Hfd. 7 Goederenopslag

Test Je Kennis  Hfd 4 of 7.
Goederenopslag
1 / 20
next
Slide 1: Slide
OpslagMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Test Je Kennis  Hfd 4 of 7.
Goederenopslag

Slide 1 - Slide

Wat is ompakken?
A
Goederen in het magazijn verplaatsen
B
Goederen opnieuw verpakken
C
Goederen in het magazijn opslaan
D
Het verzamelen van goederen

Slide 2 - Quiz

Labelen is goederen voorzien van een sticker of etiket met een code en/of informatie over het product.
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Hoe noem je een reservevoorraad waaruit de werkvoorraad wordt aangevuld:
A
Een Grijpvoorraad
B
Een Pickvoorraad
C
Een Werkvoorraad
D
Een Bulkvoorraad

Slide 5 - Quiz

De manier waarop je goederen opslaat, hangt voor een belangrijk deel af van de eigenschappen van de goederen zoals:

Slide 6 - Slide

Kleine goederen : 

Grote goederen  : 

Lange goederen : 

Lichte goederen :

Snellopers            :

Langzaamlopers:
Sleepvraag: Waar in het magazijn plaats je de volgende goederen?
Achter in het magazijn
Op de vloer/ in de stelling
Legbordstelling / vakstelling
Boven in de stelling
Draagarmstelling
Voor in het magazijn

Slide 7 - Drag question

Wat valt niet onder het opslag klaar maken van goederen?
A
Prijzen
B
Stapelen
C
Sorteren
D
Labelen

Slide 8 - Quiz

Wat is een voorbeeld van bederfelijke goederen:
A
Bloemen
B
Schroevendraaiers
C
Pallets
D
Cement

Slide 9 - Quiz

Welk voorraadsysteem zou jij gebruiken bij de opslag van etenswaren?
A
FIFO
B
LIFO
C
Combinatie FIFO / LIFO
D
Alles in de koeling

Slide 10 - Quiz

Locatie code: Zone B - Gangpad 2 - Stelling 7

Slide 11 - Slide

Locatie code: Zone B Gangpad 2  Stelling 5  Plank 3  
Vak 3

Slide 12 - Slide

Locatiecode: C 28 8 e
Fenan moet een order picken bij locatie: C 28 8 e
Sleep het juiste deel van de code naar de ontbrekende vakjes in het verhaal:
Fenan loopt naar gangpad: 
                En zoekt daar naar de sectie:
Op het schap:                      
                vindt hij in vak:                  wat hij nodig heeft.
C
e
8
28

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

  • Het artikelsysteem
De opslag van de artikelen vindt hierbij plaats in de volgorde van de codering van de artikelen. 
  • Het groepssysteem
Dit systeem wordt vooral toegepast als artikelen bij elkaar horen of steeds samen worden uitgegeven. Een voorbeeld hiervan is dat bouten naast de bijbehorende moeren worden geplaatst. 
  • Het projectsysteem
Bij het projectsysteem horen bepaalde artikelen bij elkaar voor het realiseren van een bepaald project, bijvoorbeeld het omstellen van een machine of een zending voor een bepaalde klant. 
  • Sectiesysteem
Dit systeem wordt voornamelijk gebruikt in magazijnen met een groot assortiment en een hoge afname. De secties zijn vaak even groot. 


Soorten vaste locatiesystemen:

Slide 15 - Slide

Het is de maand mei.
Je krijgt de volgende artikelen binnen:





Waar in het magazijn zet je deze artikelen neer?
Achter in het magazijn
(boven in stellingen)
Voor in het magazijn

Slide 16 - Drag question

Een geconditioneerde ruimte is een ruimte waarin de omstandigheden worden aangepast aan de eigens van het product.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Onderdelen van de kant-en-klare maaltijden moeten boven de 60 °C bewaard worden.

Hiervoor gebruik je een geconditioneerde ruimte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Verse vis wordt aangeleverd op ijs (0-2°C). Het is daarom belangrijk dat vis op constante temperatuur gehouden wordt.
De vis wordt vervoerd en opgeslagen in een:
A
Koelcel
B
Vriezer
C
Gesloten koelketen
D
Koelketen

Slide 19 - Quiz

In de toets gebruiken ze een warenhuis als voorbeeld. Weet wat een warenhuis is.
Een warenhuis is een grote winkel, vaak met meerdere verdiepingen, die een uitgebreid assortiment aan goederen verkoopt. Deze producten zijn georganiseerd in verschillende afdelingen of categorieën.

Denk aan een Hema of De Bijenkorf.

Slide 20 - Slide