Les 8 Corneafysiologie

8. Corneafysiologie
  • 8.1 Epitheeldefecten
  • 8.2 Stromale aandoeningen
  • 8.3 Endotheelafwijkingen
  • 8.4 Het rode oog
1 / 48
next
Slide 1: Slide
CLBeroepsopleiding

This lesson contains 48 slides, with text slides.

Items in this lesson

8. Corneafysiologie
  • 8.1 Epitheeldefecten
  • 8.2 Stromale aandoeningen
  • 8.3 Endotheelafwijkingen
  • 8.4 Het rode oog

Slide 1 - Slide

8.1 Epitheeldefecten
  •  microcysten
  • vacuolen
  • bullae 
  • filamenten

Slide 2 - Slide

Microcysten
  • afsterven van epitheelcellen na lange hypoxie
  • in diepere epitheliale lagen
  •  met indirect of retro licht te zien
  •  zien eruit als kleine holten, kuiltjes omdat het licht omkeert

Slide 3 - Slide

Vacuolen
  •  met gas of vloeistof gevulde holten in de cellen
  •  zijn groter dan de microcysten en minder van belang
  •  zien eruit als blaasjes, druppeltjes
  • indirect of retrobelichting

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

cornea- Bullae
- door langdurig stress door hypoxie
- vaak pijn, doordat de zenuwuiteinde bloot komt te liggen
- zijn blaasjes, het epitheel komt als het ware los van het basaalmembraan

Slide 6 - Slide

Filamenten
- zijn een afscheiding van de epitheliale cellen
- bij droge ogen
- waarneembaar als kommavormige mucusdruppels
- bij SLK altijd zichtbaar (superiore limbale keratitis

Slide 7 - Slide

8.2 Stromale aandoeningen;
  •  oedeem
  • dellen 
  • neovacularisatie 
  • cornea-infiltraten

Slide 8 - Slide

Stromaal oedeem
  • de cornea helderheid neemt af en de dikte toe
  •  de belangrijkste oorzaak is verminderde zuurstofaanvoer
  • > 5% oedeem ontstaan striae -  lenzen verwijderen
  • >10% oedeem vouwen in het membraan van descemet

Slide 9 - Slide

Als er ergens cornea oedeem (stromaal) benoemd wordt= dan kun je (bijna) altijd striae zien

Slide 10 - Slide


Stromale dellen
- zijn druppelvormige verdunningen meestal aan de rand van de limbus
- door slechte bevochtiging en verminderde knipperfrequentie


Slide 11 - Slide

Neovascularisatie
1. Pannus; tussen epitheel en het membraan van Bowman
2. Stromale vascularisatie; in het middel van het stroma
3. Diepe stromale neovascularisatie; radiaire vaten afkomstig van de ciliaire arterien

Slide 12 - Slide


Stromale neovascularisatie
- kleine scherp begrensde bloedvaatjes


Slide 13 - Slide

Oorzaken neovascularisatie
- door temperatuurstijging van de cornea en daardoor meer behoefte aan zuurstof
- bij herstel “ghost vessels “
- bij lensdragers; slechte passing, lage Dk, allergieën 

Slide 14 - Slide

Cornea infiltraten
- zijn afzettingen van ontstekingscellen, rode en witte bloedcellen, dode bacteriën, pus en etter tussen de cellen
- meestal aan de rand van de limbus
- kan een reactie zijn op exotoxinen van stafylokokken
- steriel infiltraat (foto) 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

8.3 Endotheelafwijkingen
  • bleps
  • dauwvorming 
  • polymegatisme

Slide 17 - Slide

 Blebs
  •  gezwollen endotheel cellen – met spiegelende belichting - ze zien eruit als gaten in het endotheel ( kunnen we wel zien met de SL)
  •  bij lichte vormen (CL gerelateerd) zijn na 10 minuten weg


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Epitheliale dauwvorming
  • vaak inferieur waarneembaar
  • bij intolerantie lenzen of bij ontstekingsreactie 

Slide 20 - Slide

Endotheel afwijkingen 
Polymegatisme
  •  verandering in grootte van de endotheelcellen 
  • pleomorfisme=onderling van vorm veranderen
  • door zuurstof tekort
  •  op termijn endotheel cellen verdwijnen en ontstaat bulleuze keratopathie
  •  vergroting 100X nodig





Slide 21 - Slide

8.4 Het rode oog; jaarlijks 1,5 miljoen consulten

  • conjunctivitis/keratitits; bacteriën, virussen, schimmels, allergieën, SLK
  •  episcleritis
  • iritis,iridocyclitis
  • cornea ulcus
  • tight lens syndrome
  • Superior epithelial arcuate lesion (SEAL)
  • Giganto papillaire conjunctivitis (GPC)
  • Contact Lens acute red eye (CLARE)

Slide 22 - Slide

8.4 Het rode oog
  • jaarlijks 1,5 miljoen consulten
  • differentiaal diagnose
  • subjectieve bevindingen
  • objectieve bevindeingen 

Slide 23 - Slide

Conjuntivitis; bacteriële infectie
S: branderig gevoel, jeuk, ’s morgens oogleden vastgeplakt
O: Visus is normaal, conjunctivale roodheid, slijmerige afscheiding, wimpers vastgeplakt, cornea kan afwijkingen vertonen
P: doorsturen Ha (antibacterieel middel)
B:  Niet nodig is beter voor de weerstand, het lichaam produceert lysozym (bacteriedodend)- Hygiëne belangrijk, besmetting via handdoek mogelijk

Slide 24 - Slide

Bacteriële conjunctivitis

Slide 25 - Slide

Conjunctivitis; Virale infectie
   Vaak in een griepperiode (adenovirus)

S: Branderig, zandgevoel in de ogen, verkoudheid, jeuk, fotofobie, tranen 
O: Beide ogen diffuus rood, waterige afscheiding, cornea staining (soms),
follikels (kleine glazige bolletjes) 
P:
B:  Niet mogelijk
- Let op besmettingsgevaar voor jou en je klanten !!!!

Slide 26 - Slide

Onderzoek



Slide 27 - Slide

Virale conjunctivitis

Slide 28 - Slide

Herpes-simplex-virus
Wordt keratoconjunctivitis genoemd
S: Aanvankelijk pijn en conjunctivale roodheid
-     na drie dagen is de pijn volledig weg
-    Dan ciliaire roodheid en visus wordt minder
-    Het virus knaagt de zenuw doormidden, geen pijn prikkels meer
-    Verplaatsing naar de stroma en verlittekening (dendritische ulcus)
O:  Kleurt aan met fluo  
-    Als bij aanraken ( met wattenstaafje) cornea geen pijn dan herpes


Slide 29 - Slide

P en Behandeling

-    Doorsturen
-    Eens herpes, altijd herpes
-    Contra-indicatie lenzen


Slide 30 - Slide

Conjuntivitis; Schimmelinfectie  (chlamydia)

S: branderige ogen, slijmerige-draderige afscheiding, (blaasontsteking?)
O:Vaak jonge kinderen, bilateraal diffuse roodheid conjunctiva  mucopurulente afscheiding, keratitis, infiltraten rondom limbus vaak met neo
P: doorsturen
B: bij kinderen noodzakelijk


Slide 31 - Slide

Schimmelinfectie (chlamydia)
LET op! 
lijkt op de virale conjuntivitis

Slide 32 - Slide

 Conjunctivitis; Allergische reactie
S: jeuk beide ogen, vaker gehad, tranen
O: conjunctiva rood, oedeem oogleden, cobble stones (zeer grote GPC), waterige afscheiding
P: doorsturen voor  vaststellen type allergie
B: zie volgende dia

Slide 33 - Slide

 Conjunctivitis; Allergische reactie
Behandeling
-    vaststellen waar het vandaan komt
-    antihistamine injecties
-    medicijnen en lensvloeistof – ook cornea aangedaan
-    contactlens – GPC , door eiwitten, materiaal lenzen of mechanische prikkel
-    direct bij inzetten reactie, later zakt af – vloeistof (conserveerstoffen)

Slide 34 - Slide

GPC
Als een klant contactlensgerelateerde papillaire conjunctivitis heeft= dan heeft hij last van jeuk en slijmdraden.
Als je bij omklappen oogleden GPC ziet  dan kan je (eventueel) adviseren om daglenzen te gebruiken.

Slide 35 - Slide

Allergieën
Als je over de hele cornea een micropunctata ziet= dan kan het een toxische reactie zijn op vloeistof ( niet direct door epitheliaal oedeem)

Als je follikels ziet dan kan de oorzaak een allergische reactie zijn.


Slide 36 - Slide

Conjunctivitis; SLK
Superiore limbale keratoconjuntivitis
S: klachten met het dragen van contactlenzen, cornea uitdroging, vaak bij vouwen boven 50
O: onder het bovenooglid, hyperemie met kronkelvaten, staining, infiltraten, GPC
P: stoppen met lenzen
B: eventueel traansupliment

Slide 37 - Slide

(Epi)scleritis
S: rood oog, oogbewegingen zijn pijnlijk
  •  er op drukken doet pijn
  •  geringe pijn episcleritis,
  • meer pijn scleritis
 O:  de roodheid is plaatselijk
P: doorsturen, zeker bij scleritis
B:  auto-immunziekte

Slide 38 - Slide

Iritis, iridocyclitis

S: pericorneale roodheid, aanvankelijk weinig klachten, later pijnklachten, visus verlies, fotofobie, accommodatiespasme
O: pericorneale roodheid, descemet stippen, VOK ontstekingscellen,      Synechia posterior
P: altijd doorsturen
B: Onstekingsremmers, is chronisch, artritis

Slide 39 - Slide

Iritis, iridocyclitis
 Synechia posterior                                                      pericorneale roodheid,

Slide 40 - Slide

Cornea –ulcus
S: Pericorneale roodheid, pijn, fotofobie, visusverlies
O: Visusverlies, pericorneale roodheid,
  Centraal kleurende cornea, soms hypopyon
P: doorverwijzen
B: micro-organisme kweekje nodig


Slide 41 - Slide

Tight lens syndroom
   Lens te strak/vast, druk op de conjunctiva



Slide 42 - Slide

Inspectie fornix belangrijk bij contactlenzen
Overgevoeligheid
-    Roodheid
-    Follikels
-    Papillen
-    Slijmerige afscheiding
-    Pijn, CA gevoel

Slide 43 - Slide

Superior epithelial arcuate lesion (SEAL)
Door een te lossen lens, mechanische wrijving
S: klachten met lenzen dragen
O: arcuate staining superior
P: strakere lens, ander materiaal

Slide 44 - Slide

Giganto papillaire conjunctivitis (GPC)
Proteïne conjunctivitis of cobble-stone-conjunctivitis
S: klachten met lenzen
O: GPC
Oorzaak meestaal eiwitafzetting of 
mechanische invloed
P: lensmateriaal, lens beter schoonmaken

Slide 45 - Slide

Contact lens acute red eye (CLARE)
S: meestal unilateraal, hyperemie, plotseling, pijn, ongemak, waterige afscheiding, fotofobie
O: hyperemie 
P: oorzaak meestal te lang dragen van de lenzen
B: kortere draagtijden, materiaal, 

Slide 46 - Slide

Kromming cornea
-    Verandering van 0,1 mm, meestal steiler
-    Bij zachte lenzen altijd door dikker worden van de cornea – door oedeem
-    Heraanpassing

Slide 47 - Slide

Lensvervuiling
-    Zachte lenzen zijn gevoelig voor aanslag
-    In “vivo” onderzoeken  ?   Met SL is  niet alles te zien
-   In vitro (buiten het oog)  Met lensviewer of Peak loep


Slide 48 - Slide