Zinsontleding der en ein groep

Leerdoel
Ik ken de vormen van de der- en ein- groep in de 1e en 4e naamval 

Ik weet hoe ik de 1e en 4e naamval moet vinden in de zin
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Leerdoel
Ik ken de vormen van de der- en ein- groep in de 1e en 4e naamval 

Ik weet hoe ik de 1e en 4e naamval moet vinden in de zin

Slide 1 - Slide

Zinsontleding: 
Wie war das nochmal?


De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.

Slide 2 - Slide

Zinsontleding: 
Wie war das nochmal?


De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.

1. Zoek het gezegde

Slide 3 - Slide

Zinsontleding: 
Wie war das nochmal?


De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.

2. Zoek het onderwerp
Wie/wat? + gezegde?

Slide 4 - Slide

Zinsontleding: 
Wie war das nochmal?


De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.

3. Zoek het lijdend voorwerp
Wie/wat + gezegde + onderwerp?

Slide 5 - Slide

sehr. 
onderwerp 
gezegde
lijdend voorwerp
Meine Schwester
mag
diese Katze

Slide 6 - Drag question

der-groep
der, die, das 
dies-
jen- 
jed-, 
manch-,
solch-,
welch-, 
all

Slide 7 - Slide

ein-groep
onbepaalde lidwoord ein(e) 
+
bezittelijke voornaamwoorden 
+
kein = geen

Slide 8 - Slide

ein-groep
onbepaalde lidwoord ein(e) 
+
mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr-, Ihr- 
+
kein = geen

Slide 9 - Slide

ein-groep
ein(e),
mein-,
dein-,
sein-,
ihr-,
unser-,
euer-,
ihr-,
Ihr-,
kein

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Auf Wiedersehen!

Slide 12 - Slide