This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Lezen H3
Argumenteren
Slide 1 - Slide
Argumenteren (1)
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Ik kan onderscheid maken tussen een standpunt en een argument
Ik kan feitelijke en waarderende argumenten onderscheiden
Ik kan een argumentatie weergeven in een blokjesschema
Slide 3 - Slide
Opdracht
Zak met geld
Slide 4 - Slide
Soorten argumenten
Feitelijke argumenten
Dit zijn uitspraken waarvan de schrijver denkt dat ze waar zijn. Let op: een feitelijk argument hoeft niet waar te zijn. Ze zijn wel controleerbaar.
Naar mijn mening is Trump de populairste president ooit (standpunt), want bij zijn inhuldiging was de grootste menigte ooit.(feitelijk argument - maar wel onwaar).