Thema 5 Planten B5 Reageren op de omgeving

Thema 5 Planten
B5
Reageren op de omgeving


1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 5 Planten
B5
Reageren op de omgeving


Slide 1 - Slide

Leerdoel B5

11.5.1 Je kunt beschrijven hoe planten met behulp van signaalstoffen reageren op interne en externe signalen.

Planten communiceren met elkaar, met planteneters en met bestuivers om te kunnen overleven. Dat doen ze vooral met behulp van signaalstoffen. In stresssituaties kunnen planten zelfs ultrasonische geluiden produceren: geluid waarvan de frequentie zo hoog is dat een mens het niet kan horen.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Signaalstoffen
  • Plantenhormonen die betrokken zijn bij o.a. groeirichting, rijping en bescherming.
  • Auxine wordt gevormd in de uiterste toppen van stengels en bevordert de lengtegroei en celstrekking.
  • Etheen stimuleert de rijping van fruit.

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Fototropie
Fototropie: de groeirichting wordt beïnvloed door licht.
  • De productie van auxine wordt geremd          door licht, waardoor de belichte kant  
       minder auxine heeft dan de schaduwzijde.
  • Een verhoogde auxineconcentratie leidt tot een remming van lengtegroei en cel-strekking.
  • Hierdoor groeien planten naar het zonlicht toe (positieve fototropie).

Slide 8 - Slide

Fototropie en geotropie
  • Geotropie: de groeirichting wordt beïnvloed door zwaartekracht.
  • Cellen in stengels en in wortels reageren verschillend op de concentratie auxine.
  • Bij een ontkiemend zaad in de bodem groeit de stengeltop daardoor tegen de zwaartekracht in (negatieve geotropie), terwijl een worteltop met de richting van de zwaartekracht mee naar beneden groeit (positieve geotropie).
  • In een stengel die horizontaal ligt, beweegt auxine onder invloed van de zwaartekracht naar de onderkant. Door celstrekking zal de onderkant van de stengel sneller groeien dan de bovenkant, waardoor de stengel naar boven groeit.
  • Een verhoogde auxineconcentratie aan de onderkant leidt bij wortels juist tot een remming van lengtegroei en celstrekking, groeit een wortel naar beneden.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Fototropie
Geotropie

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Fotoperiodiciteit

Slide 16 - Slide

Etheen / ethyleen
  • Onrijp fruit bevat pectine, een polysacharide die werkt als een soort lijmstof die plantencellen dicht bij elkaar houdt. Onrijp fruit is daardoor hard, zodat de ontwikkeling van zaden wordt beschermd.
  • Etheen/ethyleen stimuleert rijping van fruit 
  • Zorgt voor vorming van enzymen die zorgen voor geur- en kleurverandering, de omzetting van zetmeel en zuren in suikers en het zachter worden van het vruchtvlees. 
  • Pectinase breekt pectine af.


Slide 17 - Slide

Ethyleen

Slide 18 - Slide

Maak opdracht 55 t/m 59

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

0

Slide 21 - Video

Bescherming
Drie typen:
  1. mechanische afweer: haren, stekels, doornsetc
  2. chemische afweer: cafeïne, nicotine
  3. indirecte afweer: de natuurlijke vijand wordt gelokt

Slide 22 - Slide

Bescherming tegen waterverlies
  1. huidmondjes sluiten
  2. dikke cuticula, verzonken huidmondjes, haren
  3. chemische aanpassingen in stofwisseling

Slide 23 - Slide

Huiswerk
  • Maak opdracht 60 t/m 65
  • Oefen de Flitskaarten en controleer de leerdoelen 
van B5 met de Test Jezelf

Klaar?
  • Neem de Context 'Koortsige planten' door en maak opdracht 66 t/m 70
  • Sluit het thema af met de Samenhang 'Acacia' en 
maak de bijbehorende opdrachten


Slide 24 - Slide

Lesafsluiter

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Volgende week
Maak de oefentoets, de examenopgaven en oefen eventueel met www.biologiepagina.nl

Slide 27 - Slide