What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Thema 7_Les 6, 7 en 9
Welk woord past op de lege plek?
Kies uit:
in zeer goede staat, hoogtepunt, collectie, kunstvoorwerp, vrijwel
U kijkt nu naar een grote ________ voorwerpen uit Afrika.
Dit masker is het _______ van deze verzameling.
Zoals u ziet, is het _______ .
Dit ______ heeft zeer veel waarde.
Het is ________ onbetaalbaar.
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 5
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welk woord past op de lege plek?
Kies uit:
in zeer goede staat, hoogtepunt, collectie, kunstvoorwerp, vrijwel
U kijkt nu naar een grote ________ voorwerpen uit Afrika.
Dit masker is het _______ van deze verzameling.
Zoals u ziet, is het _______ .
Dit ______ heeft zeer veel waarde.
Het is ________ onbetaalbaar.
Slide 1 - Slide
Werkwoorden - les 7
Je kunt
werkwoorden
op de juiste manier in een zin
vervoegen
. (t.t.)
Slide 2 - Slide
Wat is een werkwoord?
Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen.
fietsen, lopen, spelen, kruipen, klappen, slapen…
Er gebeurt iets.
sneeuwen, hagelen, waaien, regenen…
Iemand is iets.
zijn, worden, lijken, blijven…
Werkwoorden kunnen veranderen in de zin.
Ze geven aan in welke tijd (tegenwoordige of verleden tijd) de zin staat.
Slide 3 - Slide
Werkwoord vervoegen t.t.
De juiste vorm van het werkwoord opschrijven
ik .....
hij .....
wij .....
Slide 4 - Slide
Regels t.t.
Ik-vorm
= hele werkwoord - en
vb.:
brengen - en =
breng
ik
stam
- ik breng
hij
stam + t
- hij brengt
wij
hele werkwoord
- wij brengen
Slide 5 - Slide
Let op!
Vaak moet je de
Ik-vorm
aanpassen!
Voorbeelden:
werkwoorden:
lopen / reizen
stam:
lop / reiz
ik- vormen:
loop / reis
Slide 6 - Slide
huilen
ik huil
jij/ u huil
t
hij/zij/het huil
t
wij huil
en
jullie huil
en
zij huil
en
Slide 7 - Slide
rennen
ik ren
jij/ u ren
t
hij/zij/het
ren
t
wij rennen
jullie rennen
zij rennen
Slide 8 - Slide
slapen
ik _________
hij / zij / het _________
je / jij / u __________
wij / zij / jullie __________
Slide 9 - Slide
slapen
ik sl
aa
p
hij / zij / het slaap
t
je / jij / u
slaap
t
wij / zij / jullie slapen
Slide 10 - Slide
Welke is het werkwoord?
En in welke vorm staat het?
Hij bouwt een kunstwerk.
A
Hij
B
een
C
bouwt
D
kunstwerk
Slide 11 - Quiz
Welke is het werkwoord?
En in welke vorm staat het?
Wij fietsen naar het museum.
A
Wij
B
fietsen
C
naar
D
museum
Slide 12 - Quiz
Welke is het werkwoord?
En in welke vorm staat het?
In de grote zaal kijken zij naar het kunstvoorwerp.
A
Zaal
B
zij
C
kunstvoorwerp
D
kijken
Slide 13 - Quiz
Welke is het werkwoord?
En in welke vorm staat het?
Ik bouw een kunstwerk na met blokken.
A
bouw
B
ik
C
blokken
D
met
Slide 14 - Quiz
Welke is het werkwoord?
En in welke vorm staat het?
Zij bekijkt de collectie van dichtbij.
A
collectie
B
dichtbij
C
zij
D
bekijk
Slide 15 - Quiz
Maak zelf zes zinnen.
Je mag ieder woord maar een keer gebruiken.
ik, hij, het, jullie, u, wij
werken, zitten, lachen, nemen, noemen, dromen
Slide 16 - Slide
Les 9
hebben / zijn
Dit zijn onregelmatige werkwoorden.
ik
heb, ben
jij
hebt, bent
hij
heeft, is
wij
hebben, zijn
Slide 17 - Slide
Schrijf de juiste vorm van hebben of zijn op.
Welke vorm heb je gebruikt?
Ik _____ een kleine verzameling.
Sem ____ een grotere verzameling.
Bij Sem ______ vrijwel elk voorwerp welkom.
Ik ______ heel kirtisch op wat erbij komt.
Sems collectie ______ een hoge kwantiteit.
Mijn voorwerpen _____ van hoge kwaliteit.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Thema 7 Taalverkennen persoonsvorm
May 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 5
werkwoorden groep 6
September 2022
- Lesson with
19 slides
Het werkwoord
March 2025
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 4
Nederlands H4.2 Spelling ik vorm
January 2025
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Lesson with
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Tegenwoordige / verleden tijd
3 days ago
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 5,6
Grammatica en spelling blok 2 - aangepast
November 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Spelling groep 7/8 - Lijdend voorwerp
January 2021
- Lesson with
17 slides
Taal
Basisschool
Groep 7