5.2 Eten en gegeten worden

5.2 Eten en gegeten worden
Thema 5 ecologie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.2 Eten en gegeten worden
Thema 5 ecologie

Slide 1 - Slide

Wat weten we al?

Slide 2 - Slide

Wat is de primaire energiebron voor fotosynthese?
A
Zonlicht
B
Wind
C
Regenwater
D
Maanlicht

Slide 3 - Quiz

Waar vindt fotosynthese plaats in een plant?
A
Wortels
B
Stengels
C
Bladgroenkorrels
D
Bloemen

Slide 4 - Quiz

Wat is de belangrijkste brandstof bij verbranding in een plant?
A
Glucose
B
Water
C
Koolstofdioxide
D
Zuurstof

Slide 5 - Quiz

Begrippen 5.1
  • Energiearme stof
  • Energierijke stof
  • Fotosynthese
  • Stofwisseling
  • Verbranding

Slide 6 - Slide

Leerdoelen 5.2
  • Je kunt organismen indelen in producenten, consumenten en reducenten.
  • Je kunt uitleggen wat een voedselketen is
  • Je kunt dieren indelen in planteneters, vleeseters en alleseters.

Slide 7 - Slide

Producenten, consumenten en reducenten
  • Alle organismen kun je verdelen in drie groepen:
  • Producenten
  • consumenten
  • Reducenten

Slide 8 - Slide

Producenten en consumenten
  • Organismen met bladgroenkorrel kunnen energiearme stoffen omzetten in energierijke stoffen. Deze organismen noemen we producenten.
  • Dieren kunnen zelf geen energierijke stoffen maken. Ze krijgen deze binnen via voedsel. Dieren zijn consumenten.
  • Consumenten onderscheiden we in: planteneters, alleseters en vleeseters.

Slide 9 - Slide

Reducenten en kringloop
  • Bacteriën en schimmels breken de resten van afvaleters af, zij zijn reducenten
  • Reducenten zetten de energierijke stoffen uit dode planten en dieren om in energiearme stoffen: koolstofdioxide, water en mineralen.
  • Planten kunnen deze energiearme stoffen weer opnemen.
  • Zo ontstaat een kringloop waarbij de stoffen steeds opnieuw worden gebruikt.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat is het resultaat van de afbraak door bacteriën en schimmels?
A
Methaan en stikstof.
B
Zuurstof en glucose.
C
Koolstofdioxide, water en mineralen.
D
Zouten en suikers.

Slide 12 - Quiz

Voedselketen en voedselweb
  • Een voedselketen is een reeks soorten, waarbij elke soort wordt gegeten door de volgende soort.
  • In een gebied leven verschillende soorten.
  • Daarom lopen in sommige gebieden verschillende voedselketens door elkaar heen.
  • Deze voedselrelaties samen noem je een voedselweb.
  • Elk gebied heeft zijn eigen voedselweb. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoe wordt een voedselketen gevormd?
A
Een reeks soorten waarbij elke soort wordt gegeten.
B
Een willekeurige combinatie van planten en dieren.
C
Een groep dieren die samen jagen op prooi.
D
Een verzameling van voedselbronnen in een gebied.

Slide 16 - Quiz

Planteneters, alleseters en vleeseters
  • planteneters eten alleen planten. In de voedselketen zijn ze altijd de 2e schakel. Planteneters noemen we daarom consumenten van de eerste orde.
  • Alleseters eten planten en dieren. Alleseters kunnen consument van de eerste orde of hoger zijn.
  • Vleeseters zeten alleen andere dieren. Ze zijn altijd consumenten van de tweede orde of hoger.  

Slide 17 - Slide

Wat zijn organismen die energiearme stoffen omzetten in energierijke stoffen?
A
Consumenten
B
Herbivoren
C
Predatoren
D
Producenten

Slide 18 - Quiz

Begrippen 5.2
  • Alleseter
  • Consumenten
  • Planteneters
  • Producenten
  • Reducenten
  • Vleeseters
  • Voedselketen 

Slide 19 - Slide

Ik kan nu
  • Je kunt organismen indelen in producenten, consumenten en reducenten.
  • Je kunt uitleggen wat een voedselketen is
  • Je kunt dieren indelen in planteneters, vleeseters en alleseters.

Slide 20 - Slide

Aan het werk!
Maken opdrachten 5.2 : 1 t/m 7
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 5.2
Veel goed? -> Maken 7+ online extra  5.2

 

timer
25:00

Slide 21 - Slide