Examentraining H5: Domein B&D - Hypotheken

Herhaling bedrijfseconomie
Hypotheken
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling bedrijfseconomie
Hypotheken

Slide 1 - Slide

Hypotheken
- Lessonup presentatie (interactief)
- examenopdracht thuis afmaken

Slide 2 - Slide

Wat is een hypotheek?
A
Een kortlopende lening met persoonlijke garantie.
B
Een lening voor bedrijven die investeren in nieuwe producten.
C
Een lang lopende lening met onroerend goed als onderpand.
D
Een lening specifiek voor de aankoop van een auto.

Slide 3 - Quiz

Als je een hypotheek afsluit bij een bank, dan ben jij de ...?
A
Geldgever en hypotheekgever
B
Geldnemer en hypotheekgever
C
Geldnemer en hypotheeknemer
D
Geldgever en hypotheeknemer

Slide 4 - Quiz

Hypothecair krediet

Slide 5 - Slide

Partijen op de hypotheek markt
Drie belangrijke rollen toegelicht

Slide 6 - Slide

Een huis kopen 
Denk aan de extra kosten

Slide 7 - Slide

Wat valt niet onder de kosten koper?
A
Overdrachtbelasting
B
Rentekosten
C
Notariskosten
D
Advieskosten

Slide 8 - Quiz

Een woning van €300.000,- heeft totale kosten koper van €16.000. De lening die hiervoor verkregen wordt is €300.000,-. Hoeveel betaal je initieel van je eigen geld?
A
€16.000,-
B
€316.000,-
C
€300.000,-
D
€284.000

Slide 9 - Quiz

Hypothecaire lening
Annuïteiten hypotheek                                       Lineaire hypotheek


Slide 10 - Slide

Lineaire hypotheken
Hypothecaire lening = lening met een onderpand van meestal 30 jaar

Lineaire lening 
- Gelijke aflossing (meestal 1/30)
- Rente neemt iedere periode af

Slide 11 - Slide

Lineaire hypotheken - voorbeeld
Voorbeeld: Op 1 januari sluit je een lineaire hypotheek van € 180.000 af tegen 0,4% interest per maand met een looptijd van 30 jaar. De interest en aflossing worden maandelijks voldaan.

Je betaalt aan het einde van elke maand interest over het deel van de schuld dat nog niet is afgelost

Je lost aan het einde van elke maand hetzelfde bedrag af

Elke maand neemt de schuld af met de aflossing

Slide 12 - Slide

Luca heeft een lineaire hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 20 jaar, rente 6% per jaar.
Hoeveel bedraagt jaarlijkse aflossing? (xxxxx)

Slide 13 - Open question

Luca heeft een lineaire hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 20 jaar, rente 6% per jaar. De aflossing is 10.000 per jaar
Hoeveel bedraagt het rentebedrag jaar 1? (xxxxx)

Slide 14 - Open question

Hypotheekrenteaftrek
- De rente over de hypotheeklening verlaagt het inkomen waarover inkomensheffing wordt geheven.
- Aflossing en rente zijn samen de bruto uitgaven.
- Bruto lasten min belastingvoordeel is netto uitgaven.


Slide 15 - Slide

Annuiteitenhypotheek

Slide 16 - Slide

Rekenvoorbeeld
Op 1 januari sluit je een annuïteitenhypotheek van € 180.000 af tegen 0,4% interest per maand met een looptijd van 30 jaar. De maandelijkse annuïteit bedraagt € 944,40.

Slide 17 - Slide

Rekenvoorbeeld
Op 1 januari sluit je een annuïteitenhypotheek van € 180.000 af tegen 0,4% interest per maand met een looptijd van 30 jaar. De maandelijkse annuïteit bedraagt € 944,40.

Wat is de rente maand 2?

Slide 18 - Slide

Op 1 januari sluit je een annuïteitenhypotheek van € 180.000 af tegen 0,4% interest per maand met een looptijd van 30 jaar. De maandelijkse annuïteit bedraagt € 944,40.
Bereken de rente in maand 2. (xxx,xx)

Slide 19 - Open question

Op 1 januari sluit je een annuïteitenhypotheek van € 180.000 af tegen 0,4% interest per maand met een looptijd van 30 jaar. De maandelijkse annuïteit bedraagt € 944,40.
Bereken de aflossing in maand 2. (xxx,xx)

Slide 20 - Open question

BRUTO EN NETTO MAANDUITGAVEN
Het verschil is het belastingvoordeel hypotheekrenteaftrek

Belastingvoordeel hypotheekrenteaftrek
-In Nederland mag je de hypotheekrente aftrekken 
van het brutoloon.
-Je betaalt daardoor over een lager (belastbaar) inkomen 
belasting en dus uiteindelijk minder belasting.
- Dit is het belastingvoordeel (of fiscale voordeel) als gevolg 
van de hypotheekrenteaftrek.
-Je berekent het belastingvoordeel als:



Marginale 
belastingtarief
Hypotheek- rente
X

Slide 21 - Slide

ANNUÏTEITENHYPOTHEEK
Lagere netto maanduitgaven aan het begin

Bruto maanduitgaven
- Elke maand betaal je een vast bedrag (annuïteit) dat 
bestaat uit een aflossings- en een interestdeel
- Dit brutobedrag blijft gelijk
Netto maanduitgaven
- Aan het begin van de looptijd is het interestdeel 
relatief groot
- Het belastingvoordeel dus ook
- De netto maanduitgaven zijn aan het begin dus relatief 
laag (maar nemen wel elke maand toe!)
- Dat kan handig zijn als je aan het begin staat van je carrière

Slide 22 - Slide

Bereken het bedrag van de
jaarlijkse annuïteit.
(xxxx,xx)

Slide 23 - Open question

Annelies heeft een annuïteiten hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 30 jaar, rente 5% per jaar. Jaarlijkse annuïteit € 13.010,29
Hoeveel bedraagt de rente in jaar 1?(xxxxx)

Slide 24 - Open question

Annelies heeft een annuïteiten hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 30 jaar, rente 5% per jaar. Jaarlijkse annuïteit € 13.010,29
Hoeveel bedraagt de aflossing in jaar 1?(xxxx,xx)

Slide 25 - Open question

Annelies heeft een annuïteiten hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 30 jaar, rente 5% per jaar. Jaarlijkse annuïteit € 13.010,29. Het tarief inkomstenbelasting is 20%.
Hoeveel bedraagt de netto hypotheeklasten in jaar 1 (xxxxx,xx)

Slide 26 - Open question

Annelies heeft een annuïteiten hypotheek afgesloten van € 200.000
Looptijd 30 jaar, rente 5% per jaar. Jaarlijkse annuïteit € 13.010,29. Het tarief inkomstenbelasting is 20%.
Hoeveel bedraagt de netto hypotheeklasten in jaar 2 (xxxxx,xx)

Slide 27 - Open question

annuïteitenlening
lineaire lening
nettolasten nemen toe
goed om af te sluiten als je in de loop der tijd MEER gaat verdienen
bruto uitgaven nemen af
betaal over de gehele looptijd minder interest
aflossing blijft gelijk
aflossing en interest bij elkaar opgeteld blijft gelijk
Deze hypotheek heeft als voordeel dat je sneller aflost

Slide 28 - Drag question

LINEAIRE- EN ANNUÏTEITENHYPOTHEEK
Voordelen en nadelen samengevat

Slide 29 - Slide

Aan de slag

Slide 30 - Slide