5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt?

H5 Is er werk voor jou?
Paragraaf 5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5 Is er werk voor jou?
Paragraaf 5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt?

Slide 1 - Slide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Slide

Wat is arbeidsverdeling?
A
Personen en bedrijven doen willekeurig werk.
B
Personen en bedrijven doen werk waarin zij gespecialiseerd zijn.
C
Personen en bedrijven doen werk dat niet relevant is.
D
Personen en bedrijven doen alleen werk waar ze niet goed in zijn.

Slide 3 - Quiz

Wat zijn de voordelen van werken als zelfstandige?
A
WIA en WW uitkering
B
Arbeidsovereenkomst, afgesproken loon, vakantiedagen
C
Meer vrijheid, bepalen eigen werk en werktijden
D
Werken via een uitzendbureau

Slide 4 - Quiz

Wat is een NV?
A
Een ondernemingsvorm met één eigenaar
B
Een ondernemingsvorm waarbij de aandelen vrij verhandeld worden
C
Een ondernemingsvorm waarbij de eigenaren privé aansprakelijk zijn
D
Een ondernemingsvorm waarbij de aandelen niet vrij verhandeld worden

Slide 5 - Quiz

Wat is een BV?
A
Een ondernemingsvorm waarbij de eigenaren geen geld in het bedrijf stoppen
B
Een ondernemingsvorm waarbij de aandelen vrij verhandeld worden
C
Een ondernemingsvorm met één eigenaar
D
Een ondernemingsvorm waarbij de eigenaren niet privé aansprakelijk zijn

Slide 6 - Quiz

Wat is een Vof?
A
Een ondernemingsvorm waarbij er geen inkomstenbelasting betaald wordt
B
Een ondernemingsvorm waarbij de eigenaren niet samen de leiding hebben
C
Een ondernemingsvorm met twee of meer eigenaren
D
Een ondernemingsvorm met één eigenaar

Slide 7 - Quiz

Wat is een eenmanszaak?
A
Een ondernemingsvorm waarbij de eigenaar niet zelf de leiding heeft
B
Een ondernemingsvorm waarbij de winst niet het inkomen voor de eigenaar is
C
Een ondernemingsvorm met twee of meer eigenaren
D
Een ondernemingsvorm met één eigenaar

Slide 8 - Quiz

Begrippen paragraaf 5.2
  • Arbeidsverdeling
  • Bv
  • Eenmanszaak
  • Nv
  • Productiesectoren
  • Vof
  • Zelfstandige 
  • Zzp'er

Slide 9 - Slide

Leerdoelen 5.3
  • Je kunt uitleggen wat de arbeidsmarkt en wat werkgelegenheid is.
  • Je kunt uitleggen wanneer je bij de beroepsbevolking hoort.
  • Je kunt uitleggen waar de Algemene wet gelijke behandeling voor bedoeld is.
  • Je kunt uitleggen wat arbeidsparticipatie is.

Slide 10 - Slide

Arbeidsmarkt
  • De vraag naar en aanbod van arbeid is de arbeidsmarkt.
  • De arbeidsmarkt is nooit helemaal in evenwicht. In een krappe arbeidsmarkt zijn er meer banen dan mensen die kunnen/willen werken.
  • In een ruime arbeidsmarkt is er meer aanbod, er is dan veel werkloosheid.
  • De prijs voor arbeid is het loon. 

Slide 11 - Slide

Wat is de definitie van arbeidsmarkt?
A
De vraag naar en aanbod van arbeid
B
De prijs voor arbeid
C
De werkgevers
D
De beroepsbevolking

Slide 12 - Quiz

Wat is de definitie van werkgelegenheid?
A
Werkenden en werkzoekenden
B
De vraag naar arbeid
C
Alle banen die er zijn
D
Arbeidskrachten nodig hebben

Slide 13 - Quiz

Vraag en aanbod van werk
  • Werkenden en werkzoekenden zorgen voor aanbod van arbeid. Zij vormen de beroepsbevolking.
  • De vraag naar arbeid komt van werkgevers. Zij hebben arbeidskrachten nodig.
  • Alle banen die er hierdoor zijn, vormen de werkgelegenheid.
  • Je kunt de werkgelegenheid uitdrukken in arbeidsjaren. Één arbeidsjaar is werk voor 1 persoon in 1 jaar in een voltijdbaan.

Slide 14 - Slide

Hoe wordt de werkgelegenheid uitgedrukt?
A
In arbeidsjaren
B
In persoonlijke arbeid
C
In voltijdbanen
D
In werkkrachten

Slide 15 - Quiz

Algemene wet gelijke behandeling
  • Sommige groepen kunnen lastig werk vinden ondanks dat ze net zo geschikt zijn door een ander.
  • Leeftijd, gender, afkomt, religie en seksuele geaardheid kunnen hierbij een rol spelen.
  • Volgens de algemene wet gelijke behandeling mag dit niet.
  • Toch komt dit in de praktijk wel vaak voor. Vrouwen verdienen vaak voor hetzelfde werk minder salaris.

Slide 16 - Slide

Wat is het doel van de algemene wet gelijke behandeling?
A
Het beschermen van werkgevers tegen onterechte claims
B
Het stimuleren van concurrentie tussen werknemers
C
Het bevorderen van gelijke kansen en het voorkomen van discriminatie
D
Het beperken van individuele vrijheid

Slide 17 - Quiz

Arbeidsparticipatie
  • Het percentage van de bevolking dat werkt of wil werken, noem je de arbeidsparticipatie.
  • Al tientallen jaren stimuleert de overheid vrouwen om te werken en zo economisch onafhankelijk te zijn.
  • De arbeidsparticipatie van vrouwen is hierdoor sterk toegenomen.

Slide 18 - Slide

Wat is arbeidsparticipatie?
A
Een maatstaf voor economische groei.
B
Het percentage van de bevolking dat niet werkt.
C
Een term voor werkloosheid.
D
Het percentage van de bevolking dat werkt of wil werken.

Slide 19 - Quiz

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen wat de arbeidsmarkt en wat werkgelegenheid is.
  • Je kunt uitleggen wanneer je bij de beroepsbevolking hoort.
  • Je kunt uitleggen waar de Algemene wet gelijke behandeling voor bedoeld is.
  • Je kunt uitleggen wat arbeidsparticipatie is.

Slide 20 - Slide

Begrippen paragraaf 5.3
  • Arbeidsmarkt
  • Arbeidsparticipatie
  • Algemene wet gelijke behandeling
  • Beroepsbevolking
  • Flexibele baan
  • Werkgelegenheid

Slide 21 - Slide

Aan het werk!
Maken opdrachten 5.3: 5, 6, 8, 12, 13 en 14 RO: 
Maken Rekenopdrachten: 16 en 17
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 5.3
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 5.3

 

timer
25:00

Slide 22 - Slide