This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Motiverende gespreksvoering
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Slide 2 - Slide
Ambivalantie
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
timer
5:00
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Gericht op het vergroten van én ondersteunen van het zelfmanagement van de patiënt
verhogen intrinsieke motivatie waardoor de patiënt bewust gaat kiezen voor gewenste (gedrags)verandering
Doel motiverende gespreksvoering:
Slide 7 - Slide
Waarom motiverende gespreksvoering?
Veranderingen zijn pas duurzaam als iemand ook echt en voldoende gemotiveerd is om te veranderen.
Met andere woorden:
Men moet het zelf écht willen. Dit heet intrinsieke motivatie.
Extrinsieke motivatie, motivatie van buitenaf, werkt vaak maar van korte duur.
Slide 8 - Slide
Waar is motivatie van afhankelijk?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Welke gesprekstechnieken zet je in bij een motiverend gesprek?
Slide 11 - Mind map
Slide 12 - Slide
Vier principes van ‘motiverende gespreksvoering’
Wees empathisch:
Ontwikkelen van discrepantie:
Meeveren met weerstand:
Ondersteunen van eigen effectiviteit:
Eigen effectiviteit is een directe voorspeller van gedragsverandering.
Slide 13 - Slide
Stages of changes
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Dit is de fase waarin iemand zich niet bewust is van het feit dat hij misschien wel een probleem heeft of veroorzaakt.
Hij zal het ontkennen, de noodzaak nog niet inzien, of de oorzaak van het probleem voornamelijk buiten zichzelf zal zoeken.
Hij wil (nog) niet veranderen. Anderen zien dit vaak wel maar de persoon in kwestie zal zijn eigen probleemgedrag in eerste instantie ontkennen.
“Er is niets aan de hand”, “Ik kan er niets aan doen” of “Ik ben niet verantwoordelijk”.
Er is veel weerstand om te veranderen.
Fase 1 – Ontkenning (pre-contemplation)
Slide 16 - Slide
Fase 2 – Erkenning (contemplation)
In deze fase is iemand zich bewust dat hij misschien wel een probleem heeft en hier zelf verantwoordelijk voor is. Hij wil wel veranderen maar weet alleen nog niet hoe, of denkt niet bij machte te zijn om dit te kunnen.
“Er is wat aan de hand en ik ben mede verantwoordelijk.”
Men heeft een begin gemaakt verantwoordelijkheid te nemen over het eigen gedrag maar staat nog sceptisch tegenover het eigen kunnen om te veranderen.
Slide 17 - Slide
Fase 3 – Verkenning (preparation)
In deze verkennende fase maakt iemand plannen om daadwerkelijk iets aan zijn gedrag te gaan doen.
“Ik kan het anders gaan doen en ik denk erover na hoe.”
Er ontstaat hoop op een positieve afloop.
Men is klaar om binnen 30 dagen actie te gaan ondernemen.
Slide 18 - Slide
Fase 4 – Actie (action)
In deze fase onderneemt iemand actie om ook echt (iets) te veranderen.
“Ik pak mijn verantwoordelijkheid en verander mijn gedrag of gewoontes waardoor ik een beter resultaat ga krijgen.”
De verandering is gaande. Men ondergaat de verandering en experimenteert met wat werkt en wat niet.
Het is belangrijk om in het begin kleine haalbare stappen te maken waarmee direct vooruitgang geboekt kan worden.
Slide 19 - Slide
Fase 5 – Volhouden (maintenance)
Nieuw gedrag moet een gewoonte gaan worden ander bestaat het risico van een terugval. In deze fase moet men het nieuwe gedrag volhouden en integreren met andere activiteiten.
“Ik wil het volhouden want ik zie dat het werkt.”
Men verplicht zichzelf om het nieuwe gedrag, of de nieuwe gewoonte, vol te houden.
Belangrijk is dat men zichzelf blijft belonen voor het nieuwe gedrag, en blijft focussen op het positieve resultaat, anders bestaat het risico op een terugval.