This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning
Blooket;
Theorie;
Tijd over --> zelfstandig werken.
Slide 1 - Slide
Reconstructie van het domein van Vlaardingen van de graaf Dirk III van Holland.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
1. Verstedelijking
Vanaf het jaar 1000 gingen boeren moerassen droogleggen en bossen kappen -> landbouwontginning
Verbetering van de landbouwtechnieken -> ploeg en mest
Gevolg: landbouw brengt meer op -> mensen leven langer en gezonder -> bevolking kan groeien (verdubbeld tot 1300)
Gevolg: handel neemt toe
Indirect gevolg: nijverheid neemt toe (een deel van de bevolking kan ander werk gaan doen)
Marktplaatsen groeien uit tot steden (verstedelijking). Deze gaat het snelst in Noord-Italië, Vlaanderen en Holland. Er ontstaat weer een landbouwstedelijke samenleving!
Slide 4 - Slide
Veranderingen op het platteland
Vanaf ongeveer het jaar 1000 veranderen er dingen:
- Domeinheren lieten boeren moerassen droogleggen en bossen kappen.
- Boeren verbeterden hun landbouwtechniek:
1. ijzeren ploeg
2. halsjuk
Slide 5 - Slide
ijzeren ploeg
halsjuk
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Welke landbouw verbeteringen zie je op de afbeelding?
A
Ontbossen
B
De ijzeren ploeg
C
De halsjuk
D
Alle antwoorden zijn goed.
Slide 9 - Quiz
Gevolgen:
Grotere oogst, meer voedsel,
mensen leven langer
bevolking groeit en er is voedsel over!
--> ontstaan van de handel.
Slide 10 - Slide
tussen 1000 en 1300 verdubbelde de Europese bevolking zich!
Slide 11 - Slide
Handel
Boeren gaan hun landbouwoverschot verkopen, dit doen ze op markten.
- knooppunten van land- en waterwegen.
- bij een kastelen en kloosters
Hierdoor groeit de handel.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Ontstaan van steden
Door de groei van de bevolking kon een deel van de boeren ander werk gaan doen, bijv. handelaar worden of ambachtsman.
In de stad waren ze vrij (geen horige boer meer)
Tussen 900-1300 ontstaan er 1000 steden in Europa
Slide 14 - Slide
Conclusie ontstaan steden
Door landbouwverbeteringen ontstonden er voedseloverschotten
Overschotten werden verkocht op de markt --> HANDEL
Specialisatie: er ontstaan ambachten(niet iedereen hoeft in de landbouw, dat kwam ook door de bevolkingsgroei);
Handelaren en ambachtsmensen gaan wonen rond de markt --> steden ontstaan
Slide 15 - Slide
Landbouw - stedelijke samenleving
Een maatschappij waarin de meeste mensen op het platteland wonen en in de landbouw werken, maar waar ook steden zijn, waarin veel mensen hun brood verdienen als ambachtsman of handelaar.
Slide 16 - Slide
Voor 11e eeuw
Na 11e eeuw
Slide 17 - Slide
2. De geldeconomie
Vraag: wat iemand wil kopen.
Aanbod: wat iemand wil verkopen.
Door de opkomst van de handel gingen mensen weer geld gebruiken. Elke stad, koning of hertog kon zijn eigen munten slaan. Hierdoor waren er geldwisselaars waar je munten kon ruilen. Ook ontstonden er in deze tijd banken.
Slide 18 - Slide
De geldeconomie:
Economie waarin met geld wordt betaald
Slide 19 - Slide
Vraag: Hoe werd er betaald in de vroege Middeleeuwen (500-1000)
A
Met munten
B
Door het ruilen van gemaakte spullen of opbrengst van de landbouw.
C
Met wisselbrieven
D
Met schelpen
Slide 20 - Quiz
Antwoord
Ruilhandel. De mensen op een domein maakten hun spullen zelf of ruilden spullen.
Pacht werd ook in natura betaald.
Onhandig voor de domeinheer, want graan en eieren kon je slecht bewaren en onhandig voor de boeren: ruilen op de markt lastiger dan.....met geld betalen.
Slide 21 - Slide
Nog een probleem...
Ieder koninkrijk en stad had een eigen munt.
Oplossing: geld wisselen.
Handel en nijverheid namen toe.
Slide 22 - Slide
Reizen was voor handelaren gevaarlijk. Hoe kwam dat?
A
ze hadden veel geld bij zich
B
ze hadden dure koopwaar
C
er was veel armoede
D
eigenlijk is alles wel goed
Slide 23 - Quiz
oplossing?
A
geld naar de bank brengen
B
geld goed verstoppen
Slide 24 - Quiz
Geld naar de bank
Slide 25 - Slide
Er kwamen wisselbrieven
Slide 26 - Slide
3. Gilde (samenwerking in de nijverheid)
Ambachtslieden werden lid van gildes. = beroepsvereniging in een stad
Wat deden gilde leden?
Zorgen voor de opleiding van gilde leden
Controleren de kwaliteit van producten
Stellen prijzen vast
Zorgen voor bejaarde en zieke leden en voor de weduwen van gestorven meesters.
Organiseren van feesten, kerkelijke bijeenkomsten en begrafenissen.
Slide 27 - Slide
Samenwerking in de nijverheid:
Een ambachtsman mag niet zomaar in een stad gaan wonen en daar produceren en verkopen wat hij wilde. Hij moest daarvoor lid zijn van een gilde.
Gilde: vereniging van mensen met hetzelfde beroep.
Slide 28 - Slide
Wat doet een Gilde?
Samenwerken om op te komen voor de belangen van de eigen groep.
bepalen van werktijden.
bepalen van prijzen.
controleren van de kwaliteit van producten.
Beroepsopleiding, je mag pas na een meesterproef zelf een bedrijf starten.
Slide 29 - Slide
Wat doet een Gilde?
Zorgen voor bejaarde en zieke leden en voor de weduwen van gestorven meesters.
Organiseren van feesten, kerkelijke bijeenkomsten en begrafenissen.
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Welke taak van het gilde zie je hier?
Slide 32 - Open question
4. Internationale handel
de Hanze: verbond tussen handelssteden aan de Oostzee en Noordzee.
Geen tol vragen aan elkaar.
Samen strijden tegen vijanden, zoals piraten.
Vorsten overhalen tot het beschermen van handelaren en om geen tol te heffen.
Waarom? Om elkaar te helpen en meer winst te maken.
Slide 33 - Slide
Internationale handel
de Hanze: verbond tussen handelssteden aan de Oostzee en Noordzee.
geen tol vragen aan elkaar.
samen strijden tegen vijanden, zoals piraten.
vorsten overhalen tot het beschermen van handelaren en om geen tol te heffen.
Slide 34 - Slide
Internationale Handel:
Noord- Europa: bont, vis, graan, textiel (laken) en zout.
Zuid- Europa: wijn, zout, zuidvruchten zoals dadels, parfum en specerijen.
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Video
0
Slide 37 - Video
Welke voordelen had het als je als stad bij het Hanzeverbond hoorde?
Slide 38 - Open question
Slide 39 - Slide
Zelfstandig werken
Zelfstandig nakijken van de huiswerkdeadlines;
Tijd over --> zelfstandig verder werken .
timer
10:00
Slide 40 - Slide
Zet de tekstblokken in de juiste volgorde van vroeger naar laat. 1= Wat gebeurde er eerst, daarna 2, etc etc
1
2
3
4
5
Er ontstonden steden.
Er kwam meer voedsel, waardoor de bevolking groeide.
Moerassen werden drooggelegd en gronden ontbost.
Handelaren en ambachtslieden gingen dicht bij de markt wonen.
Landbouwoverschotten werden op de markt verkocht.
Slide 41 - Drag question
Maak de juiste combinaties.
Halsjuk
Geldwisselaar
Tijd van steden en staten
Ijzeren ploeg
Ontstaan bij knooppunten van land en waterwegen of bij een kasteel/klooster.