Lidwoorden 1
1 / 46
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
__ tafeltje
A
de
B
het
C
...
Slide 5 - Quiz
__ tafel
A
de
B
het
C
...
Slide 6 - Quiz
__ tafeltjes
A
de
B
het
C
...
Slide 7 - Quiz
__ koffie
A
de
B
het
C
...
Slide 8 - Quiz
__ schoen
A
de
B
het
C
...
Slide 9 - Quiz
__ water
A
de
B
het
C
...
Slide 10 - Quiz
__ advocaat
A
de
B
het
C
...
Slide 11 - Quiz
__ jurk
A
de
B
het
C
...
Slide 12 - Quiz
__ trein
A
de
B
het
C
...
Slide 13 - Quiz
__ zitten
A
de
B
het
C
...
Slide 14 - Quiz
__ goud
A
de
B
het
C
...
Slide 15 - Quiz
__ citroen
A
de
B
het
C
...
Slide 16 - Quiz
__ vliegtuig
A
de
B
het
C
...
Slide 17 - Quiz
__ glas
A
de
B
het
C
...
Slide 18 - Quiz
__ Engels
A
de
B
het
C
...
Slide 19 - Quiz
__ komkommer
A
de
B
het
C
...
Slide 20 - Quiz
__ Spaans
A
de
B
het
C
...
Slide 21 - Quiz
__ kijken
A
de
B
het
C
...
Slide 22 - Quiz
__ gedoe
A
de
B
het
C
...
Slide 23 - Quiz
__ vakantie
A
de
B
het
C
...
Slide 24 - Quiz
__ overheid
A
de
B
het
C
...
Slide 25 - Quiz
__ toerisme
A
de
B
het
C
...
Slide 26 - Quiz
__ lente
A
de
B
het
C
...
Slide 27 - Quiz
__ lepel
A
de
B
het
C
...
Slide 28 - Quiz
__ tekening
A
de
B
het
C
...
Slide 29 - Quiz
__ beker
A
de
B
het
C
...
Slide 30 - Quiz
__ verbod
A
de
B
het
C
...
Slide 31 - Quiz
op __ school
A
de
B
het
C
...
Slide 32 - Quiz
op __ middelbare school
A
de
B
het
C
...
Slide 33 - Quiz
__ straat
A
de
B
het
C
...
Slide 34 - Quiz
verschillende __ huizen
A
de
B
het
C
...
Slide 35 - Quiz
uit __ Duitsland
A
de
B
het
C
...
Slide 36 - Quiz
Hij spreekt __ Duits.
A
de
B
het
C
...
Slide 37 - Quiz
Zij leert __ taal.
A
de
B
het
C
...
Slide 38 - Quiz
Zij speelt __ viool.
A
de
B
het
C
...
Slide 39 - Quiz
Het is __ middag.
A
de
B
het
C
...
Slide 40 - Quiz
Hij pakt __ gitaar.
A
de
B
het
C
...
Slide 41 - Quiz
Hij heeft __ corona.
A
de
B
het
C
...
Slide 42 - Quiz
Zij is __ advocaat.
A
de
B
het
C
...
Slide 43 - Quiz
Zij stuurt een mail naar __ docent.
A
de
B
het
C
...
Slide 44 - Quiz
Ik kan uitleggen of ik een lidwoord moet gebruiken.
A
ja
B
een beetje
C
nee
Slide 45 - Quiz
Ik kan uitleggen welk lidwoord ik moet gebruiken.
A
ja
B
een beetje
C
nee
