Verbranding en ademhaling

Verbranding en ademhaling
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Verbranding en ademhaling

Slide 1 - Slide

Hoe noemen we het proces waarbij zuurstof uit de longblaasjes aan het bloed wordt afgegeven en koolstofdioxide weer wordt opgenomen uit het bloed?
A
Ademhaling
B
Verbranding
C
Gaswisseling
D
Bloedtransport

Slide 2 - Quiz

Tijdens een sportwedstrijd:
• gaat je ademhaling ................
• klopt je hart .................
• wordt je lichaam door de verbranding .................
• wordt ................ brandstof en zuurstof naar de cellen vervoerd.
Tijdens je slaap:
• heb je ................ zuurstof nodig. 
• ontstaat ................  koolstofdioxide bij de verbranding.
• gaat de verbranding in je lichaam .................
Vergelijk een sportwedstrijd met slapen.

Sleep de juiste woorden naar de zinnen.
minder
minder
sneller
sneller
meer
langzamer
warmer

Slide 3 - Drag question

Wat kan er NIET
plaatsvinden zonder zuurstof
A
verbranding
B
ademhaling
C
hoesten
D
warmte

Slide 4 - Quiz

Als er weinig verbranding is, zal je ademhaling SNEL/LANGZAAM zijn.
Er hoeft namelijk MEER/MINDER koolstofdioxide uitgeademd te worden.

A
Snel ; meer
B
Snel; minder
C
Langzaam; meer
D
Langzaam; minder

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens inspanning met de verbranding in ons lichaam? En met de ademhaling?
A
De verbranding neemt af, ademhaling neemt toe.
B
De verbranding neemt af, de ademhaling neem ook af.
C
De verbranding neemt toe, de ademhaling neemt ook toe.
D
De verbranding neemt toe, de ademhaling neemt af.

Slide 6 - Quiz

De groene en gele pijlen...
A
geven de verbranding weer
B
geven de gaswisseling weer
C
geven de ademhaling weer
D
geven de verbranding weer

Slide 7 - Quiz

Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open

Slide 8 - Quiz

Ademhalen door de mond is gezonder dan ademhalen door de neus.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Hoge snelheid ademhaling
A
Veel inspanning
B
Weinig inspanning

Slide 10 - Quiz

Waarom is ademhalen door je neus belangrijk?
A
Het droogt de ingeademde lucht.
B
Het houdt ziekteverwekkers tegen.
C
Het voorkomt dat de longblaasjes beschadigd worden?
D
Het koelt de ingeademde lucht af.

Slide 11 - Quiz

Rib-ademhaling heet ook wel borst-ademhaling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Wat hoort niet bij de ademhaling
A
longen
B
slokdarm
C
luchtpijp
D
zuurstof

Slide 13 - Quiz

De ademhaling start bij je
A
Longen en mond
B
Mond en neus
C
Longblaasjes en mond
D
Neus en luchtpijp

Slide 14 - Quiz

René rent. Wat geldt dan voor zijn hartslag en ademhaling?


A
zijn hartslag en ademhaling zijn beiden sneller dan in rust
B
zijn hartslag is sneller, zijn ademhaling langzamer dan in rust
C
zijn hartslag is langzamer, zijn ademhaling sneller dan in rust
D
zijn hartslag en ademhaling zijn beiden langzamer dan in rust

Slide 15 - Quiz

Welke delen van
het lichaam zorgen voor
"de invoer" bij ademhaling?
A
zintuigen
B
hersenen
C
spieren
D
zuurstof

Slide 16 - Quiz


Welke manier van ademhalen wordt er in de afbeelding hiernaast weergegeven?
A
Buik-ademhaling
B
Borst-ademhaling
C
Buik en borst-ademhaling
D
Middenrif-ademhaling

Slide 17 - Quiz

Bij ademhaling gebruik je
de buik- of borstademhaling.
Daarvoor zijn twee spieren nodig.
Welke spieren zijn dat?

A
buikspieren + middenrif
B
ribspieren + middenrif
C
borstspieren + middenrif
D
buikspieren + borstspieren

Slide 18 - Quiz

Bij ademhalen werken orgaanstelsels samen om stoffen te vervoeren via het bloed.
Welke twee orgaanstelsels zijn dat?

A
ademhalingsstelsel + bloedvatenstelsel
B
ademhalingsstelsel + spierstelsel
C
verteringsstelsel + zenuwstelsel
D
bloedvatenstelsel + spierstelsel

Slide 19 - Quiz

Als je de borstholte groter maakt met je middenrif heet dat...
A
Borst-ademhaling
B
Buik-ademhaling
C
Keel-ademhaling
D
Hoofd-ademhaling

Slide 20 - Quiz