Taalverzorging C

Taalverzorging C
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Taalverzorging C

Slide 1 - Slide

Programma
-Huiswerk controleren + nakijken
10 min
-Herhalen Meervoudsvorming en bijvoeglijke naamwoorden
10 min
-Werkwoordspelling
10 min
-Zelfstandig werken


30 min


Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van werkwoorden. 
  • Ik kan in een zin correct gespelde werkwoordsvormen invullen. 
  • Ik kan bijzonderheden in de werkwoordspelling uitleggen. 
  • Ik kan zelf zinnen bedenken met moeilijkheden in de werkwoordspelling. 

Slide 3 - Slide

Hoe werkt de met met/zonder zonder regel?

Slide 4 - Open question

Noteer het meervoud van kolonie, epidemie, provincie, discussie en amfibie.

Slide 5 - Open question

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h2u" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van vorige les.
Kijk je gemaakte opdrachten na.  

Slide 6 - Slide

Meervoudsvorming
Meervoud op -en --> soms extra medeklinker, soms verandering van medeklinker. 
Meervoud op -s --> klinker + spraakverwarring = '. Leenwoorden -s.
Meervoud -'en of -'s --> afkortingen.
Meervoud met trema --> met klemtoon, met extra e, met trema. Zonder klemtoon, zonder extra e, met trema. (melodie-melodieën VS bacterie-bacteriën). Woorden -ee met trema met extra e (idee-ideeën).
Twee meevoudsvormen --> groente/museum/band (betekenis).
Bijzondere meervoudsvormen --> korte klank wordt lange klank (dak-daken), klinker verandert (schoonheid-schoonheden), -eren (kind-kinderen), onregelmatig (koe-koeien en lende-lendenen). 

Slide 7 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Verbogen --> + e. De mooie auto. 
Onverbogen --> zonder e. De auto is mooi. 
Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord --> het geslaagde feest. Schrijf je zo kort mogelijk, tenzij uitspraak belemmert wordt. (vergrote scherm - ontpitte kersen). 
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord --> eindigen op -en (ijzeren schaar, papieren vliegtuig) tenzij leenwoord uit Engels (plastic hoes, polyester shirt). 
Trappen van vergelijking:

Slide 8 - Slide

Werkwoordspelling
We maken 5 groepen van 4 personen. Elke groep werkt een onderdeel van de spelling uit in een presentatie die aan het einde van de les gegeven wordt. Je presentatie duurt 3 minuten. Je bedenkt ZELF voorbeelden. De theorie uit het handboek mag gebruikt worden. 

Groep 1: werkwoordspelling tegenwoordige tijd (blz 180)
Groep 2: werkwoordspelling verleden tijd (blz 181)
Groep 3: werkwoordspelling voltooid en onvoltooid deelwoord (blz 182).
Groep 4: werkwoordspelling onregelmatige werkwoorden (blz 183). 
Groep 5: werkwoordspelling Engelse werkwoorden (blz 183). 

Slide 9 - Slide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Taalverzorging, paragraaf C, opdracht 2, 3, 6, 7, 10 en 12. 
Hoe?
Oefenboek blz 120-123. .
Handboek blz 180-183.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 12:50.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Zie studiewijzer volgende les/week. 

Slide 10 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van werkwoorden. 


Ik kan in een zin correct gespelde werkwoordsvormen invullen. 
Ik kan bijzonderheden in de werkwoordspelling uitleggen. 

Ik kan zelf zinnen bedenken met moeilijkheden in de werkwoordspelling. 

Slide 11 - Drag question