kunststromingen modernisme PNC

Modernisme
Verzamelnaam voor verschillende stromingen begin van de 20e eeuw.

Afzetten tegen klassieke en traditionele kunst & tradities.

Genieten van volledige artistieke vrijheid (autonomie)
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Modernisme
Verzamelnaam voor verschillende stromingen begin van de 20e eeuw.

Afzetten tegen klassieke en traditionele kunst & tradities.

Genieten van volledige artistieke vrijheid (autonomie)

Slide 1 - Slide

Wat speelde er een rol bij de opkomst van het modernisme in Europa?
A
Twee wereldoorlogen
B
Industrialisering
C
Opkomst computer
D
Opkomst fotografie

Slide 2 - Quiz

Expressionisme
1905-1920

Uitgangspunt is persoonlijke beleving.

Werkelijkheid vervormd of schematisch. Bonte kleuren.

Slide 3 - Slide

In het expressionisme geldt het volgende
A
De kunstenaar wil zijn subjectieve waarneming schilderen.
B
De kunstenaar wil de realiteit zo objectief mogelijk weergeven.
C
Kleur staat los van de realiteit.
D
Uiting van persoonlijke gevoelens

Slide 4 - Quiz

Fauvisme
Felle kleuren (soms omlijnd)
Geen ruimtesuggestie

"De schilders versieren het vlak als het ware, de uitbeelding hoeft niet natuurgetrouw te zijn."

Slide 5 - Slide

Die Brücke
Globale weergave vormen
Hoekige vormgeving 
Subjectieve beleving
sober kleurgebruik 
complementair 


Slide 6 - Slide

Der blaue reiter
geometrische vormgeving 
kleurvervreemding 

Eenheid in landschap door kleurvlakken


Slide 7 - Slide

Amsterdamse school

Sociale woningbouw
Woonpaleizen voor de gewone arbeider 

Decoratief metselwerk met verschillende kleuren baksteen 

Slide 8 - Slide

De Stijl
Zoektocht naar de universele uitbeeldingsvorm in geometrische vlakken, horizontale en verticale lijnen.

Primaire kleuren, zwart/wit.

Slide 9 - Slide

Waarom past dit woonhuis binnen De Stijl?

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Video

Bij Mondriaan is sprake van:
A
stilering
B
nihilisering
C
abstrahering
D
compromisering

Slide 12 - Quiz

Constructivisme
1917 - 1924

Geometrische vormen

Objectieve benadering

Abstrahering

Slide 13 - Slide

Wat wilden kunstenaars met het constructivisme bereiken (na de Russische revolutie van 1917)?
A
een nieuwe, eerlijke maatschappij
B
het volk opvoeden met kunst
C
subjectieve expressie
D
nieuwe geometrische vormentaal

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Bauhaus
1919 - 1933

Samensmelting van kunst, ambacht
&
 techniek 

Zakelijke vormgeving

Slide 16 - Slide

Kubisme
  1. 1907- 1914

Alle vormen in de natuur zijn opgebouwd uit een bol, kegel en piramide.

Geometrische vormen & perspectieven

Slide 17 - Slide

Welk soort kubisme?
A
synthetisch kubisme
B
analytisch kubisme
C
geometrisch kubisme
D
biometrisch kubisme

Slide 18 - Quiz

Dadaïsme
  1. 1917– 1923
Antikunst

Collages, fotomontages, readymades en assemblages

Absurde voorstelling en chaotische vormgeving


Slide 19 - Slide

Wat zijn de verschillen tussen
het
Surrealisme & Magisch Realisme?

Slide 20 - Open question

Kunststromingen
Romantiek
Realisme
Impressionisme
Pointillisme
1850
1880

Slide 21 - Slide

Kunststromingen
Jugendstil,
Art Nouveau
Expressionisme
Kubisme
Futurisme
1900
1910

Slide 22 - Slide

Kunststromingen
De Stijl
Surrealisme
Constructivisme
Dadaïsme
1900
1920

Slide 23 - Slide

Romantiek
Eind 18 eeuw
Reactie op het rationalisme.  Onderwerpen uit de nationale geschiedenis. Het laten zien van de grootsheid van de natuur. Ook exotische figuren, sprookjes, dromen en onbereikbare idealen. Samenhang tonen tussen natuur, mens en het goddelijke.

Slide 24 - Slide

Realisme
Halverwege 19e eeuw
Landschappen en het dagelijkse harde bestaan van gewone mensen.
Uitvinding van de tube verf waardoor schilders in de natuur konden gaan schilderen.

Slide 25 - Slide

Impressionisme
Eind 19e eeuw
Snelle schetsmatige schildertechniek. Vangen van het moment in licht en kleur. Buiten schilderen. Losse penseelstreken.

Slide 26 - Slide

Pointillisme
Eind 19e eeuw
Schilderen met ongemengde kleuren. Naast elkaar in stippen gezet, het oog mengt het tot kleurvlakken.

Slide 27 - Slide

Jugendstil, Art Nouveau
Eind 19e - begin 20e eeuw
Vooral een decoratieve stijl. Dunne vloeiende lijnen, geïnspireerd op planten en bloemen.
Architectuur, meubels, interieur, sieraden en grafiek.

Slide 28 - Slide

Kubisme
Begin 20e eeuw
Voorstelling vereenvoudigd tot geometrische en hoekige vormen. Meerdere aanzichten in één beeld. 

Slide 29 - Slide

Expressionisme
Begin 20e eeuw
Geen natuurgetrouwe weergave, maar een vereenvoudigde of gedeformeerde werkelijkheid. Sprekende en felle kleuren. Laten zien wat je voelt ipv wat je ziet.

Slide 30 - Slide

Futurisme
Begin 20e eeuw
Verbeelden van de snelheid en dynamiek van de moderne tijd (industriële revolutie). Vastleggen van bewegingsmomenten.

Slide 31 - Slide

De Stijl
Begin 20e eeuw
De Stijlgroep streefde naar een nieuwe universele vormgeving in architectuur, toegepaste vormgeving en beeldende kunst. Geen emotie, geen decoratie, geen expressiviteit maar puur vorm.  'Vorm volgt functie.'

Slide 32 - Slide

Constructivisme
Na de Russische revolutie van 1917
Geen onderwerp maar abstracte, geometrische vormen. Bewondering voor machines, de architect en toegepaste technische constructies. Tegen subjectief individualisme, voor een eerlijke maatschappij.

Slide 33 - Slide

Surrealisme
Vanaf 1924
Fantasie, onbewust, spontaan, dromen, drugs, toeval, associaties.

Slide 34 - Slide

Dadaïsme
Begin 20e eeuw
Opzettelijk irrationele, absurde voorstellingen. Afwijzen van esthetiek en morele waardes in de kunst. Collages, fotomontages, readymades en assemblages.


Slide 35 - Slide

Impressionisme
Pointillisme
Constructivisme
Jugendstil/
Art Nouveau
De Stijl

Slide 36 - Drag question

Impressionisme
Pointillisme
Constructivisme
Jugendstil/
Art Nouveau
De Stijl

Slide 37 - Drag question

De Stijl
Futurisme
Kubisme
Surrealisme
Dadaïsme

Slide 38 - Drag question

Expressionisme
Futurisme
Kubisme
Surrealisme
Dadaïsme

Slide 39 - Drag question