2. genotsmiddelen/verslaving

Genieten
Les 3 
Thema Gezondheid
Genotsmiddelen
Thema gezondheid
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Genieten
Les 3 
Thema Gezondheid
Genotsmiddelen
Thema gezondheid

Slide 1 - Slide

In deze les leer je...
  • wat genotsmiddelen zijn
  • dat genotsmiddelen ongezond kunnen zijn
  • dat je verslaafd kunt raken aan genotsmiddelen 

Slide 2 - Slide

Genotsmiddelen
Genotsmiddel = een middel dat je een prettig gevoel kan geven

Het is ongezond om te veel genotsmiddelen te gebruiken. 

Sommige genotsmiddelen zijn daarom verboden.

Slide 3 - Slide

Woordweb
Wat weet jij over genotsmiddelen?
Welke soorten zijn er?
Voorbeelden?

Slide 4 - Slide

Genotsmiddelen

Slide 5 - Mind map

Waarom nemen sommige mensen het?
  • Nieuwsgierigheid
  • Gezelligheid
  • Gewoonte
  • Problemen vergeten
  • Gevoelens 'verdoven'
  • Religie
  • Medicatie

Slide 6 - Slide

Soorten 
  • Alcohol
  • Drugs
  • Tabak (nicotine)
  • Caffeïne (koffie/thee/energydrink)
  • Suiker (bijv. chocola)
We bespreken ze 1-voor-1

Slide 7 - Slide

Alcohol
Alcoholische dranken bevatten verschillende alcoholpercentages

Wat doet alcohol met je?
  • Ontspannen gevoel                                                         Zelfoverschatting
  • Verminderen angst                                                         Emotioneel gedrag
  • Ademhaling/hartslag versnelt                                     Verdoving zintuigen
  • Bloedvaten verwijden                                                    Verminderen reactiesnelheid
      
       
                                                            

Slide 8 - Slide

Jongeren
  • Schadelijk voor het lichaam/hersenen
  • Leiden tot problemen met alcohol op latere leeftijd (verslaving)
  • Alcoholvergiftiging

Slide 9 - Slide

Advies
  • Geen alcohol of 1 glas per dag
  • Pauzes nemen, niet elke dag
  • Water bij alcohol
  • Niet tijdens de zwangerschap
  • Pas op tijdens borstvoeding
  • Geen alcohol onder de 18 jaar
  • Kater? Veel water drinken

Slide 10 - Slide

Drugs
  • Stimulerend = energie, alerter
  • Verdovend = kalmerend, ontspannend
  • Hallucinerend = de wereld anders zien en beleven, trippen

Sommige zijn een combinatie, bijvoorbeeld XTC = stimulerend + hallucinerend

Slide 11 - Slide

Stimulerend
XTC/MDMA
Cocaïne
Speed (amfetamine)
Tabak (nicotine)
Koffie (caffeïne)

Slide 12 - Slide

Verdovend
GHB
Heroïne
Alcohol
Slaapmiddelen

Slide 13 - Slide

Hallucinerend
Hasj/wiet (cannabis)
LSD
Paddo's
Ketamine
Lachgas

Slide 14 - Slide

Waarom zijn drugs ongezond?
De drug zelf: kan giftig zijn, schadelijk voor je lichaam, overdosis

Toediening: roken/inhaleren, snuiven, spuiten kan schade aanrichten

Omstandigheden: drugs zijn illegaal, geen controle op kwaliteit

Slide 15 - Slide

Tabak (nicotine)
Roken = ongezond (feit!)

Vergroot de kans op ziektes
  • Hoge bloeddruk
  • Hartinfarcten
  • Hersenbloedingen
  • Kanker
Roken is voor jongeren extra schadelijk omdat het lichaam nog in ontwikkeling is !

Slide 16 - Slide

Caffeïne (koffie/thee/energy)
  • Verbetert de concentratie en prestatie
  • Verminderen vermoeidheid
  • Alert zijn, beter kunnen inspannen

Te veel caffeïne --> rusteloosheid, hoofdpijn,
duizeligheid, suizende oren, hartkloppingen

Slide 17 - Slide

Suiker
Levert energie, maar voorziet je lichaam niet van
de nodige vitamines, mineralen en vezels.

Activeert het 'beloningssysteem' in je hersenen (net zoals drugs)
  • Verschil met drugs = je hebt niet steeds meer nodig om het zelfde gevoel te krijgen

Gemotiveerd zijn om te eten = meer eten (= slecht voor het lichaam)

Slide 18 - Slide

Verslaving
= een gewoonte waarmee je moeilijk
kunt stoppen.

Willen = moeten geworden
Je voelt je niet prettig als je het niet kan doen (bijv. roken)

Maar niet alleen aan genotsmiddelen kan je verslaafd raken...

Slide 19 - Slide

Waar kan je nog meer verslaafd aan raken?

Slide 20 - Slide

Soorten verslaving
  • Alcohol
  • Drugs
  • Medicatie
  • Gokken
  • Seks/porno
  • Gamen
  • Social media/telefoon/internet
  • Eetstoornis

Slide 21 - Slide

Geestelijk en lichamelijk
Geestelijk =verlangen naar het middel en niet prettig voelen zonder
  • Bij regelmatig gebruik
  • Kan bij bijna alle middelen optreden

Lichamelijk = het lichaam protesteert wanneer het gebruik stopt (ontwenningsverschijnselen)

Slide 22 - Slide

Invloed op je leven
Een verslaving kan invloed hebben op je leven
  • Moeite krijgen met de dingen die je normaal doet
  • Bijvoorbeeld niet meer naar school of werk gaan

Zoek daarom hulp als je een verslaving hebt!


Slide 23 - Slide

Wat je deze les hebt geleerd...
  • wat genotsmiddelen zijn
  • dat genotsmiddelen ongezond kunnen zijn
  • dat je verslaafd kunt raken aan genotsmiddelen 

Slide 24 - Slide