T3_Les 15_SE Oefenles 6

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Eierstokken
Eileiders
Baarmoeder
Clitoris
Vagina
Prikkels opvangen die leiden tot orgasme
Eicellen vervoeren
Hier komt sperma als eerst terecht
Rijping van eicellen
Innestelling van het embryo

Slide 2 - Drag question

Teelballen
Bijballen
Zaadblaasjes
Zaadleiders
Urinebuis
Vervoeren van urine en sperma
Zaadcellen tijdelijk opslaan
Vocht en voedingsstoffen toevoegen aan de zaadcellen
Vorming van zaadcellen
Vervoeren van (alleen) zaadcellen

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

6) Welk onderdeel geeft de placenta aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

SOA's die bestreden kunnen worden met antibiotica
Gebruik blz. 69: tabel 2
Chlamydia
Herpes genitalis
Gonorroe
Hepatitis B
HIV (AIDS)
Syfilis

Slide 6 - Drag question

1) Alle voorbehoedsmiddelen beschermen tegen een SOA
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Prenataal onderzoek

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Homozygoot dominant
Homozygoot recessief
Heterozygoot
Aa
BB
Gg
ee
EE
Hh
DD
rr
Rr
aa

Slide 10 - Drag question

Hoeveel % van het nageslacht is homozygoot?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 11 - Quiz

Hoeveel % van het nageslacht zal minimaal 1 dominant gen hebben?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 12 - Quiz

Wat is het genotype van 4?
A
AA
B
Aa
C
aa

Slide 13 - Quiz

Welke persoon heeft het genotype 'aa'?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste kruising tussen persoon 4 en 5?
A
AA x AA
B
Aa x Aa
C
AA x aa

Slide 15 - Quiz

Welke kleur is recessief?
A
Zwart
B
Wit

Slide 16 - Quiz

Welke persoon is homozygoot recessief?
A
Laura
B
Jasmijn
C
Monique

Slide 17 - Quiz

Goedaardig gezwel
Kwaadaardig gezwel
Bouw van weefsels wordt verstoord
Bouw van weefsels niet verstoord
Er worden bloedvaten gevormd naar het gezwel/tumor 
Er vindt uitzaaiing plaats (metastase)

Slide 18 - Drag question

Mutagene factoren

Slide 19 - Mind map

In welk type cel heeft een mutatie direct gevolgen voor het nageslacht?
A
Mutatie in een gewone lichaamscel
B
Mutatie in een geslachtscel

Slide 20 - Quiz