gemeente en provincie

Wie moet beslissen over pensioenleeftijd?
A
Hele wereld (VN)
B
EU
C
Nederland
D
Provincie/gemeente
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wie moet beslissen over pensioenleeftijd?
A
Hele wereld (VN)
B
EU
C
Nederland
D
Provincie/gemeente

Slide 1 - Quiz

Welke verkiezingen zijn er in maart?
A
Landelijk (Tweede Kamer)
B
Provincie (Provinciale Staten)
C
Gemeente (Gemeenteraad)
D
Europa (Europees parlement)

Slide 2 - Quiz

Wie bepaalt of de studiefinanciering terug komt?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijk

Slide 3 - Quiz

Wie bepaalt hoe vaak het vuilnis wordt opgehaald?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijk

Slide 4 - Quiz

Wie bepaalt of er een nieuw winkelcentrum gebouwd gaat worden?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijk

Slide 5 - Quiz

Wie geeft een bijstandsuitkering aan mensen zonder inkomen?
A
Gemeente
B
Rijksoverheid
C
Provincie
D
De Eerste Kamer

Slide 6 - Quiz

Welke bestuurslaag heeft jeugdzorg als beleidstaak?
A
gemeente
B
provincie
C
rijk

Slide 7 - Quiz

Welke laag van de overheid zorgt ervoor dat afval wordt opgehaald
A
Gemeente
B
Provincie
C
Landelijke overheid
D
Wijkraad

Slide 8 - Quiz

Welke drie bestuurlijke niveaus kennen we in Nederland?
A
Minister-President, Commissaris van de Koning, Burgemeester
B
Kabinet, Gedeputeerde Staten, College van B&W
C
Land, Provincie, Gemeente
D
Tweede Kamer, Provinciale Staten, Gemeenteraad

Slide 9 - Quiz

Nederlandse burgers stemmen voor:
A
Tweede Kamer en gemeenteraad
B
Tweede kamer en provinciale staten
C
Tweede Kamer, provinciale staten en gemeenteraad
D
Tweede Kamer, provincie, gemeente en Europees Parlement

Slide 10 - Quiz

Het dagelijks bestuur van de gemeente:
A
burgemeester
B
College van B & W
C
wethouders
D
gemeenteraad

Slide 11 - Quiz

Het dagelijks bestuur van de provincie
A
Commissaris van de koning
B
Provinciale Staten
C
Gedeputeerde Staten

Slide 12 - Quiz

Wie wordt/worden er benoemd?
A
burgemeester
B
commissaris van de koning
C
burgemeester en commissaris van de koning
D
wethouders

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de vier overheden?
A
Rijk, provincie, gemeente, waterschap
B
Rijk, gemeente, waterschap, burgermeester
C
waterschap, gemeente, fusie, collectief
D
Provincie, Rijk, Belastingdienst, gemeente

Slide 14 - Quiz

Wie worden ook wel lagere overheden genoemd?
A
Provincie, Gemeente, waterschappen
B
Provincie, Gemeente en Staatsbosbeheer
C
Provincie, Gemeente en Friesland
D
Provincie, Gemeente en Europa

Slide 15 - Quiz

Onze gelaagde overheid bestaat niet uit:
A
Landelijk
B
Provincie
C
Woonplaatsen
D
Gemeente

Slide 16 - Quiz

Om de hoeveel jaar worden er verkiezingen gehouden?
A
Elke 2 jaar
B
Elke 4 jaar
C
Voor de TK elke 4 jaar, gemeente/provincie elke 2 jaar.
D
Voor de TK, gemeente/provincie elke 4 jaar. Voor de EK elke 2 jaar.

Slide 17 - Quiz