - Quiz

Das Kind ................im Sand.
A
grabe
B
gräbt
C
grabt
D
graben

Slide 25 - Quiz

Du.............gern.
A
schlafen
B
schlafe
C
schläft
D
schläfst

Slide 26 - Quiz

Der Junge ...............den Ball.
A
fängt
B
fangen
C
fangt
D
fängst

Slide 27 - Quiz

Am Ende der Stunde........
-  heb je geoefend voor de repetitie

Slide 28 - Slide

Hausaufgaben
Lernen: 

Leren voor de repetitie


Slide 29 - Slide

Vielen Dank! Auf Wiedersehen! 

Slide 30 - Slide