B3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Thema 13 Transport en afweer

Neem je laptop (dicht) en boek blz. 104 voor + pen

Neem blz. 104/105 voor

Samenvattingsopdracht 4 nakijken

Herhaling vorige les

Haarvat

Slagader

Ader

Slagaders

Haarvaten

Aders

Gespierde wand

1 cellaag dik

'Vervoert bloed naar het hart toe

Vervoert bloed 

van hart af

Heeft kleppen

Hier vindt gaswisseling plaats

Je kunt je hartslag meten bij je pols.
Dit is een voorbeeld van een

1. aorta
2. slagader
3. ader
4. haarvat

In welke bloedvaten is
de bloeddruk laag?

1. In haarvaten en aders
2. alleen in aders
3. alleen in haarvaten
4. in slagaders

Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?

longslagader niet

1. ja
2. nee
3. bijna altijd

In welke bloedvaten worden stoffen in het bloed opgenomen en aan organen afgegeven?

1. aders
2. haarvaten
3. slagaders
4. de holle aders

1. Kleine bloedsomloop
2. Grote bloedsomloop

In welke volgorde stroomt het bloed vanaf het hart?

1. Slagader - haarvaten- ader
2. haarvaten - ader - slagader
3. Ader - haarvaten - slagader
4. Slagader - ader - haarvaten

Heeft klepjes

1. Slagader
2. Aders
3. Haarvaten

De poortader is:

1. Zuurstofrijk-voedingsstofrijk
2. Zuurstofrijk-voedingsstofarm
3. Zuurstofarm- voedingsstofrijk
4. Zuurstofarm- voedingsstofarm

Samenvattingsopdracht blz. 114/115

Nakijken samenvattingsopdracht 

Thema 13 Transport en afweer

B1 Bloed

B2 De bloedsomloop en de bloedvaten 

B3 Het hart

B4 Hart- en vaatziekten

B5 Weefselvloeistof en lymfe

B6 Afweer

B7 Transplantaties en bloedtransfusies

Leerdoelen

•  Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
  
• Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Ligging hart

Ligt in borstholte iets naar links onder het borstbeen.

Ongeveer zo groot als je vuist.

Maar hoe zit dit dan?

Het hart bestaat voor een groot gedeelte uit spierweefsel.

De spiercellen hebben allemaal zuurstof en voedingsstoffen nodig en moeten hun afvalstoffen aan het bloed kwijtraken. 

Hoe komen deze cellen in contact met bloed?

Uitleg het hart

Je ziet hier het buitenaangezicht van het hart.

Om het hart lopen kransslagaders om zuurstof aan het hart te geven.

Onderdelen Hart (binnen)

Samenvattingsopdracht 3 boek

Vul de onderdelen van het hart in op blz. 123

Schrijf daaronder welke stoffen van en naar het hart gaan

Over 10 minuten gaan we nakijken

De weg van het bloed in hart

1. Rechterboezem
   
2. Rechterkamer
   
3. Longslagader
   
4. Longen
   
5. Longader
   
6. Linkerboezem
   
7. Linkerkamer
   
8. Aorta
   

holle ader

1

rechter boezem

2

rechter kamer

3

longslagader

3

longader

4

linkerboezem

5

linkerkamer

6

aorta

7

dikkere spierwand (links)

8

Leren en snappen

Tussenschot (Tussen de linker- en de rechterkant van het hart)

9

Examenopgave 1

Hoeveel keer komt hormoon FGF21 minimaal door het hart wanneer het via de kortste weg van de lever naar de hersenen gaat?

A geen enkele keer

B één keer

C twee keer

Examenopgave 1

Hoeveel keer komt hormoon FGF21 minimaal door het hart wanneer het via de kortste weg van de lever naar de hersenen gaat?

A geen enkele keer

B één keer

C twee keer

(De route van FGF21 van de lever naar de hersenen verloopt via leverader – onderste holle ader – rechterboezem – rechterkamer – longslagader – longader – linkerboezem – linkerkamer – aorta – halsslagader. Hierbij wordt het hart dus twee keer gepasseerd.)

Oefenen

Maak opdrachten 1 t/m 7 van 13.3

Opdracht 3 maak je in je boek af

De lesstof lees je in je boek op blz. 118 t/m 121

Eerste 5 minuten stil, daarna fluisterniveau

Klaar? Start met de test jezelf van 13.3

Huiswerk

Maken: online opdr. 1 t/m 7 van 13.3

Opdracht 3 in je boek