EHBO oefentoets

EHBO oefentoets
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

EHBO oefentoets

Slide 1 - Slide

Waar staat EHBO voor?
A
Eerste hulp bij overstekende dieren
B
Eerste hulp bij onnodige situaties
C
Eerste hulp bij ongevallen
D
Effectieve hulp bij onwel wording

Slide 2 - Quiz

Wat is een normale lichaamstemperatuur voor honden?

Slide 3 - Open question

Welk lichaamsdeel moet je onderzoeken om de slijmvliezen van een dier te beoordelen?
A
De poten
B
Het tandvlees
C
De huid
D
De staart

Slide 4 - Quiz

Botbreuk of een gewricht uit de kom is een voorbeeld van een spoedgeval dat niet direct levensbedreigend is?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Noem een voorbeeld van een levensbedreigend spoedgeval

Slide 6 - Open question

Waar staat de letter R voor in het SPAR onderzoek?
A
Rillen
B
Raken
C
Reuk
D
Reflexen

Slide 7 - Quiz

In welke twee onderdelen van het SPAR onderzoek willen we als eerste doen?

Slide 8 - Open question

Wat is een belangrijk doel van EHBO bij dieren?
A
Lijden van het dier verlichten
B
Er bij staan en kijken
C
De baasjes helpen
D
Observeren of de mensen wel goed handelen

Slide 9 - Quiz

Naar welke punten kijken we bij de gezondheidscontrole?

Slide 10 - Open question

Waar kijken we naar bij het gebit?
A
Of de ze tanden missen
B
Resten van eten
C
Tandsteen, tandvlees, afgebroken of beschadigde tanden
D
Of de tanden recht staan

Slide 11 - Quiz

Wat controleren we bij de oren?

Slide 12 - Open question

Wat is een voorbeeld van pijnuiting bij de hond?
A
Veel plassen
B
Weg lopen
C
Geen geluid maken
D
Heel veel aandacht vragen

Slide 13 - Quiz

Wat is het SPAR onderzoek?
A
Het is een onderzoek naar het gedrag van de kat
B
Het is een onderzoekprotocol
C
Het is een onderzoek naar het gedrag van dieren
D
Het is een onderzoek naar de oren van de hond

Slide 14 - Quiz

Waar controleren we de slijmvliezen bij een dier?

Slide 15 - Open question

Welke kleur slijmvliezen is niet afwijkend?
A
Geel
B
Rood
C
Blauw
D
Roze

Slide 16 - Quiz

Waar kijken we naar als we de CRT controleren bij het dier (drukken op het tandvlees)

Slide 17 - Open question

Waar meten we niet de pols?
A
Op zijn poot
B
In de lies
C
Met een stethoscoop
D
Op de borstkas

Slide 18 - Quiz

Waar staan de letters SPAR voor?

Slide 19 - Open question

Waar letten we op bij het contoleren van de hartslag?

Slide 20 - Open question

Wat is de normale frequentie van de ademhaling van de hond?
A
60-100 ademhalingen/minuut
B
10-30 ademhalingen/minuut
C
15-40 ademhalingen/minuut
D
50-70 ademhalingen/minuut

Slide 21 - Quiz

Wat is een reflex?

Slide 22 - Open question