Modalverben

Modalverben
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Modalverben

Slide 1 - Slide

Modale werkwoorden
Modale (hulp)werkwoorden zijn werkwoorden die een bepaalde houding ten opzichte van het werkwoord aangeven. 

De modale werkwoorden in het Nederlands zijn willen, mogen, zullen, moeten en kunnen.

Slide 2 - Slide

Modale werkwoorden
Moeten: noodzakelijkheid
Zullen: waarschijnlijkheid
Kunnen: mogelijkheid
Willen: wenselijkheid
Hoeven: het ontbreken van noodzakelijkheid

Slide 3 - Slide

maak oefening 19
Seite 78

Slide 4 - Slide

Maak een zin met
het werkwoord können.

Slide 5 - Mind map

Maak een zin met
het werkwoord dürfen.

Slide 6 - Mind map

Maak een zin met
het werkwoord wissen.

Slide 7 - Mind map

maak oefening 20, 21 en 22
Seite 79-80

Slide 8 - Slide

Maak een zin met
het werkwoord wollen.

Slide 9 - Mind map

Maak een zin met
het werkwoord mögen.

Slide 10 - Mind map

Maak een zin met
het werkwoord möchten.

Slide 11 - Mind map

maak oefening 23, 24 en 25
Seite 81-82

Slide 12 - Slide

Wat is volgens jou het verschil
tussen müssen en sollen?

Slide 13 - Mind map

Maak een zin met
het werkwoord müssen.

Slide 14 - Mind map

Maak een zin met
het werkwoord sollen.

Slide 15 - Mind map

maak oefening 26, 27 en 28
Seite 82-83

Slide 16 - Slide