Voorbereiding eindtoets

Hoe goed denk je alle stof van dit jaar te weten?
Slecht
Matig
Prima
Goed
ik weet alles
1 / 42
next
Slide 1: Poll
LogistiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoe goed denk je alle stof van dit jaar te weten?
Slecht
Matig
Prima
Goed
ik weet alles

Slide 1 - Poll

Waarvoor staat de afkorting VAL
A
Vracht altijd lossen
B
Value added logistics
C
Vandaag Afkeur lossen
D
Vind alles leuk

Slide 2 - Quiz

Op welke pijlers is de Arbowet gebouwd?
A
Transport, veiligheid en welzijn
B
Gezondheid, milieu en veiligheid
C
Welzijn, gezondheid en transport
D
Veiligheid, gezondheid en welzijn

Slide 3 - Quiz

Wat is de eerste stap bij voorbereiding goederenontvangst?
A
Losplaats vrijmaken
B
Loslijst doornemen
C
Vrachtbrief aannemen
D
Chauffeur aanmelden

Slide 4 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van VAL-activiteiten?
A
Artikelen samenvoegen
B
Artikelen ompakken van containers naar pallets
C
Handleiding toevoegen
D
Verwerken van retouren

Slide 5 - Quiz

Wat verstaan we onder
reverse logistics?
timer
0:30

Slide 6 - Open question

Wat is derving?
A
Verschil tussen daadwerkelijke voorraad en economische voorraad
B
Verschil tussen wat er geleverd word en wat je hebt besteld
C
Verschil tussen economische voorraad en de technische voorraad
D
Verschil tussen de administratieve voorraad en de werkelijke voorraad.

Slide 7 - Quiz

Je telt niet alle producten bij de inventarisatie maar een deel ervan. Dit is
A
integraal
B
steekproefsgewijs
C
cyclisch
D
continue

Slide 8 - Quiz

Hoe heet deze stelling?
A
Wandstelling
B
Inrijstelling
C
Draagarmstelling
D
Palletstelling

Slide 9 - Quiz

Sommige goederen gaan na de ontvangst direct door naar de expeditieafdeling.
Dit noem je:
A
Uitslag
B
Overslag
C
Omslag
D
Crossdocking

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je het orderverzamelen bij gebruik van een statisch opslagsysteem?
A
goods-to-man
B
man-to-goods
C
pick-and-return
D
pick-by-vision

Slide 11 - Quiz

Welke drie locatiesystemen
zijn er te gebruiken?
timer
0:30

Slide 12 - Open question

Hoe heet deze stelling?
A
doorrijstelling
B
palletstelling
C
inrijstelling
D
bandenstelling

Slide 13 - Quiz

Leg uit bij welk locatiesysteem de kans
het kleinste is dat een artikel
onvindbaar is.
timer
0:30

Slide 14 - Open question

Wat wordt er bedoeld met interne specialisatie
A
Toevoegen van een schakel in een bedrijfskolom
B
Toevoegen van een bedrijfskolom
C
Afstoten van een bedrijfskolom
D
Samenvoegen van schakels in een bedrijfskolom

Slide 15 - Quiz


Wat betekent dit etiket?
A
Niet stapelen
B
Deze kant boven
C
Breekbaar
D
Deze kant op

Slide 16 - Quiz

Hoe noemt men de ruimte bij het magazijn waar goederen binnenkomen?
A
Losplaats
B
Ontvangstruimte
C
Magazijn
D
Inslag

Slide 17 - Quiz

Wat is het verschil tussen een calamiteitenplan en een ontruimingsplan?
timer
0:30

Slide 18 - Open question

Hoe noem je de orderpick methode waarbij je voor meerdere klanten tegelijk orders verzameld.
A
Statisch picken
B
Sort while picking
C
Multipicking
D
Batchpicking

Slide 19 - Quiz

Je werkt met meerdere orderverzamelaars tegelijk aan het verzamelen van verschillende orders. Hoe noem je deze manier van verzamelen
A
parallel orderverzamelen
B
eenzijdig orderverzamelen
C
sequentieel orderverzamelen
D
tweezijdig orderverzamelen

Slide 20 - Quiz

Wat is een ander woord voor goederenontvangst?
A
Inslag
B
Crossdocking
C
Inbound
D
Opslag

Slide 21 - Quiz

Wat is een bedrijfskolom?
A
De plek waar alle goederen worden gelost
B
De weg die goederen afleggen van oerproduct tot winkel
C
Een kolom waarin alle bedrijven uit dezelfde branche staan
D
Alle schakels en producten binnen een bedrijf

Slide 22 - Quiz

Welk locatiesysteem
is hier afgebeeld
A
Vrij systeem
B
Vast systeem
C
Semivrij systeem
D
Los systeem

Slide 23 - Quiz

Hoe noemt men de ontvangst, de inslag en de omslag van goederen
A
Expeditie
B
outbound
C
crossdocking
D
Inbound

Slide 24 - Quiz

Alle A-artikelen worden elke maand geteld, B-artikelen elk half jaar, en C-artikelen eens per jaar. Iedere dag wordt er een selectie gemaakt van artikelen die op die dag geïnventariseerd moeten worden.
A
Cycle count
B
Integrale voorraadinventarisatie
C
Steekproefsgewijze voorraadinventarisatie

Slide 25 - Quiz


Wat betekent dit etiket?
A
Breekbaar
B
Derving
C
Niet stapelen
D
Glaswerk

Slide 26 - Quiz

Wat is hier afgebeeld?
A
Laadkuil
B
Dockshelter
C
Heftafel
D
Dockleveller

Slide 27 - Quiz

Wat wordt aangeduid met
de letters ABC in de
ABC-formule?
timer
0:30

Slide 28 - Open question

Hoe heet dit transportmiddel?
A
Heftruck
B
Reachtruck
C
Pallettruck
D
Meeneemstapelaar

Slide 29 - Quiz

De keuze voor een locatiesysteem hangt af van verschillende factoren. Welke?
A
Aard van de goederen en zoekfrequentie
B
Zoekfrequentie en grijpfrequentie
C
Omloopsnelheid en zoekfrequentie
D
Aard van de goederen en omloopsnelheid

Slide 30 - Quiz

Hoe heet de vrachtbrief voor zeevracht?
A
AVC
B
Airwaybill
C
Bill of lading
D
CMR

Slide 31 - Quiz

Bij dit systeem worden de stellingen gebruikt voor het verzamelen van goederen en de opslag. Welke gangensysteem hoort hierbij?
A
hoofdgangensysteem
B
tweegangensysteem
C
zijgangensysteem
D
gangensyteem

Slide 32 - Quiz

Welk soort magazijn is toegankelijk voor alle werknemers?
A
open magazijn
B
gesloten magazijn
C
centraal magazijn
D
winkelmagazijn

Slide 33 - Quiz

Een groothandel in medicijnen heeft de goederen opgeslagen in een carrousel.
Welke manier van orderverzamelen is dit?
A
Statisch orderverzamelen
B
Dynamisch orderverzamelen
C
Voicepicking
D
Pick to light picking

Slide 34 - Quiz

In een magazijn worden de picklocaties via de achterkant bijgevuld. Welk gangensysteem is dit?
A
hoofdgangensysteem
B
tweegangensysteem
C
zijgangensysteem

Slide 35 - Quiz

Heeft een Tweegangensysteem aparte gangen voor Opslag en Orderverzameling?
A
Ja/nee
B
Ja
C
Nee

Slide 36 - Quiz

Je werkt met meerdere orderverzamelaars tegelijk aan het verzamelen van verschillende orders. Hoe noem je deze manier van verzamelen
A
parallel orderverzamelen
B
eenzijdig orderverzamelen
C
sequentieel orderverzamelen
D
tweezijdig orderverzamelen

Slide 37 - Quiz

Welke code vind je op producten die lang houdbaar zijn?
A
TGT-code
B
UVD-code
C
THT-code
D
EAN-code

Slide 38 - Quiz

Bij welk systeem werk je als orderverzamelaar met een speciale bril?
A
Pick-by-vision
B
Voice-picking
C
Scanning
D
Pick-to-light

Slide 39 - Quiz

Hoe kan je goederen NIET stabiliseren
A
Krimpverpakken
B
Omverpakken
C
Omsnoeren
D
Rekverpakken

Slide 40 - Quiz

Welke methode van voorraadinventarisatie wordt hier omschreven?
We tellen eens per jaar, op 31-12 de gehele voorraad. Er wordt dan niets aangeleverd, en er gaat ook niets uit. Het hele bedrijf ligt verder stil.
A
Cycle Count
B
Integrale voorraadinventarisatie
C
Steekproefsgewijze voorraadinventarisatie

Slide 41 - Quiz

Ben je klaar voor de eindtoets van volgende week maandag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll