Design (Ambachtelijk & Industrieel) les 4

• CKV
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Welkom

• Mobiel in je tas
• Petten af / jassen uit
• Schrift en pen op tafel

Planning

1. Afmaken ikea opdracht!
2. Terugblik
3. Oefenen met toetsvragen
4. Maken van een begrippenlijst

Leerdoelen

1. Je kunt de dimensies toegepast en autonoom herkennen en uitleggen.

2. Je kan de verschillende architectuur- en design stromingen herkennen, onderscheiden en uitleggen a.d.h.v. kenmerken en voorbeelden.

3. Je oefent met het uitgebreid beantwoorden van toets vragen

1. Open je Word document van Ikea

2. Maak de opdracht af

3. Lever hem in via Teams

4. Uitwisselen

5 architectuurstromingen:

1. Modernisme
2. Structuralisme
3. Postmodernisme
4. Supermodernisme
5. Neotraditionalisme

Dimensies:

Toegepast & Autonoom

5 design stijlen:

1. Bauhaus

2. Art Nouveau

3. Postmodernisme

4. Duurzaam design

5. Social design

 TERUGBLIK!

Social design? 

• wat was het ook alweer?
• Een ontwerp (of dienst) voor maatschappelijke verandering,Door voor initiatieven te kiezen die Social design inzetten draag je bijvoorbeeld bij aan positieve verandering op het gebied van duurzaamheid, of help je mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan zinvol werk.

Voorbeelden: 

• upfront
• granny's finest
• Binthout

https://studioperspective.nl/makers/

Uitwisselen

1. Ga in een viertal met elkaar in gesprek (waar je zit)
2. Welk voorbeeld uit de Ikea catalogus heb je uitgekozen en waarom? 
3. Als je een design/product wilt ontwerpen voor Social Design, waar zouden jullie als groep mee komen? 
   > Wat voor design wil je gaan maken?(doelgroep/niche)
   > Waar staat het voor?
   > Hoe ziet het eruit?
   > Wat is het maatschappelijk belang? 

1. Bauhaus

2. Art Nouveau

3. Postmodernisme

4. Duurzaam design

5. Social design

5 architectuurstromingen:

1. Modernisme
2. Structuralisme
3. Postmodernisme
4. Supermodernisme
5. Neotraditionalisme

Dimensies:

Toegepast & Autonoom

5 design stijlen:

1. Bauhaus

2. Art Nouveau

3. Postmodernisme

4. Duurzaam design

5. Social design

 TERUGBLIK!

Leerdoelen

1. Je kunt de dimensies toegepast en autonoom herkennen en uitleggen.

2. Je kan de verschillende architectuur- en design stromingen herkennen, onderscheiden en uitleggen a.d.h.v. kenmerken en voorbeelden.

3. Je oefent met het uitgebreid beantwoorden van toets vragen

Ambachtelijk en Industrieel

• Ambacht = handwerk 
• 'Diegene kent zijn vak' > eigen techniek/Expertise
• Vaak op een traditionele wijze gemaakt.
• Uniek/waardevol = want lagere oplage

Wat kan ambachtelijk werk/ een product zijn? 

Ambachtelijk en Industrieel

• Maakproces via > machines en automatisering
• Massaproductie = grote oplage
• lopende band werk
• Ieder product is hetzelfde

Wat kan een industrieel product zijn? 

Amsterdamse school

• 1910-1930 (valt onder Modernisme)
• Geen 'school' > een groep Nederlandse architecten 
• Eigen manier van vormgeven 
  > Ze zijn in de 'leer'
  
   
• Expressief! (levendig/sprekend)
• Inspiratiebron: Natuur > grotten, rotsen, kristalvormig
• ronde gevels en uitbundige (hoek)decoraties
• AMBACHT! Komt hierin terug  
• Architectuur verandert de samenleving = Iedereen is gelijk!

Amsterdamse school 

(Het scheepvaart huis)

• Totaalkunstwerken 
  Gesamtkunstwerk
• Verschillende soorten ambachten komen samen! 
• Baksteen, decoratief metselwerk, gevels vol versieringen, glas in lood, hout, graniet, marmer, details van smeedijzer (art nouveau)

5 architectuurstromingen:

1. Modernisme
2. Structuralisme
3. Postmodernisme
4. Supermodernisme
5. Neotraditionalisme

Dimensies:

Toegepast & Autonoom

5 design stijlen:

1. Bauhaus

2. Art Nouveau

3. Postmodernisme

4. Duurzaam design

5. Social design

 TERUGBLIK!

Samenvatting af?

Amsterdamse school

Uitbundige architectuur

> Lees blz. 30 in je boek.

Vraag: 

Wat is opvallend aan de Amsterdamse school?

Waarin onderscheid de Amsterdamse school zich van de hoofdkenmerken van het Modernisme?  

           Oefenvragen

1. Hoe zijn de designstroming Art nouveau én de architectuurstroming postmodernisme beide te herkennen in dit gebouw? Benoem per stroming, twee kenmerken.

Vraag 2:

Hoe zijn de uitgangspunten van het modernisme terug te zien in dit huis? Benoem aan de hand van materiaal, vorm, constructie, omgeving.

vraag 3:

Bij welke designstroming past dit meubelstuk als het gaat om voorstelling (vorm en functie) en vormgeving (Materiaal, Techniek, context, visie) en is dit designstuk autonoom of toegepast? 

4. Onder welke architectuurstroming valt het gebouw The George op de Zuidas?

Let op, een combinatie van architectuurstromingen is soms ook mogelijk, mits juist onderbouwd.  

links =voorkant gebouw

rechts= achterkant gebouw

Twee algemene leertips:

Tip 1 : Onderbouw je antwoord altijd! Een enkel begrip levert geen punten op. Bedenk altijd ‘waarom’ je iets vindt.

Tip 2: Vraag jezelf bij elke architectuurstroming af, wat kan de keuze voor deze architectuurstijl voor positieve werking hebben op de bewoners van dat huis. Zijn er ook negatieve kanten?

Volgende week:

• PTA opdracht
• Ik deel de boekjes uit met de tocht 
• Je zorgt dat je een groepje hebt van 3
  (deze geef je aan me door)
• Maak duidelijke afspraken met elkaar
• Je mag op pad!
• Nu Ikea opdracht afmaken en inleveren voor volgende week.