1.1 Je moet keuzes maken!

Economie 4 Mavo


WELKOM  4TL
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Economie 4 Mavo


WELKOM  4TL

Slide 1 - Slide

Planning
  • Introductie Economie klas 4
  • Materiaal & Huiswerk
  • Uitleg paragraaf 1.1
  • Zelfstandig werken paragraaf 1.1 

Slide 2 - Slide

Economie klas 4
  • Wat gaan we doen?
  • Dit jaar 3 uur economie 
  • Planner its learning bekijken
  • Hoofdstuk 1 
  • Leerdoelen par 1.1
  • Zelfstandig aan het werk.

Slide 3 - Slide

Materialen & Huiswerk
  • Neem iedere les je spullen mee zoals;                                          boek, schrift, rekenemachine en pen

  • In de les bespreek ik het huiswerk van de betreffende paragraaf

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 1 
Verdien je genoeg?

1.1 Je moet keuzes maken 

Slide 5 - Slide

Leerdoelen

  • Wat voor behoeften je kunt hebben
  • Welke betekenis schaars heeft bij het vak economie
  • Hoe je zelf in je behoeften kunt voorzien

Slide 6 - Slide

Weet je het nog?

Slide 7 - Slide

Wat bedoelen we met behoeften bij het vak economie?
A
Naar de WC moeten
B
Wat je wil of nodig hebt
C
Wat je niet kan krijgen
D
Dorst hebben

Slide 8 - Quiz

Primaire behoeften zijn ...
A
Noodzakelijke behoeften
B
Luxe behoeften
C
Secundaire behoeften
D
Quartaire behoeften

Slide 9 - Quiz

Secundaire behoeften zijn:
A
Playstation4
B
Brood
C
Trui
D
iPhone

Slide 10 - Quiz

Behoeften
Primaire behoeften 
De noodzakelijke behoeften zoals voeding, kleding en woonruimte.

Secundaire behoeften
Alle overige behoeften die je hebt om je leven aangenamer te maken.

Slide 11 - Slide

Middelen 


Alles waarmee je in je behoeften kunt voorzien, zoals tijd en geld, heten middelen.

Slide 12 - Slide

Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt.
B
De hoeveelheid producten en diensten die je kunt kopen.
C
De hoeveelheid goederen die je kunt kopen.
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven.

Slide 13 - Quiz

Prioriteiten
Vaak heb je meer behoeften dan middelen. Daarom moet je prioriteiten stellen:
kiezen welke behoeften voor jou belangrijk zijn en welke minder belangrijk.

Als je kiest voor het één betekent dat automatisch dat je het ander niet meer kunt doen.

Slide 14 - Slide

Schaars
Omdat je meestal onvoldoende middelen hebt om in al je behoeften te voorzien, moet je keuzes maken. 

Schaars betekent dat er (productie)middelen zijn opgeofferd om het product te maken.
Voor schaarse goederen betaal je een prijs.



Slide 15 - Slide

Vrije goederen
Vrije goederen zijn tegenovergesteld aan schaarse goederen. Iedereen mag er gebruik van maken, zonder er voor te hoeven betalen.

Voorbeelden: zonlicht, wind, zeewater.

Slide 16 - Slide

Is kraanwater een economisch schaars product?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Wat is geen schaars goed?
A
brood
B
auto
C
zonlicht
D
geld

Slide 18 - Quiz

Commerciële reclame
Bedoeld om te verleiden tot een aankoop van een bepaald procuct, voor een bepaalde doelgroep

Dit kan zijn:
- een informatieve reclame (info over het product);
- een merkreclame (vergroten naamsbekendheid).

Slide 19 - Slide

Ideële reclame
Heeft als doel de mentaliteit en het gedrag van mensen te veranderen.
Ideële reclame gaat vaak over maatschappelijke problemen.

Slide 20 - Slide

De campagnes van "Sire" over bijvoorbeeld Sex drugs en Rock 'n Roll is een vorm van ...
A
ideële reclame.
B
commerciële reclame.

Slide 21 - Quiz

informatieve reclame

Slide 22 - Slide

merkreclame

Slide 23 - Slide

Marketinginstrumenten
Voor de marketing hebben ondernemers marketinginstrumenten nodig, dit noem je de marketingmix en deze bestaat uit 6 p's.

De 6 P's staan voor: 
Product, Prijs, Plaats, Promotie, Personeel en Presentatie.

Slide 24 - Slide

0

Slide 25 - Video

Nog 2 p’s in de marketingmix

Naast prijs, plaats, promotie, en product zijn er nog 2 marketinginstrumenten:

> personeel

> presentatie.

Slide 26 - Slide

Presentatie
Hoe presenteert de verkoper zijn producten in de winkel?

Slide 27 - Slide

Personeel
Is het personeel deskundig en klantvriendelijk?

Slide 28 - Slide

Doelgroep:
een groep consumenten voor wie een product of boodschap bedoeld is.

Slide 29 - Slide

Zelf aan de slag!

Maak zelfstandig opgaven 1 tot en met 15 plus samenvatting
Kom je er niet uit? 
Overleg rustig met degene naast je.
Kom je er dan nog niet uit, steek je vinger op!
Klaar? Kijk dan je antwoorden na!!

Slide 30 - Slide