H7 §1a De overheid

1 / 35
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Mijn telefoon zit in de telefoontas
  • Mijn oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 2 - Slide

Rekenvraag:
Burger Boris verkoopt verschillende burgers. Afgelopen week verkocht hij 650 burgers. 46% waren hamburgers. Hoeveel zijn dat er?

Slide 3 - Open question

H7 §1a Wat is de overheid

Slide 4 - Slide


Deze les:

  • Instructie
  • Oefen in LessonUp
  • Opdrachten maken in je boek
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 5 - Slide


Lesdoel:
Ik weet:
  • welke overheden er zijn
  • hoe beïnvloed de overheid ons gedrag

Slide 6 - Slide

De overheid


De overheid bestaat uit:
  1. de centrale overheid (het rijk)
  2. de lagere overheden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Het rijk (centrale overheid)
centrale overheid (= het rijk of rijksoverheid):
  • maatregelen voor het hele land
  • toezien op naleving wetten
  • ministers vormen bestuur


Slide 9 - Slide

Lagere overheden
1 provincie
  • bedrijventerreinen en recreatiegebieden aanwijzen
  • aanleg infrastructuur
2 gemeente
  • jeugd- en ouderenzorg
  • afgifte paspoort en rijbewijs
3 waterschap
  • maatregelen tegen overstromingen
  • zuivering afvalwater



Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

De overheid wil ons gedrag beïnvloeden. 
Dat doen ze zo:
Met maatregelen kan de overheid de Nederlandse economie versterken.
Gedrag stimuleren door:
  • subsidie geven, bijvoorbeeld voor
  • innovatie (= nieuw product / nieuwe productiemethode)
Gedrag afremmen door:
  • accijns heffen (alcohol, tabak, brandstof)
  • milieuheffing laten betalen
  • energiebelasting heffen



Slide 12 - Slide

Een ander woord voor de centrale overheid is:
A
De eerste kamer
B
De tweede kamer
C
Het rijk

Slide 13 - Quiz

Vul in:
Als burger heb je ........ invloed op de plannen van de minister
A
wel
B
geen

Slide 14 - Quiz

Vul in:
........ bedenken maatregelen om ons land goed te besturen
A
De tweede kamer
B
De ministers

Slide 15 - Quiz

Vul in:
De provincie beslist over de infrastructuur. De infrastructuur gaat over.......
A
een goede communicatie
B
goed vervoer
C
een goede communicatie en goed vervoer

Slide 16 - Quiz

Wie zorgt ervoor?

Bepalen waar een natuurgebied komt
A
Rijk
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 17 - Quiz

Wie zorgt ervoor?

Groenvoorzieningen in een woonwijk onderhouden
A
Rijk
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 18 - Quiz

Wie zorgt ervoor?

5000 agenten extra aannemen
A
Rijk
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 19 - Quiz

Wie zorgt ervoor?

paspoorten uitgeven
A
Rijk
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 20 - Quiz

Pak je boek
samen opdracht 5
(191)


Slide 21 - Slide

Maak opdracht 
2 t/m 4
(190-191)


timer
1:00

Slide 22 - Slide


Wat was het lesdoel?
  1. Welke 3 overheidslagen zijn er?
  2. Wat valt er onder de lagere overheid?
  3. Hoe stimuleert de overheid ons gedrag?
  4. Hoe remt de overheid ons gedrag af?


Slide 23 - Slide


Antwoorden
  1. Centrale overheid, lagere overheid 
  2. de provincie, de gemeente en de waterschappen
  3. door subsidies te geven op dingen die goed zijn voor ons land
  4. accijns heffen op producten die slecht zijn, milieuheffingen en energiebelastingen


Slide 24 - Slide

Huiswerk:

Maak opdracht: 
4, 6 en 8
(190-191)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide


Terugblik:
De vorige les hebben we het gehad over productiecapaciteit en arbeidsproductiviteit

Slide 27 - Slide

Welk gevolg hebben mechanisatie en automatisering voor de werkgelegenheid?

Als gevolg van mechanisatie en automatisering...
A
..komt er meer werk voor ongeschoolde werknemers.
B
..komt er meer werk voor deskundig personeel dat machines en computers kan bedienen.
C
..produceren bedrijven minder en hebben daarom minder personeel nodig.

Slide 28 - Quiz

Bekijk deze afbeelding:

Slide 29 - Slide

Geef een voorbeeld van schade door laag overvliegende vliegtuigen:

Slide 30 - Mind map

De bewoners mogen op kosten van de gemeente hun huizen isoleren.

Zijn dit bedrijfskosten of maatschappelijke kosten?
A
bedrijfskosten
B
maatschappelijke kosten

Slide 31 - Quiz

Huiswerk nakijken
Zijn er nog vragen over het huiswerk?
45, 48 en 51 (174-175)


Kijk je huiswerk nu na!

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

De provincie
Nederland is verdeeld in provincies. Bijvoorbeeld: wij wonen in de provincie Noord-Holland. 

De provincie is verantwoordelijk voor de indeling van het grondgebied van de provincie. 

Ook bepaalt de provincie een deel van de infrastructuur, vooral de wegen die dorpen en steden binnen de regio met elkaar verbinden.


Slide 34 - Slide

De gemeente
De gemeente regelt alles in je woonplaats. Ze is onder meer verantwoordelijk voor veel zaken waar je als inwoner direct mee te maken krijgt, zoals:
  • de jeugdzorg 
  • de uitgifte van een paspoort.
De burgemeester en de wethouders (B&W) besturen de gemeente. 
moet hun plannen goedkeuren en controleren of ze goed uitgevoerd worden. 
De gemeenteraad wordt democratisch gekozen door de bevolking.


Slide 35 - Slide